Loslaten is nog niet zo makkelijk


10 December 2022
Het is een rare dag vandaag, want vandaag is de dag dat mijn jongste zoon op eigen benen gaat staan. Hij gaat het huis uit. Die kleine guitige, goedlachse krullenbol is nu een kerel van bijna 1.90 m. Komend voorjaar wordt hij 20 en is er helemaal aan toe om het ouderlijk huis te verlaten. En dan met name het stukje ‘ouderlijk’, want hij is ons best beu.

Uit huis

De vraag is of ik er ook aan toe ben om hem uit te laten vliegen, want hij is toch nét even anders dan de andere twee die eerder uitvlogen. De meeste mensen merken het in de eerste instantie niet meteen aan  hem, maar hij heeft toch echt autisme. En dat is nu net het punt. Hij is in een aantal zaken aardig zelfstandig maar hij heeft ook een paar eigenschappen waar ik me zorgen over maak. Hij overschat zichzelf nogal eens en wil het liefste alles zelf doen.

Daarnaast hij is meester in uitstellen waar hij geen zin in heeft, kan zich heel goed alleen vermaken en wil alles zelf oplossen. Ondanks ons ouderlijk toezicht leverde dat al twee verloren studiejaren op, een aantal mislukte baantjes en een baan die gewoon niet paste bij zijn manier van leven. Tja ‘s nachts tot laat online zijn en dan om 04.00 uur op je werk moeten zijn, bleek toch niet zo’n goede combinatie. Eén keer een nacht doorhalen, dat ging nog wel maar daarna viel hij toch echt om!

Diverse keren heb ik hem op de grond slapend aangetroffen. Te moe om nog naar bed te gaan. Of ik me toen zorgen maakte? Nou wat denk je!

Hij heeft ook een aantal mooie talenten en daarmee gaat hij het wel redden. Vast met nog een wat hindernissen, maar het gaat hem lukken. Ik geloof dat oprecht en toch vind ik het lastig om hem los te laten. Herkenbaar? Eigenlijk moet ik hem anders vasthouden, maar hoe dat moet, is nog wel even oefenen.

Een stapje terug in de tijd

In november 2021 drong er tot hem door dat hij zijn leven niet zo op orde had zoals hij zou willen. Wij zagen dat al maanden aankomen maar hij vond het allemaal wel meevallen. Hij was inmiddels 18+, dus als ouder kon ik niets zonder zijn toestemming. Superblij was ik dan ook toen hij inzag dat het niet goed met hem ging en hij akkoord ging dat we hulp zouden inschakelen. Binnen een paar weken kregen we via de gemeente een indicatie en weer een paar weken later ambulante hulp van Jados.

Het kostte wat tijd om elkaar goed te leren kennen, maar hij gaat nu erg goed om met de ambulante begeleiding. Doelen zijn gesteld en dat betekende dat ik meer moeder kan zijn en het begeleiden los kan laten. Nou ja ‘loslaten’ niet helemaal. Daarvoor zag ik toch nog teveel dingen die ik hem wilde leren of meegeven. Want dat hij de deur uit zou gaan, dat wilde hij al langer.

Tolken

Nu heeft hij het geluk dat het huis van zijn vader beschikbaar is. Vader woont daar niet meer (lang verhaal) en hij kan er zo in. Al had dat ook weer heel wat voeten in de aarde. Zoon met diagnose ASS en vader zonder diagnose maar met zeer duidelijk autistische kenmerken. De communicatie verloopt lang niet altijd vlekkeloos en tel daarbij op dat ze beide behoorlijk zelf bepalend zijn, nou dan weet je het wel. Ontelbare keren heb ik als tolk gefungeerd. Ik luister naar wat er gezegd wordt en hoe de reactie van de ander is. Daaruit kan ik opmaken of de boodschap begrepen is. Tussen vader en zoon is er vaak miscommunicatie omdat ze elkaar verkeerd begrijpen. Naast het tolken heb ik vader vaak uitleg gegeven waarom zoonlief iets de ene keer wel kan en de andere keer niet. Dat het vaak wel maar niet altijd een kwestie van motivatie was. Soms wilde zoonlief wel, maar lukte het gewoon niet. Omdat niet alles duidelijk was. Of omdat hij teveel aan z’n hoofd had. Dan kon er gewoon even niets bij.

Ondertussen heeft zoonlief meer zelfinzicht gekregen en ik hoop met heel mijn hart dat hij daarin blijft groeien.  Hij accepteert hij dat hij minimaal 6 uur moet slapen om voldoende wakker te worden om te kunnen opstaan. Best handig wanneer je om 06.00 uur moet beginnen met werken.

Dat was heel prettig, want de nacht voor dat hij om 06.00 op zijn werk moest zijn, toch nauwelijks. Dus zette ik de afgelopen maanden de wekker om 05.15 uur, maakte hem wakker en zorgde ervoor dat hij uit z’n bed kwam. Hij zette twee wekkers maar had mij zeker nog nodig. Gelukkig hoefde hij maar 2x per week zo vroeg z’n bed uit.

Idee

Ik kwam op het idee om hem een gewoonte aan te leren die bijna iedere Nederlander helpt om de dag op te starten. Koffie!!
Thee had natuurlijk ook gemogen, maar hij koos voor koffie. Ik bedacht dat als hij zou ervaren dat een kopje koffie bij het opstaan prettig is, hij dan een gewoonte, een routine zou kunnen gaan opbouwen. En dat hij zo’n zin zou krijgen in dat kopje koffie, dat hij intrinsiek gemotiveerd zou raken om z’n bed uit te komen. Tja, je bedenkt gekke oplossingen als het gewone niet werkt.

Dus ik heb de afgelopen maanden heel wat kopjes koffie gezet om 05.15 uur ‘s morgens. En denk jij nu: ‘gekke Henkie!’ dan heb je misschien gelijk maar dit was iets dat ik kon doen. Dus ik deed het. Ik bracht hem de koffie en een boterham (anders ontbeet hij niet) en dook daarna meteen mijn bed weer in. Om wakker te liggen tot ik zijn brommer hoorde starten. Pas dan kon ik ontspannen en proberen weer te gaan slapen.

Hij leerde, ging eerder slapen en kon steeds beter wakker worden op het moment dat de wekker ging. En opstaan ging ook steeds beter. Waar hij in het begin op het nippertje de deur uitging en kantje-boord op tijd kwam, is hij de laatste tijd steeds mooi op tijd weg. 

Auto vol geladen

En vandaag vertrok hij dus ook op zijn brommer. Op naar ‘op mezelf wonen’. Wij hadden de auto vol geladen. Hij had er echt zin in. En ik? Ik ben ervan overtuigd dat het goed is dat hij op zichzelf gaat wonen. Wij hebben hem alles geleerd wat hij van ons wilde leren. Hij kan koken (en lekker ook!), de was doen, stofzuigen (al doet hij het niet vaak) en hij weet dat de dag opstarten met een lekkere bak koffie een goed idee is.

Hij zal vast wel eens noodles als avondmaaltijd nemen of ander studentenvoer. En er zal vast wel eens iets mis gaan maar hebben we dat niet allemaal gehad toen we net op onszelf gingen? Laat het hem maar doen. Hij leert het wel. Net als wij het geleerd hebben. Ondertussen hoop ik dat hij bij ons komt als hij hulp nodig heeft en dat hij niet te lang in z’n eentje blijft modderen als hij ergens niet uitkomt. Gelukkig gaat de ambulante begeleiding gewoon door. Dat geeft ook vertrouwen.

Maar ik mis hem vandaag al meteen. Je sluit toch een periode af en ik heb hem gewoon graag om me heen. Al zat hij veel op zijn kamer, hij was er wel.
Nu ik er zo over nadenk, ik mis de andere jongens ook als ze er niet zijn.
Mag toch?! Vast iets met ‘leeg nest’ al voelt het met deze nét even anders dan bij de anderen.

Slechts twee weken later

Het lijkt wel of het gewoon niet rustig kan worden. Misschien herkennen meer ouders van kids met autisme dat. We zijn nog maar twee weken verder en we  hebben bericht gekregen dat Jados dat hun begeleiding stopt. Het staat los van de indicatie. Jados stopt met het begeleiden van hulpvragen zoals wij die hebben. Ik merk dat dit bericht me naar de keel grijpt. Want wat nu? Wie gaat het overnemen? Het heeft maanden geduurd, eer hij voldoende vertrouwen had in zijn ambulant begeleider. Nu gaat het hele proces weer opnieuw beginnen. Ik baal daarvan!

En ik mag me nergens mee bemoeien van hem. Hij is volwassen, hij kan het zelf. 

Ondertussen bezorgd de postbode een brief van school. ‘Aan de ouders en verzorgers van’. Het is een kopie van een brief die hij ook gekregen heeft en het gaat over zijn verzuim…. 

Verder gaat het zelfstandig wonen prima. Hij komt zo nu en dan bij ons eten en blijft dan gezellig napraten. Echt genieten is dat. Moet ik wel oppassen dat ik hem niet het hemd van het lijf vraag. Ik weet het niet hoor, maar loslaten is nog niet zo makkelijk en dat anders vasthouden heb ik ook  nog niet onder de knie.

Mijn persoonlijke ervaringen

Al laat ik niet alle teksten goedkeuren, mijn zoon weet dat ik over mijn persoonlijke ervaringen schrijf. Hij laat me mijn gang gaan, vindt het niet zo boeiend. Wil je meer lezen? Hier vind je een overzicht met verschillende blogs, reviews en interviews. Wil je een keer sparren? Overleggen of ik iets voor je kan betekenen? Vul dan het contactformulier in en ik mail je snel terug.

Ik weet niet hoe vaak ik dit al gezegd heb:
“Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat”
Dan gaat het dus niet perfect maar ik vind dat prima. Of is perfectie wel belangrijk voor jou?

Met deze blog wil ik graag mensen moed inspreken. Vooral die mensen die streven naar perfectionisme. Veel mensen met autisme hebben de drang naar perfectie. En dat maakt het leven een stuk zwaarder. Herkenbaar?

Lieve mensen, perfectie behalen is een zeldzaamheid!

over perfectie


Misschien is perfectie in de bloemenwereld goed mogelijk, maar verder……??
Zeg nou zelf: wanneer is iets perfect?
Wanneer jij het perfect vindt? Ja vast wel.
Hoe hoog leg je dan de lat? Vraag je niet veel te veel van jezelf?

