In deze blog ga ik je uitleggen waarom jij je niet zou moeten aanpassen. Het is misschien tegendraads, maar dat is dan maar zo.

Als autismecoach hoor ik geregeld dat mensen verwachten dat autisten (of mensen met autisme, kies wat je fijn vindt) moeten leren om zich aan te passen. Want, zo wordt er gezegd, de maatschappij past zich niet aan jou aan. En dat klopt ook wel. De maatschappij als groter geheel zal zich niet zomaar aanpassen. Hoe meer ik leer over wat autisme betekent in iemands leven hoe meer ik ervan van overtuigd ben dat je je dus niet moet aanpassen. Ik zal het uitleggen.

Aanpassen

We passen ons allemaal wel eens aan. Je wilt snel brood halen maar er staan 3 mensen in de rij. Dan pas je je aan en je wacht. Of er wordt gestemd om te gaan eten bij de Chinees of bij de Griek en de meerderheid kiest voor de Griek terwijl jij naar de Chinees wilde gaan. Dan pas je je aan. Of je gaat niet mee, dat kan ook, maar is minder gezellig. En zo zijn er vast veel meer voorbeelden te noemen waarin ieder van ons zich aanpast. Dat is voor iemand met autisme niet anders.

Kantoortuin

Het gaat mij om aanpassen in andere situaties. Denk aan werken in een kantoortuin, samen lunchen in de kantine of samenwerken in een (te) grote groep. Dit zijn situaties die van belang kunnen zijn voor het dagelijks functioneren. Een kantoortuin is een onrustige omgeving om te werken. Het is een omgeving met veel visuele en auditieve prikkels die de concentratie verstoren en enorm vermoeiend kan zijn.

Heb jij last van visuele en/of auditieve prikkels? Ga dan niet akkoord met werken in een kantoortuin, ga je niet aanpassen. Ga ten minste in gesprek over de mogelijkheden om de prikkels zo veel mogelijk te reduceren. Anders kom je geheid iedere avond bekaf thuis. En dan moet je nog koken, opruimen… je ziet het voor je. Dit werkt niet. Het leidt tot overbelasting en uiteindelijk raak je uitgeput.

Waarom jij je niet zou moeten aanpassen

Wanneer je je altijd maar aanpast, niet alleen op het werk maar ook thuis, in relaties en bij familie, ben je aan het interen op jezelf. Je loopt zo grote kans op een autistische burn-out.
De term ‘autistische burn-out’ komt pas sinds kort terug in wetenschappelijke literatuur maar op social media lees je er al langer over. In 2020 is een onderzoek gepubliceerd over autistische burn-out. Co-auteur Dora Raymaker zegt hierover: ‘De autistische burn-out is al veel te lang een kwestie van onderbelichte en extreme urgentie.’ Ik ben het daar helemaal mee eens. Er mag meer aandacht voor komen en sterker nog aandacht hoe je een autistische burn-out voorkomt!
Lees hieronder verder wat een autistische burn-out is.

Autistische burn-out

Via deze link naar de NVA lees je meer over het onderzoek en vind je deze definitie van autistische burn-out:

‘de autistische burn-out is een syndroom dat ontstaat als het gevolg van chronische levensstress en een wanverhouding tussen verwachtingen en capaciteiten, waarbij er onvoldoende ondersteuning is. Het wordt gekenmerkt door alomtegenwoordige, langdurige (meestal meer dan drie maanden) uitputting, verlies van vaardigheden en verminderde tolerantie voor prikkels’.

Chronische levensstress dus

Ik ben ervan overtuigd dat – zoals je een gewone werk gerelateerde burn-out kunt voorkomen – je ook een autistische burn-out kunt voorkomen. Het hoeft niet eens zo heel moeilijk te zijn om chronische levensstress een heel eind te reduceren maar het vraagt wel lef. Vooral het lef om te onderzoeken wat jij nodig hebt om fijn te kunnen werken én het lef om voor jezelf op te komen.
Jij mag zijn wie je bent, en ik hoop van harte dat je daar al van overtuigd bent.