Jongeren

Perfectie is vaak een illusie. Bijna onhaalbaar. Jongeren zien die zogenaamde perfectie op sociale media. Ik maak me daar wel zorgen om. Jongeren die er ‘perfect’ uit willen zien: slank, mooie make up, prachtige nagels. Of misschien een getraind en fit lichaam. Ze zien de leukste tiktok dansjes en vergeet de droom vakanties niet. Ergens weten we allemaal wel dat perfectie niet bestaat en dat iedereen die mooie plaatjes post, ook wel eens een bad hair day heeft of dikke vette pukkel op z’n neus. We weten het wel. Maar we zien die mooie plaatjes. En dat willen we dan ook. Maar ja, is dat dan het perfecte leven?

Perfectie belangrijk of chronische stress?

Het lastige van streven naar perfectie is, dat je steeds hogere eisen aan jezelf gaat stellen. En daarmee bereik je de perfectie dus nooit. Wat je wel bereikt is chronische stress. En stress kost enorm veel energie, dat is algemeen bekend. En laten veel mensen met autisme nu nét een gebrek hebben aan energie? Of eigenlijk is het andersom. De energie hebben ze wel. Maar activiteiten kósten hen vaak meer energie. Waardoor mensen met autisme meer hersteltijd nodig hebben.
En so what? Dat is toch oké. Ieder mens is anders en je mag zijn zoals je bent.

De houdbaarheid van perfectie

En nog iets: hoe lang heb je er plezier van dat iets perfect is? Een schilderij dat perfect recht hangt, kun je jaren plezier van hebben, dat klopt. Maar daar heb je dan ook een waterpas voor. Die perfectie is niet zo ingewikkeld. Een perfecte dag is wél ingewikkeld. Net als een perfecte tekening of een perfect gekookte maaltijd. Het probleem met perfectie is, dat perfectie maar even duurt en dan is er weer de stress van de volgende. Na die ene perfecte maaltijd komt er weer een nieuwe maaltijd om te koken. En om altijd perfect te functioneren is onhaalbaar.

Wat als

Wat als de bewondering van anderen zou voldoen? Wat als jij ervan overtuigd bent dat ‘goed’ ook werkelijk goed genoeg is? Wat als bewondering van anderen én jouw gevoel van goed niet allebei nodig is. Wat als één van beide zou volstaan?
Zou mooi zijn toch?
Ik gun het iedereen.

Belemmerende overtuiging

Het nare met de drang naar perfectie is, dat er vaan belemmerende overtuiging dwars liggen. Overtuigingen die zeggen dat het beter moet. En dat die overtuigingen nogal hardnekkig in je hoofd kunnen zitten. Om die overtuigingen eruit te krijgen, is tijd en wat kracht nodig. Kracht om positieve overtuigingen de plek in te laten nemen van de negatieve overtuigingen. Zoals in mijn geval:
Ik ben geen 30 meer dus ik hoef er ook niet uit te zien als een 30 jarige. Mijn rimpels zijn oké, ik heb maat 40-42 en ja, ik word langzaamaan grijs.
Dat is het leven en dat is prima.
Positieve teksten (affirmaties) zoals deze herhalen, helpt bij het accepteren van wat is. En het is toch ook normaal om grijs te worden, niet dan?!

Hieronder wat affirmaties die je kunnen helpen:

✅ Ik vind het goed, dus is het goed
✅ Het is nog niet naar mijn zin, maar ik leer en dat is mooi
✅ Ik leer, dus ik doe het prima
✅ Imperfectie geeft ruimte voor groei
Perfectie is saai dus daar doe ik niet aan mee
Je weet er vast nog wel een paar te verzinnen.

Praat erover

Stel dat het streven naar perfectie zo vast zit in jou, dat het je niet lukt om daar zelf los van te komen. Bijvoorbeeld door het gebruik van affirmaties. Dat kan hè! Niks mis mee.

Dan raad ik je aan om met anderen te gaan praten. Dat hoeft niet meteen een psycholoog te zijn. De wachtlijsten zijn natuurlijk dramatisch dus ga daar niet op wachten. Ga eens praten met een bekende. Een vriend of vriendin, familie of een collega. Maak het niet te zwaar maar ga gewoon eens van gedachten wisselen. Vraag hoe de ander omgaat met het streven naar perfectie. Vertel de ander jouw verhaal. Misschien helpt dat al een beetje. ‘Een beetje’ is voor een begin al goed genoeg.

Dit denken over perfectie geef ik ook mee aan de jongeren die ik coach. Er is geen perfecte opleiding, overal zitten onderdelen aan die je minder leuk zult vinden. Dat hoort erbij. Er is geen baan die perfect is tot je pensioen. Je zult blijven ontwikkelen en daardoor zul je in de toekomst andere wensen hebben. Dat is normaal.

Kijk naar wat er nu bij je past, waar je nu blij van wordt. En ga van daaruit verder. Geen idee waar je nu blij van wordt? Laten we een afspraak maken. Dan kijken we of ik wat voor je kan doen. Bijvoorbeeld jou helpen om stap voor stap te onderzoeken waar jij blij van wordt. Gaandeweg word jij zelfverzekerder en ga jij met vertrouwen je eigen keuzes maken.

Dit is geen perfecte blog

Er zullen vast hier en daar stukken tekst beter kunnen. Dit is geen perfecte blog. Maar het is goed genoeg. Vind je er iets van? Laat dan een reactie achter. Tips, tops, het mag allemaal.

Op LinkedIn en Instagram post ik geregeld over wat ik meemaak in mijn praktijk. Daar geeft ik tips en post ik soms een kritische vraag.

Jolijn is radiodiagnostisch laborant en ze heeft autisme, Ze combineert haar beroep met haar gezin dat bestaat uit haar man en 3 kinderen, een drieling. 

Beroepen met autisme
Jolijn en de drieling

Waarom hierover schrijven?

Met deze blogs hoop ik mensen met autisme te inspireren, zodat ze zich gaan realiseren dat er heel veel beroepen mogelijk zijn. En zodat ze een beroep of studie kiezen waar ze blij van worden. Er zijn zoveel beroepen, je kunt je er bijna geen voorstelling van maken. Een beetje inspiratie en hulp kan echt geen kwaad. Nu in augustus 2022, telt de website van hbo.bachelors alleen al 2255 opleidingen, 80 onderwijsinstellingen en 1500 open dagen. Ga er maar aan staan!

Scholieren volgen via school een Loopbaan Oriëntatie en -Begeleiding (LOB) programma. Veel jongeren met autisme krijgen dan het advies om een studie te kiezen waardoor ze na het afstuderen kunnen werken in een gestructureerde omgeving, waar ‘sociaal zijn’ geen must is en waar herhalend werk de norm is. Want ja, dat past toch bij autisme?
Herkenbaar?
Maar wat als je van wél van afwisseling houdt maar gedoseerd? Wat als je het juist leuk vindt om met mensen te werken maar gedoseerd? Geloof me, ook jij kunt jouw droom waarmaken. Daarom schrijf ik hierover. Vind je droombaan, net als Jolijn.

Jolijn: moeder, partner en radiodiagnostisch laborant

Zodra ze vertelt dat haar drie kinderen een drieling vormen, ben ik meteen vol bewondering. En ik denk: Autisme en een drieling: hoe dan?! Maar Jolijn vertelt dat een gezin met een baby-drieling juist om structuur vraagt en dat dit dus best goed te doen was. Maar nu de kinderen ouder worden (ze zijn inmiddels bijna 12) en ieder hun eigen gang gaan, de structuur soms ver te zoeken is. En dat dit eigenlijk lastiger voor haar is dan toen de kinderen nog klein waren. Ik denk dat ik het snap en toch…. ik bewonder haar. Chapeau Jolijn!

Diploma maar geen baan

Jolijn is eerst HBO Technische natuurkunde gaan studeren en studeert af op haar 21e. De studie vindt ze leuk en ze werkt aansluitend een half jaar via een uitzendbureau. Het zijn banen die passen bij haar studie maar een vaste baan zit er niet in. Dat komt om het zichzelf staande houden in een mannenwereld en goed voor zichzelf opkomen, lastig blijkt te zijn. Jolijn zoekt naar mogelijkheden en komt uit op de in-service opleiding tot radiodiagnostisch laborant.  Ze gaat één dag per week naar school en werkt daarnaast 4 dagen om het vak in de praktijk te leren. Nu noemen we dat de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL).

Jolijn rond ook deze opleiding af en een aantal jaren later specialiseert ze zich in het maken van MRI’s (magnetic resonance imaging). Ze werkt fulltime totdat in 2011 de kinderen geboren worden. Daarna gaat ze parttime werken. 

Radiodiagnostisch laborant en autisme

Doorzetter

Ondanks dat Jolijn parttime gaat werken, raakt ze uiteindelijk toch overspannen. Tijdens haar herstel zegt de bedrijfsarts nog: Jij komt niet meer helemaal terug. Maar Jolijn geeft niet op, ze is een doorzetter. En met kleine stapjes weet ze wél weer helemaal terug te komen.

Diagnose autisme

In 2015 gaan de kinderen naar school en na een tijd heeft één van de kinderen dusdanige problemen, dat therapie nodig blijkt. Tijdens deze therapie krijgt Jolijn het advies om zelf ook therapie te gaan volgen. Jolijn blijkt een milde chronische depressie te hebben en een angststoornis. Daarvoor volgt behandeling. De behandeling lijkt niet te werken en Jolijn wil zichzelf graag laten testen op een autisme spectrum stoornis. Ze krijgt op haar 38e de diagnose ASS. Een lang verhaal in een notendop.

Hoe gaat het nu?

Met het ouder worden lijkt het of het hoofd voller wordt en dat ze meer tijd nodig heeft om te herstellen na een drukke dag of een drukke periode. Dat heeft de nodige invloed op haar leven. Ze vergelijkt het met een muurtje van duplo blokken. Jolijn legt dit zo uit:

Elke dag begint ieder mens met z’n eigen duplomuurtje. Voor mensen met autisme is dit een muurtje waar al blokken van verdwenen zijn. Activiteiten kosten blokjes. Bij een laag muurtje zijn je blokjes dus al snel op. Dan ga je dus die blokjes gebruiken die ergens in een hoek liggen maar dat zijn eigenlijk je reserve blokjes. Die moet je dus niet teveel gebruiken, want dan teer je teveel in op je reserves. Op je energie dus.

Op donderdag en vrijdag is Jolijn’s duplo muurtje ’s morgens al laag. Dan heeft ze een aantal dagen gewerkt en blokjes verbruikt. Het is tijd om rustig aan te doen en te herstellen zodat ze haar muurtje weer op kan bouwen.  Jolijn heeft ‘een schat van een teamleider’ zoals ze zelf zegt. Een teamleider die meedenkt en dat waardeert Jolijn enorm. Jolijn draait geen avond-, of weekenddienst meer maar wel nachtdiensten. Hoewel haar slaapritme anders is geworden, is het goed vol te houden omdat de diensten een stuk minder hectisch zijn. Er zijn genoeg collega’s die nachtdiensten niet fijn vinden. Zij hoeven dan minder nachtdiensten te draaien en zo help je elkaar. Jolijn draait diensten voor de MRI, waardoor het werk voorspelbaar en gestructureerd is. Dat kost minder energie. Er is meer dan genoeg afwisseling in het werk door de onverwachte situaties die er voorkomen. Zoals Jolijn haar werk nu indeelt, kan ze 24 uur per week werken.

Autisme & collega’s

Jolijn is heel open over haar diagnose. Ze heeft haar diagnose ook gedeeld op haar werk. En ze is niet de enige met autisme in het team. Ze heeft nog twee collega’s die ook een diagnose ASS hebben. Het mooie van deze openheid is, is dat je gaat zien welke overeenkomsten mensen met een diagnose hebben én welke verschillen. Jolijn is niet alleen open over de diagnose maar ook over waar ze goed in is aan de ene kant en wat te veel energie kost aan de andere kant.

Voorheen ging ze veel over haar grenzen heen. Tegenwoordig weet ze die beter te beschermen. Ze heeft dan ook heerlijk werk. Zelf zegt ze daarover: ‘Ik ben zo ingeburgerd in het werk dat ik niet meer ergens anders zou willen werken’. 

Autisme en empathie

Op mijn vraag ‘Wat zijn kenmerken vanuit het autisme waar je baat hebt bij de uitvoering van je werk?’ antwoord Jolijn: 

  • Creatief denken
  • Nauwkeurigheid 
  • 3D inzicht
  • Volgens de regels werken
  • Empathie

Empathie verwachten veel mensen niet bij mensen met autisme. Maar dat is een misvatting. Heel vroeger ging men ervan uit dat mensen met autisme niet empathisch kónden zijn. Die conclusie trok men omdat kinderen met autisme niet (snel genoeg) een adequate reactie lieten zien tijdens onderzoek. Dit soort onderzoeken worden al sinds de 2e wereldoorlog gedaan. De Oostenrijker Hans Asperger deed er onderzoek naar en ook de Nederlandse orthopedagoge Ida Frye (1909-2003) deed onderzoek naar autisme. Zij wordt zelfs gezien als één van de grondlegers van autismeonderzoek. Pas de laatste jaren wordt er meer bekend over autisme in relatie met empathie maar ook over vrouwen met autisme. In 2017 werd er door Pouw, Rieffe, Oosterveld, Huskens & Stockmann nog een publicatie gedaan met als titel Meisjes met autisme, hoe empatisch zijn ze? In mijn eigen omgeving heb ik twee mensen met autisme die juist heel zorgzaam zijn. Dus hoezo geen empathie? En ook het boek de jongen die teveel voelde, gaat over voelen en empathie. Een boek dat stof heeft doen opwaaien en zeker de moeite waard om te lezen!

Lastige ASS kenmerken

Er zijn natuurlijk ook kenmerken vanuit het autistisch spectrum waar Jolijn last van heeft. Bijvoorbeeld gevoeligheid voor geluid en te veel hectiek vreet haar energie. Jolijn gebruikt dan ook oordopjes om lawaai te reduceren en in de pauze zoekt ze een rustig plekje op. Het komt ook voor dat ze wat langer pauze nodig heeft dan de 15 minuten koffiepauze die voor iedereen geldt. Jolijn is dol op lezen, dus ze trekt zich in de pauze geregeld even terug met een boek. Even niet sociaal hoeven doen en helemaal ontspannen. Collega’s snappen dat en geven haar de ruimte om af en toe 5 à 10 minuten langer rust te nemen. Nachtdiensten zijn minder hectisch dan dag-, of avonddiensten, dus dat werkt ook goed.

Radiodiagnostisch laborant en autisme
Ontspannen in de pauze

Patiënten met autisme

Jolijn komt in haar werkt ook patiënten tegen waarvan ze een vermoeden heeft dat die ASS zou kunnen hebben, want zeker weten doe je dat natuurlijk niet. De meeste mensen benoemen dat niet meteen. Jolijn merkt het bijvoorbeeld wanneer patiënten die zich door angst en stress star gaan gedragen. Er zullen vast ook mensen zonder ASS zich star gedragen, maar bij bepaald gedrag krijgt Jolijn een vermoeden en let ze wat extra op. Jolijn weet wat het is om angst te hebben. En ze weet dat de onderzoeken die zij doet, voor veel mensen nieuw is, en dus angst kunnen oproepen. Ze heeft er een gewoonte van gemaakt om stap voor stap te vertellen wat ze gaat doen. Als een soort ondertiteling van hetgeen er gaat gebeuren, wat helpend is voor iedere patiënt, maar zeker voor patiënten met ASS. 

Helemaal op haar plek

Drie aspecten die Jolijn leuk vindt aan haar werk zijn: het patiëntencontact, de techniek en de mogelijkheid om af en toe eens op een andere (rustigere) locatie te werken. Ze vindt niks leuker dat iemand helpen. Combineer dit met het leuke team waar ze in zit en ze zit helemaal op haar plek. 

Informatie over de opleiding

De opleiding tot radiodiagnostisch laborant is een Beroepsbegeleidende leerweg. Dat wil zeggen dat je in dienst komt van een ziekenhuis en daar ook je Beroeps praktijkvorming (BPV) doet. Oftewel: het werken in de praktijk. Tijdens de opleiding krijg je vakken zoals ziekteleer, radiologie, instelkunde, techniek en anatomie/fysiologie.

Om deze opleiding te kunnen doen heb je een HAVO of VWO diploma nodig, bij voorkeur met wiskunde en natuurkunde. Je moet minimaal 17 jaar zijn en er wordt van je verwacht dat je nauwkeurig kunt werken. Als 17 jarige kun je dat misschien nog niet, dat is geen probleem. Als het je tenminste leuk lijkt om dat te leren. Het zelfde geldt voor zelfstandigheid. Zelfstandigheid is ook belangrijk omdat je al tijdens je opleiding zelfstandig onderzoeken gaat uitvoeren. Onderzoeken zoals röntgenfoto’s en CT-scans maken. Daarna kun je je vaak ook specialiseren in bijvoorbeeld MRI-scan of echo.

Als je wilt deelnemen aan zo’n opleiding dan moet je solliciteren. Type in je browser: ‘opleiding radiodiagnostisch laborant’ en google laat je verschillende ziekenhuizen zien die opleidingsplaatsen bieden. Na je opleiding kun je meestal blijven werken in het ziekenhuis waar je je opleiding gedaan hebt. Maar je kunt er ook voor kiezen om over te stappen naar een ander ziekenhuis. Bijvoorbeeld van een regionaal ziekenhuis naar een academisch ziekenhuis of zelfs naar Defensie. Want ook daar werken ze met radiodiagnostisch laboranten.

Radiodiagnostisch laborant & autisme

Positieve verhalen vertellen over mensen met autisme vind ik belangrijk. Ik vind dat autisme bewustzijn met alle mooie en minder mooie kanten, een stuk mag verbeteren. Daarom schrijf ik dit soort verhalen. Verhalen van echte mensen, niet geromantiseerd of mooier gemaakt dan het is. En heb je autisme en wil je in het ziekenhuis werken maar geen verpleegkundige worden? Dan is radiodiagnostisch laborant misschien wel iets voor jou.

Heb je een ander beroep en wil jij jouw verhaal ook verteld hebben? Stuur dan een mailtje via het contactformulier. Ik maak graag een afspraak met je voor een interview. Gewoon doen, ik maak graag kennis met je en je helpt er anderen mee!

In de blogserie Beroepen & studies interview ik mensen met autisme die een beroep uitoefenen of een studie volgen. Dit keer interview ik Laura, student Ervaringsdeskundige. Laura van Dijk is 43 jaar, heeft een zoon van 13 en een hond. Ze heeft eerder de opleiding Sociaal pedagogisch werk gedaan met de uitstroom kinderopvang.

Met deze blogserie wil ik als studiekeuzecoach voor jongeren met autisme, laten zien dat er heel veel mogelijk is. En dat je diagnose niet betekent dat je zou moeten kiezen voor een beroep in de ICT of op een laboratorium. Iets dat veel mensen een logische gedachte schijnen te vinden als je autisme hebt.

Laura, student Ervaringsdeskundige

Laura van Dijk zit nu aan het eind van het 1e jaar Ervaringsdeskundige niveau 4 en het bevalt haar prima. Ze loopt stage bij een GGZ instelling op de crisis afdeling. Cliënten die daar komen, hebben last van zware depressies, angststoornissen en/of een psychische gevoeligheid.

Wie is Laura?

autistic.lautie Laura van Dijk

Laura is moeder van een hoogbegaafde puber met autisme. Dany had van baby af aan al bijzonder gedrag. Hij was slim, erg beweeglijk en liep op zeer jonge leeftijd. Een echte handenbinder. Laura en haar zoon zien veel hulpverleners maar niemand kan Laura goed helpen met de opvoeding en begeleiding van haar zoon. Haar zoon wordt door verschillende professionals gezien, maar een diagnose wordt er niet gesteld. Laura runt op dat moment een goed lopende nagelstudio en besluit zich om te laten scholen naar sociaal pedagogisch medewerker. ‘Ik laat me omscholen, dan doe ik de kennis op die ik nodig heb om mijn kind te begeleiden en dan komt het wel goed’, was haar gedachte.

Op dat moment heeft Laura zelf nog geen diagnose maar is natuurlijk wel autistisch én heeft ADHD. In haar hoofd leek het eenvoudig. Een bijzonder kind opvoeden, met een eigen nagelstudio, een opleiding en stage. Ze ging het gewoon doen. Dat het teveel werd, is achteraf gezien niet zo heel raar. Laura komt in een autistische Burn-out terecht.