De oplossing

Het ontstaan van problemen rondom chronische levensstress heeft te maken met sociale interactie & communicatie, prikkelverwerking en veranderingen . Men stelt dat: ‘de stress die mensen met autisme op deze gebieden ervaren, keert regelmatig op dagelijkse basis terug en is in grote(re) mate aanwezig op de werkvloer’. (zie website NVA)
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je je steeds maar aanpast, die stress ook steeds verder oploopt. De oplossing is eenvoudig: stop met (steeds) aanpassen.
Sterker nog; start je loopbaan goed en ga niet beginnen met aanpassen.

Nooit meer aanpassen?

Het is natuurlijk utopisch om te denken dat je je als mens met autisme nooit meer zou hoeven aan te passen. Maar laten we kijken naar wat er wel kan.

Volgens mij hoef je je minder aan te passen als je:

  • weet wat je behoeften zijn en waar je last van hebt
  • in staat bent om te verwoorden wat je nodig hebt
  • woorden hebt om uit te leggen wat iets voor jou betekent
  • helder hebt in welke werkomgeving jij tot je recht komt
  • een manager hebt die jou snapt
  • begripvolle collega’s hebt
  • helder hebt wat jouw talenten zijn.

Talenten

Het start met de overtuiging dat je mag zijn wie je bent. Jij met al je talenten hebt een werkgever veel te bieden. Dan mag je er ook iets voor terug vragen! Bijvoorbeeld meer thuiswerken, een rustig moment om te lunchen of een op maat gemaakt inwerkprogramma.
Of je start voor jezelf, waardoor je zelf veel kunt bepalen. Wordt zelfstandig ondernemer! Als het bij je past natuurlijk.😉 Dat spreekt vanzelf.
Ga dus op onderzoek uit en krijg helder wie je bent, wat je kunt en wat je nodig hebt. Dat is volgens mij het grootste deel van de oplossing.

Als studie- en loopbaancoach kan ik je helpen bij je onderzoek. Graag zelfs. Ik vind het geweldig om te zien hoe mensen verrast worden door de hoeveelheid talenten die ze blijken te hebben. Het zijn er namelijk altijd meer dan je denkt. Als coach ben ik aangesloten bij Kickor, een platform voor (jongeren)coaches. Ik gebruik tijdens de coaching een wetenschappelijk onderbouwde onderzoek, de Talentenscan. Via deze link lees je meer over talentenscan.
Dus geef je zelfvertrouwen een boost en meld je aan hier voor een coachtraject

Wil je eerst wat meer over mij te weten komen? Check dan hier mijn missie, wat ik doe en wat ik zoal gedaan heb.

Ps: Wat mij betreft ga je ook niet meer naar die familieverjaardag waar ome Gerrit flauwe grappen maakt en je niet ontkomt aan die natte kus van tante Tineke. Binnenkort moet ik ook daar maar eens een blog over schrijven.

Ik zou het supertof vinden als je jouw mening hieronder in een reactie zet. Dit onderwerp verdient namelijk alle aandacht. En de discussie mag ook echt gevoerd worden. Hoog tijd!

Als je mij nu ergens zou tegenkomen, dan zal niets je doen vermoeden dat ik de diagnose ‘autisme’ heb. Zo begint Pascal de inleiding van zijn boek Help, ik ben een autist!

Hij vertelt zijn verhaal chronologisch met geregeld een stap terug naar zijn kindertijd of terug naar een eerder beschreven situatie.
Zoals hij het zelf zegt, kun je het boek zien als ‘een innerlijke reis door het Land van Pascal, waarin andere wetten gelden, waar een andere vaste structuur bestaat en die je doet kennismaken met een ongekende honger naar kennis en vaardigheden’. Gaandeweg neemt hij je mee in zijn zoektocht. Naast de aandacht die hij vraagt voor specifieke onderwerpen, geeft hij na ieder hoofdstuk tips. Het boek is geschreven in de ik-vorm en Pascal heeft het geregeld over ‘deze jongen’ waarmee hij zichzelf bedoelt.