Informatie verwerken

Informatie dat bij Laura binnenkomt en hoe ze die verwerkt, gaat anders dan in een niet-autistisch brein. Ze beschrijft het als volgt: ‘Stel, ik denk na over een onderwerp en zie dat als een boom, vervolgens gaan mijn gedachten allerlei kanten op, als de takken van de boom. Dan heb je het over een wirwar van gedachten en nieuwe onderwerpen. En dan ben je er nog niet. Ik heb dan ook weer gedachten over de gedachten, zie die als de blaadjes aan de takken. En denk je dan eens in dat ik in een bos sta. Dat is mijn wereld.’ Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ben onder de indruk.

autisme, informatieverwerking als een boom in een bis

Het diagnose traject

Ondertussen is het 2013 en is ze nog steeds op zoek naar de juiste hulp en begeleiding voor haar zoon. Totdat ze bij een organisatie kwam die zei: ‘We gaan met jou beginnen’. Laura is eerst verbaasd maar gaat mee in het voorstel. Laura wordt getest en uit dat onderzoek komt autisme en ADHD. Laura krijgt helaas zelf geen begeleiding. Zij gaan verder met Dany en Laura moet zelf op onderzoek uit. Ze leest veel en gaat andere ervaringsdeskundigen volgen via social media. Haar eigen ervaringen deelt ze op Instagram.

Laura zit inmiddels vijf en half jaar in een autistische burn-out als zij op zoek gaat naar een nieuw doel in haar leven. Wanneer ze in gesprek is met haar stagebegeleider over haar Instagram account @autistic.lautie wordt ze op het idee gebracht om de opleiding Ervaringsdeskundige te gaan doen. ‘Echt wat voor jou’ krijgt ze te horen.

Stage

Laura schrijft zich in voor de opleiding Ervaringsdeskundige niveau 4 en ze gaat op zoek naar een stagebedrijf. Dat lukt en in haar stage ondersteunt ze een team van professionals waarvan één de functie van ervaringsdeskundige heeft. ‘Niets leukers dan iemand helpen’ vindt Laura. En die mogelijkheid heeft ze op haar stage genoeg. Ze is boventallig en daarom kan ze haar eigen werkdag indelen.

Autisme in het werk

Laura is met name gevoelig voor overprikkeling. Hier hebben veel mensen met autisme last van. Plotselinge veranderingen zijn niet prettig. Wanneer collega’s onrustig zijn, bijvoorbeeld door een storm, pikt Laura dit op. En wanneer een collega een vrolijke sfeer wil creëren door de radio plotseling hard aan te zetten, zorgt dit ook voor een overkill aan prikkels.
Haar autisme vraagt bescherming tegen overprikkeling maar haar ADHD vraagt om actie. Zie dat maar eens in balans te houden.

Voordelen van autisme

Voordelen van Laura’s eigenschappen vanuit haar autisme & ADHD zijn er zeker ook. Zo kan Laura goed analytisch denken, is ze een kei in het observeren van gedrag van de cliënten en Laura denkt altijd 7 stappen vooruit. Dat is weer erg handig bij het bepalen van haar dagprogramma. Dat zit zo: Laura is er voor de cliënten. Dus om haar dagprogramma te bepalen, kijkt Laura wat het programma is voor de cliënten. Heeft de cliënt een gesprek op het programma staan, probeert Laura in te schatten of het een makkelijk of lastig gesprek zal zijn. Misschien een gesprek waar de cliënt tegenop ziet. Laura plant dan van tevoren een contactmoment met die cliënt in. Zodat de cliënt alvast wat emotie of zorg kan uiten.

Doorzetter

Zoals veel mensen met autisme is Laura echt een doorzetter. Op de vraag ‘Wat heb jij voor op collega’s zonder autisme’ antwoordt ze: ‘Ik kan niet in-the-box denken, ik denk altijd out-of-the-box’.
Doordat Laura zelf het één en ander heeft meegemaakt én autisme heeft, sluit ze gemakkelijk bij cliënten aan. Cliënten voelen zich daardoor snel gehoord.

Andere kijk

Door haar autistische brein heeft ze een andere kijk op dingen. Objectiever en wat meer vanaf een afstandje, zou je kunnen zeggen. Wanneer haar tijdens een observatie iets is opgevallen, noteert ze dat in het rapportagesysteem. Zo kunnen haar collega’s hun begeleiding daarop aanpassen.

Vier leuke aspecten van ervaringsdeskundig begeleider volgens Laura:

  • Het in contact zijn met mensen,
  • De reactie die ik krijg als ik voorbeelden geef waar cliënten zich in herkennen,
  • Het werk op zich, mezelf ontwikkelen,
  • Iedere dag is anders.

Samenwerking met collega’s

Laura ervaart haar team als een fijn team dat overal voor open staat. ‘Ze zijn heel open-minded’.
Om prettig te kunnen werken is het voor Laura belangrijk dat haar collega’s helder zijn in de verwachtingen. Bijvoorbeeld als het extra druk is op de afdeling. Dan wil Laura het liefst concrete opdrachten, omdat het voor haar lastig is om tijdens hectische momenten prioriteiten te stellen en juist dat te gaan doen waar haar collega mee geholpen is.

Waarom opleiding Ervaringsdeskundige?

Nadat Laura zelf haar diagnose had gekregen, voelde ze zich met een kluitje in het riet gestuurd. Men kon nu verder met onderzoek doen naar een diagnose voor haar zoon. Maar voor Laura zelf werd niets gedaan. ‘Nu je weet wat het is, nu kun je verder’. Maar zo werkt het niet, vertelt Laura. Daarom ging ze zelf op onderzoek uit. Het boek “Dit is autisme” van Colette de Bruin werd voor Laura haar Holy Grail. ‘Het is een geweldig boek, als je iets wil uitleggen over autisme’.

Lotgenotencontact was enorm helpend in de verwerking van de diagnose. Het accepteren van de diagnose bleek een heel rouwproces. Ze moest tenslotte afscheid nemen van een toekomst die ze voor zichzelf had gezien. Dit waardevolle contact wil ze ook voor lotgenoten zijn. ‘En het arbeidsperspectief is erg positief. Dat is ook een reden waarom ik heb gekozen voor deze opleiding’.

Anders

Op de vraag: “Als je nu terug kijkt naar je studie SPW, zijn er dan dingen die je nu anders doet in je opleiding Ervaringsdeskundige?”, is haar antwoord: ‘Zeker zijn er dingen die ik anders doe. Destijds was ik 30 jaar en on-gediagnostiseerd. Toen wilde ik alles Uber-perfect. Mijn plichtsbesef is groot en dat zorgt ervoor dat ik alles wil doen en alles meer dan goed wil doen. Nu leg ik de lat lager en pak ik het anders aan. Ik doe kleinere stukjes tegelijk en zoek naar zekerheid en voorspelbaarheid. Die zekerheid biedt mij rust’.

Succes

Je kent deze waarschuwing misschien wel: In het verleden behaalde successen, zijn geen garantie voor de toekomst. Maar wat denk je van: In het verleden mislukte initiatieven zijn geen belemmering voor een succesvolle toekomst! Laura zegt hierover: Hoe jong of hoe oud je ook bent, empowerment kan altijd!
Geloof in jezelf en ga ervoor! En daar sluit ik me graag bij aan.

Weetjes over de opleiding

opleiding ervaringsdeskundige
Boeken van Laura’s opleiding Ervaringsdeskundige

Hoezo een opleiding ervaringsdeskundige?

Wanneer je een diagnose autisme hebt of je bent depressief geweest, dan bén je toch al ervaringsdeskundige? Daar hoef je toch geen opleiding meer voor te volgen?
Wel dus en dat zit zo:
Als persoon doe je ervaringen op die jou tekenen. Dat kan van alles zijn. Van anorexia, autisme tot mishandeling. Wanneer je trauma’s hebt opgelopen ben je ook ervaringsdeskundig. Denk bijvoorbeeld maar eens aan al die kinderen die ooit uit huis geplaatst zijn. Of die jongeren die in een gesloten jeugdinstelling hebben gezeten. Wanneer je (grotendeels) herteld bent van je trauma’s, wanneer je hebt leren omgaan met je verdriet en pijn, dan ben je ervaringsdeskundige, maar nog niet opgeleid om anderen met een trauma te begeleiden. En dát leer je in de opleiding Ervaringsdeskundige.

Student Ervaringsdeskundige

Als student ervaringsdeskundige word je voorbereid op een functie van ervaringsdeskundig begeleider. Je kunt de opleiding zowel op HBO als op MBO niveau doen, dus er is altijd een opleiding die past bij jouw vooropleiding. Het is van belang dat je een balans hebt gevonden in je eigen herstelproces, want pas dan kun je er zijn voor anderen. Als ervaringsdeskundig begeleider ondersteun je mensen in het vinden van hun eigen weg in de samenleving. Hoe mooi is dat!

De opleiding wordt duaal (HBO) en BBL gegeven. Je gaat dus werken en studeren tegelijk. Je krijgt vakken als psychologie, sociologie, agogiek en ethiek. Maar denk ook aan krachtgericht werken, innoveren en profileren (vakken HBO). Presentie benadering, psychische verschijnselen, empowerment en methodische gespreksvoering zijn vakken die bij de MBO opleiding genoemd worden.

Voor deze opleiding ga je één dag per week naar school en werk je daarnaast 16 tot 32 uur. Dat kan per school verschillend zijn. De opleiding wordt door het hele land gegeven. Ga vooral op zoek naar een school waar jij je prettig voelt maar als voorbeeld vind je hier informatie van Fontys Hogeschool en hier informatie van het Summa college

Ben je benieuwd welke opleidingen of beroepen er nog meer verschenen zijn in de blogserie Beroepen & studies? Lees dan deze blog over het beroep van bewegingsagoog of de blog over de studie Dramatherapie. Allemaal persoonlijke verhalen van (tot nu toe) vrouwen met autisme.

Studie kiezen

Heb je autisme en heb je zin om aan de slag te gaan met je studiekeuze, dan help ik er graag bij. Vul het contactformulier en ik mail je snel terug. Wil je mij eerst wat beter leren kennen, kijk dan op mijn Wie is Joyce pagina of volg me op Instagram joyce@JHob of LinkedIn

Je hebt een deadline en maakt natuurlijk een planning. Maar je eraan houden is iets anders. Herken je dat? Geen loze beloften, deze tips gaan je echt helpen.

Wat ik met je wil delen is niet uit boekjes gejat. Het is wat werkt voor mij. En ik ben ervan overtuigd dat het ook kan werken voor jou. Lees verder en ga het uitproberen!

Papieren planning versus digitale planning

Veel mensen maken zelf een planning, los van hun agenda. Dat is hartstikke goed, want zo houd je overzicht. Ik pleit voor een week én een maandoverzicht. Gebruik ook een digitale agenda, zou ik zeggen. Je telefoon heb je tenslotte altijd bij je. Daar kun je schakelen tussen een dag, een week en een maandweergave. Handig, want zo kun je die weergave die op dat moment nodig is, erbij pakken .

Maak van je zelfgemaakte maandplanning ook een papieren versie en print die uit. Echt superhandig. Wanneer je op één dag meerdere afspraken hebt, dan zie je die niet allemaal meer terug in een digitale maandweergave. Je moet dan overschakelen naar de dag-, of de weekweergave. Daarom is een maandplanning op papier echt een must om overzicht te houden. Heb je er wat geld voor over, dan is de KRACHTplanner heel handig. En moet je zuinig aan doen, dan heeft de Hema ook handige alternatieven. Tot zover een stukje plannen en planners in het algemeen.

Zelf haal ik de deadline altijd. Zonder probleem.
Mijn tactiek adviseer ik altijd aan de mensen die ik coach, maar het is geen geheim. Ik deel het graag met je. Het gaat je gegarandeerd stress schelen.

Ik heb je 3 gouden tips beloofd om je deadline te halen. Dit zijn ze:

  1. Maak een opzetje
  2. Plan de inleverdatum eerder in
  3. Plan meer werkmomenten in

Lees onder de foto verder voor de uitleg.

3 gouden tips deadline

Opstarten lastig?

In mijn praktijk hoor ik vaak terug dat mensen het lastig vinden om met een opdracht te starten. Het is zelfs een belangrijk struikelblok waardoor men zich niet aan een planning kan houden. Zeker mensen met autisme vinden starten vaak lastig, omdat veel van hen (geldt niet voor iedereen) vanaf het begin af aan alles helder willen hebben. Duidelijkheid is voor hen nodig om te kunnen beginnen.

Duidelijkheid is nodig over de stappen die ondernomen moeten worden. Ze ook willen weten wat concreet de criteria zijn en ze willen weten of de inhoud die ze zelf willen gaan gebruiken, voldoet aan die criteria. Om maar een paar voorbeelden te noemen.

De 1e gouden tip

Maak eerst alleen een opzetje.

Simpeler kan het niet. Natuurlijk maak je aantekeningen als de opdracht gegeven wordt. (Is notities maken en luisteren tegelijk lastig? Maak dan een geluidsopname.) Start na de instructie met het maken van een opzetje. Ik doe dat altijd. Gewoon een klein beginnetje. Het liefst dezelfde dag nog. Dan zit de informatie nog vers in mijn geheugen. Lukt het je niet meteen, plan dan dezelfde week nog een moment is. Je hebt niet meer nodig dan een half uur.

Tenzij de inspratie begint te stromen natuurlijk. Dan zal ik niet zeggen dat je moet stoppen. Werk dan vooral lekker verder! Stop zodra je merkt dat de inspiratie weg is. Accepteer dat het oké is. Je bent begonnen! Yeahhhh

Wanneer je een opzetje hebt gemaakt, wordt vanzelf duidelijk waar je nog vragen over hebt. Vervelend? Welnee, juist handig. Je kunt ze direct mailen naar de docent of de opdrachtgever. Je bent er lekker op tijd bij.

Mijn ervaring is dat na de eerste instructie er weer van alles kan gebeuren waardoor ik helemaal de draad van de opdracht kwijt kan raken. Dat is me vroeger meerdere keren overkomen. En dan is beginnen aan de opdracht een drama. Iets waar je tegenop gaat zien, want ja, waar moet je beginnen? Waar ging het ook alweer over? Wat was ook al weer de bedoeling? Je stelt het starten uit, maar het voelt niet goed.

Dat probleem heb ik dus niet, want ik heb dat opzetje gemaakt. Het is veel makkelijker om de draad weer op te pakken als er een opzetje gemaakt is. Pak de aantekeningen en de opdracht er bij, lees je opzet weer door en ik garandeer je dat de inspiratie weer zal gaan stromen. Je bent tenslotte met je vakgebied bezig.

Nr. 2 van de gouden tips:

Plan in je agenda het inleveren van de opdracht één week eerder in dan dat je geïnstrueerd hebt gekregen.

Hè wat??? De deadline naar voren halen? Is dat niet stressverhogend? Nee hoor, juist niet. Dat heeft juist voordelen:

  1. Doe je dit altijd, dan gaat het een goede gewoonte worden.
  2. Heb je de opdracht ingeleverd, dan heb jij geen stress meer. Hoe fijn is dat. Laat je klasgenoten nog maar even ploeteren, jij bent klaar.
  3. Komt er op het laatst toch iets tussen en kun je niet inleveren, dan heb je nog een week! Joepi! 
  4. Je bouwt aan een reputatie waar je blij van wordt. Iedere werkgever wil toch zulke medewerkers?!

Voorwaarde is wel dat je het werken aan de opdracht meeneemt in je planning. Hoe? Lees verder.

Gouden tip 3:

Je hebt een opzetje gemaakt en je hebt de inleveren een week eerder in je agenda gezet. Maar dan ben je er nog niet. De 3e gouden tip is deze:
Plan tussen het opstarten en het inleveren één of twee momenten méér dan dat je denkt nodig te hebben voor de opdracht.

En vergis je niet in de layout. Die kost je stiekem altijd meer tijd dan je denkt. Neem daar gerust 4 uur meer voor dan dat je van plan was. Plan je meer werkmomenten in dan je denkt nodig te hebben, dan geeft dat ruimte. Ruimte om je een keer niet aan de planning te houden, bijvoorbeeld omdat je je niet fit voelt. Of omdat je tijd nodig hebt voor iets anders. Of ruimte om eerder in te leveren, je weet maar nooit!

En heb je geen zin om aan de opdracht te werken? Geef jezelf een schop onder je kont! Je weet toch waar je het voor doet?!! Lees anders de blog 3 Tips om motivatie vast te houden. Dan krijg je jouw motivatie ook weer helder.

Als studiekeuze-, en loopbaancoach vind ik het vooral leuk om dit soort tips te delen. Wat vind je van deze 3 gouden tips? Heb je er wat aan? Zet je reactie hieronder en als je deze blog wil delen op social media: heel graag! Tag mij dan ook even, dan kan ik reageren. Je vindt mij via Instagram en LinkedIn

Uit eigen ervaring kan ik je vertellen dat pubers met autisme niet gemakkelijk zijn. Sterker nog, het opvoeden van een puber met autisme is hartstikke moeilijk!

Zoonlief is gelukkig geen kroegtijger en loopt ook niet ‘s avonds laat over straat. Af en toe drinkt hij een biertje en drugs gebruikt hij niet, heeft geen verkeerde vrienden. So far so good.
Op deze punten hebben we geluk gehad. Wij hebben dus nooit discussies over te laat thuiskomen of over roken. Behalve één keer dan.

Roken

Op zijn 16e stond hij in het zicht van het huis een sigaret te roken. Dat was niet zo handig, want nu hadden we hem meteen door. Nadat we uitgerekend hadden wat roken per week zou gaan kosten en ik een beloning voor het ‘niet roken tot je 18e’ in het vooruitzicht gesteld had, was het meteen gedaan met roken. Ik blij natuurlijk, want als niet-roker wil je echt geen rokende puber in huis. We hebben hier een echte puber-hindernis genomen, zou je kunnen zeggen.

Autisme

Pubers met autisme zijn wel extra een uitdaging. Want wanneer hoort gedrag bij de pubertijd en wanneer hoort het bij autisme? Bijna iedere jongere heeft een periode dat douchen niet bovenaan het prioriteitenlijstje staat. En komt douchen wél op het prioriteitenlijstje dan douchen ze zo lang dat je dáár weer over in discussie moet. En dan hebben we het nog niet over de hoeveelheid shampoo die ze verbruiken.

Kamer opruimen

Neem nou zijn kamer. Veel mensen met autisme houden van structuur en orde. Hij heeft zeker behoefte aan structuur maar orde in de zin van een opgeruimde kamer, vindt hij absoluut niet nodig. Ongelooflijk, wat een puinhoop kan hij ervan maken!

Sokken liggen overal en de vloer ligt vol met kleding, schoenen en tassen. Zijn bureau is een chaos met glazen, schaaltjes en allerlei prulletjes die eigenlijk zo de vuilnisbak in kunnen. Denk aan propjes papier, verpakkingen en andere troep. Hij stoort er zich niet aan, zegt hij.

Wat is pubergedrag en wat niet?

Als ouder is het steeds weer afwegen: wat is pubergedrag en moet ik als zodanig bijsturen of kan ik laten gaan (het is een fase). En wat vraagt juist actie van mij omdat hij bepaalde dingen niet oppakt vanwege zijn autisme? Bij hem speelt dat hij vaak de samenhang van dingen niet ziet én dat een proces stagneert zodra hij een hindernis tegenkomt en niet weet wat hij moet doen.

Neem het voorbeeld van zijn kamer opruimen. Hij is prima in staat om zonder stap voor stap instructie zijn bed te verschonen en de afwas naar beneden te brengen.

De dikke laag stof ziet hij ook wel liggen. Hij komt alleen niet op het idee om een natte doek te gebruiken om stof af te nemen. Dus blijft de stof liggen. Een lege doos blijft wéken op zijn kamer staan, omdat hij niet weet waar hij de doos moet laten. En dat brengt mij tot onze volgende uitdaging.

Leren vragen stellen

Je kunt je afvragen of het nu zo belangrijk is dat die doos onmiddellijk opgeruimd moet worden. Ik vind dat niet het belangrijkste. Zijn kamer is zijn kamer en als hij zich prettig voelt in een rommelige kamer, dan laat ik dat zo. Mijn tienerkamer was vroeger ook geregeld een puinhoop. Mijn moeder kan je daar aardig wat verhalen over vertellen. En met mij is het ook goed gekomen, dus met zoonlief zal het ook wel goedkomen. Wat ik wel belangrijk vind, is dat hij leert om knelpunten te herkennen en vragen gaat stellen om die knelpunten aan te pakken. Daar zetten we nu op in.

Opvoeden van pubers met autisme

Dat opvoeden bij autisme niet altijd makkelijk is, demonstreer ik graag met een voorbeeld.