Ik was het al voor ik het wist

Pascal heeft de diagnose pas op latere leeftijd gekregen. Na verschillende andere labeltjes opgeplakt te hebben gekregen, krijgt hij uiteindelijk de diagnose Autisme. Het is dan 2013. Sinds de autismediagnose zijn er bij hem verschillende kwartjes gevallen en begrijpt hij zichzelf veel beter en besluit zelfs om voorrang te geven aan zijn relatie met Laura in plaats van aan betaald werk. Om maar een voorbeeld te noemen.

Talenten

Pascal kan zich goed vastbijten in iets. Het is een echt talent. Dat iets kan een baan zijn of een bepaalde klus. Maar ook het opzetten van het kerstdorp gaat gepaard met concentratie en focus. Stoor hem dan liever niet. Dit talent is net zo goed een valkuil en dat weet Pascal inmiddels als geen ander. Hij vertelt erover als hij het heeft over de verschillende functies die hij heeft gehad.

Om goed te functioneren heeft hij het nodig om gedrag van anderen te observeren, te duiden en te kopiëren. Hij is een kei in observeren geworden. Alles wat hij observeert, bewaart hij in een spreekwoordelijk laatje. Komt hij later een in situatie die hij herkent, dan opent hij een laatje waar de benodigde vaardigheden in opgeborgen zitten.

Niet voor iedere situatie is er een gevuld laatje zoals in een situatie met zijn stiefdochter. Pascal vermoedt dat ze met een gebroken hart thuis gaat komen. Hij is bewust op tijd thuis en zit al klaar met een kopje thee. Maar verder is het laatje leeg. Paniek, paniek, wat nu?

Naast observeren en focus heeft Pascal meer talenten zoals:

  • Zorgvuldig
  • Praktisch
  • Oplettend
  • Doelgericht
  • Zelfstandig
  • Consequent
  • Behulpzaam
  • Loyaal

Wat een mooi rijtje talenten! In het hoofdstuk ‘Pascals wandeling in de wereld van de gezondheidszorg’ Hij zegt hierover: Doordat ik alles controleer en structureer, scoor ik hoog op deze kwaliteit (Hij doelt hier op zorgvuldigheid). Ik vind ‘controle’ een noodzakelijke pijler in mijn leven én dus een kwaliteit om mijn leven in goede banen te krijgen en te houden.

Als lezer zie ik de zorgvuldigheid ook terug in de wens om het goede goed te doen. Tenminste zo interpreteer ik dat. Zo wil hij graag goed reageren en zat hij daarom klaar met een kopje thee voor zijn stiefdochter. Ook dat is zorgvuldigheid.

Een autist op het liefdespad

Relaties is een thema in het boek. De relatie met zijn ouders, zus en broer. Daarnaast zijn bevindingen op het liefdespad en de keuzes die hij hierin maakte. Pascal beschrijft het verloop van de liefdes relaties die geen succes waren en waarom het wel werkt met zijn vriendin Laura die ADHD heeft. Ook de vader-dochter relatie die hij heeft opgebouwd met zijn stiefdochter beschrijft hij.

Pascal vraagt in zijn boek ook aandacht voor behoeften van mensen met autisme. Hij schuwt daarbij niet om thema’s zoals sexualiteit te benoemen. Hij is daarbij expliciet en open, hij verwoordt zijn verhaal zonder plat te zijn.

Vertrouwen

Een ander thema in het boek is vertrouwen.