Jaren geleden, Jelmer was een jaar of 13, toen merkten we dat hij ‘s avonds minder makkelijk ging slapen. We hadden op dat moment nog geen professionele begeleiding gehad en deden ons best om hem zo autisme-vriendelijk mogelijk, op te voeden. We zijn nagegaan wat mogelijke oorzaken zouden kunnen zijn en we besloten dat we als eerste de cola zouden schrappen. We maakten de afspraak dat hij ‘s avonds geen cola meer zou drinken en bespraken natuurlijk ook de reden van de afspraak. Hij kon zich er prima in vinden, dus het was verder geen probleem. Tot op een avond, een paar dagen later.

Hij: Mam, mag ik cola? 
Ik: Nee, we hebben afgesproken dat je ‘s avonds geen cola meer zou drinken. Pak maar iets anders

Op een avond, een week later:

Hij: Mam, mag ik cola?
Ik (enigszins verbaast): Nee, we hebben afgesproken dat je ‘s avonds geen cola meer zou drinken.
Hij: oh ja

Dit herhaalde zich een paar keer. En ik vroeg me af, hoe het nou kwam dat een intelligente jongen zoals hij, steeds opnieuw naar de bekende weg vroeg. Hij kende de afspraak goed en toch bleef hij ernaar vragen. Bleef hij nou gewoon drammen? Of was het toch iets anders?

Raad van een autismedeskundige

Kort daarop stond ik als docent voor een klas leerlingen maatschappelijke zorg. Ik had een autisme deskundige van Autimaat als gastspreker uitgenodigd en legde haar deze casus voor. Haar uitleg was echt een eye opener en ik ben het nooit meer vergeten. ‘Dit zie je vaker bij mensen met autisme’ zei ze. En ze legde uit dat iedere keer dat Jelmer de vraag stelde ‘Mag ik cola’ dit voor hem een ander moment was. Een andere dag of een ander tijdstip. De ene keer misschien op maandagavond, de andere keer op zaterdagavond. De ene keer vlak na het eten, de andere keer later op de avond. In zijn optiek is de situatie steeds verschillend en dus kan het antwoord ook anders uitvallen. Best slim!


Ik heb vervolgens samen met Jelmer een nieuwe afspraak gemaakt: Jij drinkt ‘s avonds na het warm eten geen cola meer. Deze afspraak geldt voor iedere avond van de week.
Hij dacht even na. En toen kwam het: ‘Mam, hoe zit het dan met feestjes en met Oud & Nieuw, want dan ga ik later naar bed’.
Van mijn gastspreker wist ik dat ik afspraken moest generaliseren maar dat een uitzondering best mocht. Het zou juist duidelijkheid scheppen. De afspraak werd dus ‘s avonds na het warm eten geen cola, behalve op feestjes en met Oud & Nieuw. Yes! Hij tevreden en ik tevreden.

Pubergedrag of autisme?

Was het vragen om de uitzondering nu pubergedrag of autisme? Ik denk het laatste. De afspraak was nog niet duidelijk genoeg, met de uitzondering erbij wel.

En toen, weer een paar dagen later:
Hij: Mam, ik mag zeker geen cola hè?
Ik: Nee schat, je mag geen cola
Hij: dacht ik al, dan pak ik wel ijsthee

Kijk hier kwam wél de puber om de hoek. En ik vond het eigenlijk wel grappig. Hopelijk heb ik dat niet laten merken, maar dat weet ik niet meer precies.

Vraag jij je wel eens af welk gedrag van jouw puber met autisme pubergedrag is en wat bij autisme hoort? Ik blijf het lastig vinden. Zet je reactie onder deze blog, ik ben benieuwd of ik de enige ben die dit lastig vind.

Ik schreef eerder de blog Duidelijk zijn over grasmaaien over hoe je door duidelijk te zijn op de 5 (wie, wat, waar, hoe en wanneer) zodat je kind met autisme goed weet wat er van hem verwacht wordt. Handig, ook bij het opvoeden van pubers met autisme.

Laatst las ik een kort artikel van schrijfster Evelyne Meens. Het gaat over de vergelijking tussen feedback en spinazie tussen je tanden. De titel alleen al wekte mijn nieuwsgierigheid. Vorig jaar heb ik een webinar gevolgd dat zij gaf over haar boek Een leven lang kiezen. Evelyne Meens werkt als onderzoeker en expert Studie(keuze)succes bij Fontys.

De titel van haar artikel luidt dus: Spinazie tussen je tanden.
De inleiding gaat zo:

Feedback. Het is net als spinazie tussen je tanden. Het is goed dat iemand er iets van zegt, maar aan de andere kant had je het liever niet gehoord….

Ik was meteen getriggerd, want dit is zó waar!

Spanning

Ook ik voel een zekere spanning als ik om feedback ga vragen. Want ja, wat ga ik te horen krijgen? Je wil het liefst horen dat je het fantastisch hebt gedaan. Dat is natuurlijk superleuk maar wat schiet je daar mee op? Behalve als je meer zelfvertrouwen wil opbouwen natuurlijk. Maar als je wil groeien als presentator, trainer of voorzitter en er wordt gezegd dat je het goed deed en dat ze geen suggesties hebben? Dan kom je dus geen stap verder.

Zure appel

Het is niet alleen spinazie tussen je tanden maar ook een zure appel. Je moet er even doorheen bijten en dan blijkt hij harstikke lekker te zijn. Die appel dan. Feedback is vooral lekker bruikbaar.

Twee voorbeelden waar je feedback zou kunnen gaan geven

Stel je voor dat je merkt dat een collega geregeld na werktijd mails verzend. Je collega werkt dus langer door dan jij. Jij vindt langer doorwerken voor een keer niet erg, maar de balans werk en privé moet wel goed blijven. En daar maak je je zorgen om.

Of deze:

Tijdens het overleg van de projectgroep merk je dat een collega je niet laat uitpraten. Jullie zijn het niet altijd met elkaar eens. Maar het komt niet tot een goede discussie omdat jij de kans niet krijgt om uit te praten. Je baalt er wel een beetje van.

Bijt jij in die zure appel?

Herkenbaar? We komen allemaal wel eens situaties tegen met collega’s waar we van balen of die irritaties oproepen. De vraag is alleen; Laat je het erbij zitten of ga je er wat mee doen? Heb jij het lef om in die zure appel te bijten?

Feedback géven

De één is vaardiger in het feedback geven dan de ander. Het vraagt oefening dus gaat het ook wel eens mis. Dat moet natuurlijk mogen. Het mooiste is als je als team besluit om hier vaardiger in te willen worden.
Van feedback ga je groeien en daarom geef ik je graag wat tips:

  • Vertel je collega’s dat je wil groeien in het geven en/of ontvangen van feedback
  • Vorm met elkaar een groep die elkaar gaat ondersteunen hierin
  • Geef een compliment of positieve feedback in gezelschap maar geef negatieve feedback altijd 1 op 1!
  • Stel met elkaar feedback regels op waar je allemaal achter staat. Internet staat er vol mee.
  • Start met de basis: bouw aan een fundament van veiligheid. Is dat fundament er nog niet? Schakel dan een coach in.
  • Ga na welk gevoel het gedrag van de ander bij jou oproept en benoem dat in je feedback.
  • Geef een ik-boodschap en pas op voor verkapte jij boodschappen.

Woorden van gevoel

Een belangrijke regel om feedback te geven is: Houd het bij jezelf en geef een ik-boodschap. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Jaren geleden zei iemand tegen mij: Ik heb een ik boodschap gegeven, want ik zei nog ‘ik vind het respectloos dat je…..’  (vul maar in). Lieve mensen, dit is geen ik boodschap maar een dikke vette jij-boodschap. Hiermee zeg je: jij bent respectloos. Geen wonder dat de ander meteen gepikeerd is!

Je geeft een ik-boodschap als je kunt vertellen wat het gedrag van de ander met jou doet. Welk gevoel dat oproept. En zoek vooral nog even verder dan: geïrriteerd, blij of onzeker. Jouw gevoel kent vele nuances en daar zijn echt woorden voor te vinden. Als je het gedrag van de ander respectloos vindt, dan past daar boosheid bij. Maar wat vind je van deze gevoelens: Stekelig, beledigd, wit heet of misschien voel je je wel betutteld. Dat kan ook nog. Gebruik het woord dat jouw gevoel weergeeft en daarmee blijf je bij jezelf.

Voorbeeldzinnen bij feedback geven

Gebruik bijvoorbeeld een zin als deze: Doordat je me niet uit liet praten voelde ik me betutteld. Wedden dat de ander dan op een prettige manier gaat reageren? Het is namelijk vast niet de bedoeling geweest om je te betuttelen. En als de ander weet wat zijn gedrag met jou doet, is hij eerder bereid om daar rekening mee te houden. Zeker als jij eraan toevoegt welk gedrag je van de ander wél wil zien: Ik zou graag willen dat je mij de volgende keer laat uitpraten en me niet onderbreekt voordat ik aangeef dat ik uitgepraat ben.

Weg met spinazie ga feedback vragen

Zie feedback als kans om te groeien, want zeg nou zelf je wil toch niet voor schut blijven lopen met die spinazie tussen je tanden!? Kom dus in actie en vraag zelf om feedback.
Maar doe dat liever niet zonder een duidelijk doel. Hoe dan wel? Nou zo:

Bedenk een competentie waar je in wil groeien
Bij voorkeur een competentie die je al een beetje beheerst en waar je beter in wil worden. Dus niet competentie X waar je juist niet goed in bent? Nee juist niet! Móeten groeien in iets waar je niet goed in bent, is niet motiverend. Hoe leuk is het om met iets bezig te zijn wat nog je helemaal niet kunt? Helemaal niet toch? Ga je toch daarop focussen dan start je al met 1-0 achter, omdat beginnen aan iets dat je niet leuk vindt, niet prettig werkt. Vervolgens ga je uitstellen en gebeurt er niks. Voor je het weet ben je enkele weken verder maar geen stap dichter bij je doel.

Dus

Start met iets dat je al een beetje kunt. Bijvoorbeeld competentie Y.
Formuleer voor jezelf een smart doel waarmee je gaat aantonen dat je gegroeid bent in competentie Y. Zorg ervoor dat je concrete subdoelen hebt als tussenstappen om het grotere doel te bereiken. Concrete subdoelen zijn makkelijker te overzien en makkelijker te beoordelen of je ze behaald hebt.

Aan je collega kun je dan feedback vragen op jouw handelen in de tussenstappen om te groeien in competentie Y. (Lees voor collega ook: stagebegeleider, docent of manager enz.)