Hij beschrijft hoe er in relaties (kan ook een relatie met coach zijn) barstjes kunnen ontstaan die weer kunnen leiden tot een echte breuk. Door het boek heen komt zijn jeugd geregeld terug. Hij beschrijft hoe hij was als kind en hoe moeilijk het geweest moet zijn om hem te begeleiden tijdens het opgroeien. Hij noemt zichzelf ‘meester in manipulatie’.
Pascals vertrouwen wordt meerdere keren beschadigd en dat begint als kind al. Hij krijgt nooit geleerd hoe je hiermee omgaat. Pascal geeft de lezer dan ook de tip ‘Leer een kind met ASS te vergeven’. Had hij als kind leren vergeven, dan had zijn pubertijd (en daarmee het volwassen worden) er vast anders uitgezien.

over de auteurs

Tot slot

‘Help ik ben een autist’ is een ervaringsverhaal van een man en je herkent veel van de klassieke symptomen bij autisme. Denk aan prikkelgevoeligheid, sociale interacties die lastig zijn, hyperfocus en de behoefte aan rust, orde en structuur. De symptomen die je ziet bij vrouwen zijn vaak anders. Vrouwen hebben ook die behoefte aan rust, orde en structuur en zijn (vaak) ook prikkelgevoelig maar ze cammoufleren meer en lijken zich meer aan te passen dan mannen. Wil je meer lezen over hoe vrouwen hun autisme beleven? Lees dan deze recensie van Zondagsleven van Judith Visser. Wie weet is dat een boek voor jou.

Lees je graag in het Engels? Dan is ‘Help ik ben een autist’ te bestellen bij Amazon.co.uk. De Nederlandse versie bestel je gewoon via deze link: Help ik ben een autist, ik was het al voor ik het wist.

Natuurlijk kan dat!
Ik las een post van Natasja op Instagram en werd ontzettend nieuwsgierig toen ik begreep dat zij leerkracht in het basisonderwijs is.
Wat is haar succesformule?

Autisme & Leerkracht basisonderwijs

Ik heb een afspraak met haar om te praten over het beroep van leerkracht basisonderwijs. Natasja heeft autisme en heeft veel plezier in haar werk als leerkracht. Als voorstander van ‘alles kan, als je maar weet wat je nodig hebt’ ben ik natuurlijk heel benieuwd hoe zij haar werk en gezin combineert.

Hoe vaak hoor je niet dat mensen met autisme het advies krijgen om werk te zoeken in een richting met een gestructureerde omgeving, ‘want autisten hebben structuur nodig‘. Of wat vind je van deze uitspraak die een coach van schrijfster en fotograaf Bianca Toeps deed: ‘O je bent fotograaf, wat onvoorspelbaar!’ ‘Da’s toch eigenlijk helemaal niet geschikt voor iemand met autisme!’ (Uit: Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit) Bianca bewijst het tegendeel en dat doet Natasja ook. 

Als je werk doet dat aansluit bij je talenten kom je het beste tot je recht.
De talenten zijn leidend en daarnaast wat je nodig hebt om je werk goed te kunnen doen. Er zijn dus tal van mogelijkheden voor mensen met autisme.

Vooraf

Eén van de dingen die ik heb geleerd rondom autisme en communicatie is dit: om te kunnen reageren op een vraag is er vaak bedenktijd nodig. Een vraag moet eerst betekenis krijgen, voordat je er antwoord op kan geven.
Na overleg met Natasja (want ik wist natuurlijk niet of dit ook voor haar geldt) heb ik de avond van tevoren 9 vragen gemaild, zodat ze van tevoren rustig kan nadenken over de antwoorden die ze wil geven. 
Het werd een fijn gesprek. Geen vraag-antwoord gedoe. Maar gewoon een gezellig gesprek, alsof we elkaar al langer kenden.

Het interview

Al aan het begin van het gesprek blijkt dat Natasja heel erg van haar vak houdt. Iedere dag is anders en toch heeft een dag wel structuur en regelmaat. ‘Kinderen leren het beste in een rustige omgeving waar de structuur duidelijk is’, is haar ervaring. Structuur en regelmaat aanbrengen is voor Natasja niet moeilijk. 