Voor de duidelijkheid dit voorbeeld.

Competentie Y = Een vergadering voorzitten

Doel: Op (…datum…) kan ik een vergadering voorzitten volgens de afspraken die wij in het team hebben gemaakt.

Subdoelen:

  • Ik start iedere vergadering op de afgesproken tijd.
  • Ik zorg ervoor dat de vergadering niet langer dan een kwartier uitloopt.
  • Ik zorg ervoor dat iedere deelnemer de gelegenheid krijgt om zich uit te spreken.
  • Ik zorg ervoor dat de agenda gevolgd wordt.

Enz.

Aan je manager kun je dan vragen: Ik heb als doel om ervoor te zorgen dat iedere deelnemer de gelegenheid krijgt om zich uit te spreken tijdens de vergadering. Hoe vind je dat ik dat gedaan heb? Dit is concreter dan vragen aan je manager: Hoe vind je dat ik het deed als voorzitter?

Advies

Mijn advies: ga met een big smile aan de slag met je ontwikkeling en zorg dat er geen spinazie tussen je tanden blijft zitten. Vind je dit lastig en kun je wel een goede coach gebruiken? Neem dan contact met mij op via dit contact formulier. Of stuur me een mailtje via joyce@jhob.nl

Ps: Het boek Een leven lang kiezen is echt een aanrader als je beroepshalve andere, coacht bij het maken van studie- of loopbaan keuzes

Motivatie: 3 tips om het vast te houden

Intrinsieke en extrinsieke motivatie kennen we wel. Intrinsieke motivatie komt uit jezelf en extrinsieke motivatie wordt gevormd door een push van buitenaf. Bijvoorbeeld omdat er een consequentie volgt als je iets niet gedaan hebt. Zoals een 1 scoren als je een verslag niet op tijd inlevert. Dat wil je niet, dus lever je het op tijd in.

Om in beweging te komen heb je motivatie nodig. En voldoende motivatie ook nog eens. Weten dat je sporten goed is om af te vallen, levert nog geen motivatie op om naar de sportschool te gaan. Samen met vriendinnen gaan en niet willen achterblijven is wél een vorm van motivatie.
Motivatie voor iets dat je graag wil is er, nu nog vasthouden.

3 Tips

Wil je je motivatie vasthouden, dan heb ik 3 tips voor je.

  1. Onderzoek waar je motivatie zit
  2. Visualiseer je doel
  3. Ga na wat je voelt als je je doel bereikt hebt
    Hieronder leg ik je uit hoe het zit met deze 3 tips.

1. Onderzoek waar je motivatie zit

als je maar gemotiveerd bent

Neem nu bijvoorbeeld deze foto. Ik draag een blauwe sjaal die ik normaal nooit draag. Waarom eigenlijk? Helemaal niet in de mode en toch was ik enorm gemotiveerd om

a) een sjaal te kopen en

b) om de sjaal te dragen.

Het maakte me geen bal uit of ik er raar uitzag of niet. Dat zit zo. Een week voor ik met vakantie naar het zonnige zuiden ging, liet ik mijn haar kleuren bij de kapper. Krullen heb ik niet van mezelf, dus die haalde ik ook bij de kapper. Een pittige rekening alles bij elkaar. Laat nu het zonnige zuiden en helemaal zon-zee-strand nou helemaal niet zo goed zijn voor net gekleurd haar! Voor je het weet is de kleur vaal en had ik net zo goed niet naar de kapper hoeven gaan. ‘Draag een hoed’ adviseerde mijn kapper. Hartstikke leuk maar onhandig als het hard waait. En ik wilde mijn haar beschermen, zodat ik ná de vakantie er ook nog fatsoenlijk uitzag. Ik wilde dus heel graag die sjaal dragen. Daar kwam mijn motivatie vandaan. Wat wil jij graag? Onderzoek dat, want dáár zit jouw motivatie.

2. Visualiseer je doel

Ik zag het voor me. Na mijn vakantie had ik vakantiefoto’s waar ik met mooi gekleurd haar op sta én ik zou na mijn vakantie zo door kunnen naar een zakelijke afspraak, omdat ik wist dat de kleur nog goed was. Tjakka! twee vliegen in één klap. En stiekem was ik ook wel benieuwd hoe z’n sjaal me zou staan. 😉
Zie je jouw doel al? Wat heb je dan bereikt?

3. Ga voelen

De derde tip die ik je mee wil geven is deze: Ga na wat je voelt als je je doel bereikt hebt. En daarmee bedoel ik dat je je kunt gaan inleven hoe het zou voelen als je je doel bereikt hebt. Zou je je tevreden voelen of juist blij en totally happy? Voel je al de kracht omdat het je gelukt is? Hou dat gevoel voor ogen als je moeite moet gaan doen om aan de slag te gaan.

Van denken naar doen

Deze 3 tips gaan je beslist helpen om je motivatie vast te houden op een moment waarop je moeite hebt om aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld om je studie op te pakken als je geen zin hebt of om met je leidinggevende in gesprek te gaan over je loopbaan. Je gaat van denken naar doen.


Ik geef toe, zoals ik de sjaal droeg op de boot was geen gezicht. Sterker nog, het zag er niet uit! Maar hé so what? Ik kende er toch niemand en de zon brandde ongenadig op mijn hoofd. En ja ik had naar binnen gekund. Maar dat wilde ik niet. Ik wilde dit tochtje beleven in de buitenlucht, met de wind in mijn haren…ehh sjaaltje 😁
Dit voorbeeld met het sjaaltje is natuurlijk een flut voorbeeld. Maar goed genoeg om duidelijk te maken wat ik bedoel. Het starten van mijn coachpraktijk had heel wat meer doorzettingsvermogen nodig. Maar oh wat wilde ik het graag! Jongeren helpen, mijn eigen tijd indelen, meer tijd om te schrijven en in de toekomst hopelijk wat meer tijd om te reizen. Dit zijn mijn doelen. Als ik aan het werk ben, vergeet ik zo maar de tijd. Zo leuk vind ik het. Dus ja, gemotiveerd ben ik wel.

autismecoach

Weet jij waar jouw motivatie vandaan komt?

Heb jij helder waar jouw motivatie vandaan komt? Of helemaal niet?Belemmert je dat tijdens het studeren? Of heb je misschien wel het gevoel dat je helemaal geen motivatie hebt? Wees niet ongerust, motivatie heb je altijd! Uitzoeken hoe dat zit? Mijn advies: neem een coach in de arm waarmee je een klik hebt. Natuurlijk ga ik graag met je aan de slag. Zeker wanneer je autisme/ADD/ADHD hebt, dan ben je bij mij aan het goede adres. Voel je er wat voor? Stuur dan je vraag via het contactformulier.

Wil je op zoek naar een andere coach? Kijk dan eens bij mijn collega’s via Kickor Kickor is een platform van jongerencoaches.

ps: wist je dat de blauwe sjaal de tweede sjaal was die ik kocht? Het eerste sjaaltje was een wit sjaaltje dat mijn haar niet helemaal kon bedekken. Ik was nog niet tevreden en zocht verder. Ik wilde mijn doel bereiken.
Dat kun jij ook!

Jij wil dat ik naar jou luister, luister jij dan ook naar mij?

Het is een gewone doordeweekse avond. Ik heb net een gesprek met mijn zoon gehad. En aan het eind van dat gesprek vraag ik nog een moment zijn aandacht en zeg tegen hem: ‘Weet je nog? Jij wil dat ik naar jou luister, luister jij dan ook naar mij?

Mijn kinderen zullen deze uitspraak vast herkennen. Ik heb hem vaak gebruikt toen ze opgroeiden en bij mijn 18 jarige gebruik ik de uitspraak nog wel eens. Hoe je de zin interpreteert hangt af van de intonatie die je gebruikt, de klemtoon én de situatie waarin je de zin gebruikt.

Wederkerigheid

Wil de zin effect hebben, is het allereerst géén dreigement of onderhandeling of aanbod. Nou ja, dat laatste wel een beetje. Maar niet in de zin van: pas als jij gaat luisteren, luister ik naar jou. Hell no, daar ben ik helemaal niet van. Wat ik mijn kinderen hiermee wil leren is respect, gelijkwaardigheid en vooral wederkerigheid.

Samen

In deze wereld ben je niet alleen. We zijn er samen. Ik ben er voor hen en doe voor hen wat binnen mijn mogelijkheden ligt. Maar ik wil mijn kinderen ook leren dat zij hierin ook een verantwoordelijkheid hebben. Of je nu wel of geen autisme hebt. We moeten het samen doen.
Als je autisme hebt, is het niet vanzelfsprekend dat je zo maar oog hebt voor de behoeften van anderen. Dat dit niet vanzelfsprekend is, is niet erg. Je kunt het leren. 
Ik leer het mijn zoon door het voor te doen en hardop uit te spreken wat ik bedoel en waarom iets belangrijk is.

Luister

Naar elkaar luisteren, vind ik super belangrijk. Met luisteren bedoel ik ‘heb oog voor mijn wensen zoals ik oog heb voor jouw wensen”. Pubers zijn vooral gericht op hun eigen behoeften en dat hoort ook zo. Zo ontdekken ze de wereld en hun grenzen. En die grenzen krijgen ze o.a. van ons als ouders. Maar dat wil niet zeggen dat dit op een autoritaire manier moet gaan. Hoewel ik de ouder ben en niet een vriendin, streef ik er altijd naar om op een gelijkwaardige manier met ze te communiceren.

Sfeer

Ik probeer niet meteen te reageren maar eerst even tot me door te laten dringen wat ze van me vragen. Een paar seconden de tijd nemen om te beslissen hoe je wilt reageren levert echt rust op. Nogmaals, ik ben ook mens dus ook bij mij gaat het wel eens anders. Het is wel eens gebeurd dat hij met een voorstel kwam en dat ik reageerde met: ‘Nou ik dacht het niet!’. Het is wel een duidelijk reactie maar het bevordert de sfeer in huis niet echt, kan ik je zeggen.

Pubers

Zoals alle pubers, is ook mijn zoon het lang niet altijd eens met regels die wij stellen. Zoals op tijd gaan slapen en niet tot 3 uur ‘s nachts online zijn. Hij vindt dit overbezorgd en meent dat hij zelf kan bepalen hoe laat hij naar bed kan. Daar denk ik anders over en met reden, maar dan wordt deze blog veel te lang.

Ondanks dat we niet altijd dezelfde mening hebben, vind ik het heel belangrijk om naar hem te luisteren en soms mijn grenzen te versoepelen. En hem daarmee het vertrouwen te geven dat hij mag gaan uitproberen en ontdekken wat bij hem past. En dat is het moment dat ik tegen hem zeg: ‘Heb je het in de gaten? Ik luister naar je.’ Ik spreek het dus letterlijk uit. Dat is ook het moment dat hij zich bewust wordt van de ruimte die hij krijgt. En dat waardeert hij. En zo kreeg hij op een bepaald moment mijn toestemming om éénmalig met een online nachtelijk event mee te doen.

Zijn vraag eerst

Je leert hem de waarde van jouw gebaar als je de zin eerst gebruikt in een situatie wanneer je ingaat op zíjn vraag. Hij vraagt iets van je en je kijkt wat verantwoord is en geeft hem toestemming voor iets wat hij graag wil. Bijvoorbeeld in een vakantie tot een later tijdstip online zijn dan waarvoor je normaal toestemming zou geven. Geef aan dat het een uitzondering is. Je geeft daarmee ruimte en vertrouwen. De dag erna ga je met je kind kijken hoe hij het gedaan heeft. Toon belangstelling voor wat hij gedaan heeft en vraag waarom dit zo leuk was voor hem.

Goud

Geef hem een paar keer nét iets meer ruimte dan je normaal zou doen. Zodat hij kan gaan ontdekken. Bijvoorbeeld in een periode van een maand. Ik garandeer je dat er vervolgens vanzelf het juiste moment komt dat je hem kunt vragen: ‘Weet je nog? Ik heb …. (noem dat moment) naar jou geluisterd, luister je nu ook naar mij?’ Mijn ervaring is dan dat mijn kinderen dan zoiets hebben van ‘oh ja, dat is waar ook. Dan is het wel zo aardig als ik nu doe wat zij belangrijk vindt’. Die nadenkende blik en dan zijn commitment, dit moment is echt goud waard!

Ik had zo’n gouden moment komt dat mijn zoon in discussie probeerde te gaan over de tijdklok die er op het internet zit. Hij wilde voor altijd de tijdklok verder naar achter verzetten zodat hij altijd langer online kon zijn. Ik wilde dat niet. Toen ik zei: ‘Weet je nog dat je dat nacht event mocht doen? Toen heb ik naar jou geluisterd, luister jij nu dan ook naar mij? Vervolgens kwam die nadenkende blik en ging hij akkoord want hij wist best waarom die tijdklok erop zit. Hij weet ook dat wanneer hij onvoldoende rust krijgt, hij gezondheidsproblemen gaat krijgen. Maar ja, ‘s nachts doorgaan scoort veel beter bij vrienden dan aan moeten geven dat je voldoende rust nodig hebt en dus niet mee gaat doen met het nachtelijke event van World of Warcraft.

Wil jij nu ook werken aan een relatie die gebouwd is op wederkerigheid? Ga dan ook deze zin gebruiken: ‘Jij wil dat ik naar jou luister, luister je dan ook naar mij?’

Als moeder van een zoon met autisme en vervolgens als jongerencoach heb ik ontzettend veel gehad aan het boek Auticommunicatie van Collette de Bruin. Je koopt het boek Auticomminicatie via deze link. Een echte aanrader dus. Een van de technieken die ik daar geleerd heb, is het W.A.T-en. In deze blog lees je er meer over.


Schrijf je hier in voor de JHob inspiratiebrief en ontvang nog meer tips over omgaan met autisme en auti-communicatie.


In deze blog ga ik je uitleggen waarom jij je niet zou moeten aanpassen. Het is misschien tegendraads, maar dat is dan maar zo.

Als autismecoach hoor ik geregeld dat mensen verwachten dat autisten (of mensen met autisme, kies wat je fijn vindt) moeten leren om zich aan te passen. Want, zo wordt er gezegd, de maatschappij past zich niet aan jou aan. En dat klopt ook wel. De maatschappij als groter geheel zal zich niet zomaar aanpassen. Hoe meer ik leer over wat autisme betekent in iemands leven hoe meer ik ervan van overtuigd ben dat je je dus niet moet aanpassen. Ik zal het uitleggen.

Aanpassen

We passen ons allemaal wel eens aan. Je wilt snel brood halen maar er staan 3 mensen in de rij. Dan pas je je aan en je wacht. Of er wordt gestemd om te gaan eten bij de Chinees of bij de Griek en de meerderheid kiest voor de Griek terwijl jij naar de Chinees wilde gaan. Dan pas je je aan. Of je gaat niet mee, dat kan ook, maar is minder gezellig. En zo zijn er vast veel meer voorbeelden te noemen waarin ieder van ons zich aanpast. Dat is voor iemand met autisme niet anders.

Kantoortuin

Het gaat mij om aanpassen in andere situaties. Denk aan werken in een kantoortuin, samen lunchen in de kantine of samenwerken in een (te) grote groep. Dit zijn situaties die van belang kunnen zijn voor het dagelijks functioneren. Een kantoortuin is een onrustige omgeving om te werken. Het is een omgeving met veel visuele en auditieve prikkels die de concentratie verstoren en enorm vermoeiend kan zijn.

Heb jij last van visuele en/of auditieve prikkels? Ga dan niet akkoord met werken in een kantoortuin, ga je niet aanpassen. Ga ten minste in gesprek over de mogelijkheden om de prikkels zo veel mogelijk te reduceren. Anders kom je geheid iedere avond bekaf thuis. En dan moet je nog koken, opruimen… je ziet het voor je. Dit werkt niet. Het leidt tot overbelasting en uiteindelijk raak je uitgeput.

Waarom jij je niet zou moeten aanpassen

Wanneer je je altijd maar aanpast, niet alleen op het werk maar ook thuis, in relaties en bij familie, ben je aan het interen op jezelf. Je loopt zo grote kans op een autistische burn-out.
De term ‘autistische burn-out’ komt pas sinds kort terug in wetenschappelijke literatuur maar op social media lees je er al langer over. In 2020 is een onderzoek gepubliceerd over autistische burn-out. Co-auteur Dora Raymaker zegt hierover: ‘De autistische burn-out is al veel te lang een kwestie van onderbelichte en extreme urgentie.’ Ik ben het daar helemaal mee eens. Er mag meer aandacht voor komen en sterker nog aandacht hoe je een autistische burn-out voorkomt!
Lees hieronder verder wat een autistische burn-out is.

Autistische burn-out

Via deze link naar de NVA lees je meer over het onderzoek en vind je deze definitie van autistische burn-out:

‘de autistische burn-out is een syndroom dat ontstaat als het gevolg van chronische levensstress en een wanverhouding tussen verwachtingen en capaciteiten, waarbij er onvoldoende ondersteuning is. Het wordt gekenmerkt door alomtegenwoordige, langdurige (meestal meer dan drie maanden) uitputting, verlies van vaardigheden en verminderde tolerantie voor prikkels’.

Chronische levensstress dus

Ik ben ervan overtuigd dat – zoals je een gewone werk gerelateerde burn-out kunt voorkomen – je ook een autistische burn-out kunt voorkomen. Het hoeft niet eens zo heel moeilijk te zijn om chronische levensstress een heel eind te reduceren maar het vraagt wel lef. Vooral het lef om te onderzoeken wat jij nodig hebt om fijn te kunnen werken én het lef om voor jezelf op te komen.
Jij mag zijn wie je bent, en ik hoop van harte dat je daar al van overtuigd bent.

De oplossing

Het ontstaan van problemen rondom chronische levensstress heeft te maken met sociale interactie & communicatie, prikkelverwerking en veranderingen . Men stelt dat: ‘de stress die mensen met autisme op deze gebieden ervaren, keert regelmatig op dagelijkse basis terug en is in grote(re) mate aanwezig op de werkvloer’. (zie website NVA)
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je je steeds maar aanpast, die stress ook steeds verder oploopt. De oplossing is eenvoudig: stop met (steeds) aanpassen.
Sterker nog; start je loopbaan goed en ga niet beginnen met aanpassen.

Nooit meer aanpassen?

Het is natuurlijk utopisch om te denken dat je je als mens met autisme nooit meer zou hoeven aan te passen. Maar laten we kijken naar wat er wel kan.

Volgens mij hoef je je minder aan te passen als je:

  • weet wat je behoeften zijn en waar je last van hebt
  • in staat bent om te verwoorden wat je nodig hebt
  • woorden hebt om uit te leggen wat iets voor jou betekent
  • helder hebt in welke werkomgeving jij tot je recht komt
  • een manager hebt die jou snapt
  • begripvolle collega’s hebt
  • helder hebt wat jouw talenten zijn.

Talenten

Het start met de overtuiging dat je mag zijn wie je bent. Jij met al je talenten hebt een werkgever veel te bieden. Dan mag je er ook iets voor terug vragen! Bijvoorbeeld meer thuiswerken, een rustig moment om te lunchen of een op maat gemaakt inwerkprogramma.
Of je start voor jezelf, waardoor je zelf veel kunt bepalen. Wordt zelfstandig ondernemer! Als het bij je past natuurlijk.😉 Dat spreekt vanzelf.
Ga dus op onderzoek uit en krijg helder wie je bent, wat je kunt en wat je nodig hebt. Dat is volgens mij het grootste deel van de oplossing.

Als studie- en loopbaancoach kan ik je helpen bij je onderzoek. Graag zelfs. Ik vind het geweldig om te zien hoe mensen verrast worden door de hoeveelheid talenten die ze blijken te hebben. Het zijn er namelijk altijd meer dan je denkt. Als coach ben ik aangesloten bij Kickor, een platform voor (jongeren)coaches. Ik gebruik tijdens de coaching een wetenschappelijk onderbouwde onderzoek, de Talentenscan. Via deze link lees je meer over talentenscan.
Dus geef je zelfvertrouwen een boost en meld je aan hier voor een coachtraject

Wil je eerst wat meer over mij te weten komen? Check dan hier mijn missie, wat ik doe en wat ik zoal gedaan heb.

Ps: Wat mij betreft ga je ook niet meer naar die familieverjaardag waar ome Gerrit flauwe grappen maakt en je niet ontkomt aan die natte kus van tante Tineke. Binnenkort moet ik ook daar maar eens een blog over schrijven.

Ik zou het supertof vinden als je jouw mening hieronder in een reactie zet. Dit onderwerp verdient namelijk alle aandacht. En de discussie mag ook echt gevoerd worden. Hoog tijd!