Natasja’s weet ook veel van taal en lezen. Ze is daarom ook de taal en leescoördinator van de school. Ze is graag onderdeel van het team, maar werkt ook graag alleen. En dat is maar goed ook, want lesgeven is eigenlijk een solitair beroep. Er staat niemand naast je met wie je kunt overleggen als je het even niet weet. Je zult zelf een oplossing moeten kunnen bedenken voor dat moment. Je bent op jezelf aangewezen. Natasja vertelde dat dit juist ook het leuke is van lesgeven. 
Natuurlijk moet je doelen behalen en moet bepaalde lesstof behandeld worden, maar hoe je dat doet, bepaal je als leerkracht zelf. 

Keuzes maken

Natasja heeft gekozen om alleen nog les te geven aan de kinderen in de middenbouw. Ze geeft les aan groep 3 en dat bevalt prima. Er is voldoende structuur en rust in de klas om niet overprikkeld te raken. Daarnaast heeft Natasja afspraken gemaakt met de directie zodat zij op een fijne manier kan werken en toch ook de extra taken kan doen die horen bij het beroep.

Pleinwacht lopen is zo’n taak. Niet favoriet bij Natasja vanwege het lawaai en de enorme hoeveelheid prikkels. Maar lawaai maken tijdens het spelen hoort nu eenmaal bij kinderen. Gelukkig wordt er rekening met Natasja gehouden en loopt zij alleen pleinwacht vlak na of vlak voor haar pauze. Bijvoorbeeld als haar klas na het buitenspelen les krijgt van een vakdocent humanistiek of gym. Dan heeft zij rust en in die tijd kan zij weer even tot rust komen.

Natasja houdt niet alleen van lezen maar ook van ordenen. En waar de ene leerkracht graag pleinwacht loopt, ruimt zij liever het magazijn een beetje op. Ook de boeken in de bibliotheek staan er altijd netjes bij. Zo staan ze zelfs op kleur geordend. Mooi, overzichtelijk en kleurrijk.

Magisch jaar

‘Groep 3 is een magisch jaar’, vertelt Natasja. ‘Kinderen leren lezen en schrijven en daarmee vergroot hun wereld enorm. Tegen de tijd dat de kerstvakantie begint, kunnen ze zelfstandig een boekje lezen. En daar zijn ze dan ook hartstikke trots op’. Dit magische jaar begint altijd wat chaotisch, want iedereen moet zijn plekje nog vinden. Blijven zitten aan je tafeltje en veel minder spelen dan dat je in groep 2 gewend was, dat is wel even wennen. Maar na de herfstvakantie zijn de kinderen daaraan gewend en kan de school routine beginnen.

Niet altijd makkelijk

Het beroep van leerkracht is niet altijd even makkelijk geweest voor Natasja. Ze heeft daarin echt haar weg moeten vinden. Eén van de dingen waar ze tegenaan loopt is wat zij noemt haar ‘trage verwerkingssnelheid’. Vragen die gesteld worden hebben bij haar wat meer tijd nodig om te landen. Dat geldt soms ook voor uitleg of informatie die ze krijgt tijdens een vergadering. Daar heeft ze gelukkig iets op gevonden.
Wanneer een ouder haar iets vraagt waar ze niet onmiddellijk een antwoord op heeft, noteert ze de vraag en komt er de volgende dag op terug. 

Natasja is vaak de notulist bij een vergadering. Dat biedt ze zelf aan, zodat ze zich moet blijven focussen en zich niet mag laten afleiden doordat haar collega een mandarijntje zit te eten. Als ze toch twijfelt of ze iets goed begrepen heeft, kan ze vragen om extra uitleg ‘zodat het goed in de notulen komt’. Niemand van haar collega’s vindt dat gek. Sterker nog, ze zullen waarschijnlijk blij zijn dat zij de notulen niet hoeven te schrijven.

Ervaringsdeskundig

Naast de organisatorische talenten die Natasja heeft, heeft ze nóg een groot voordeel ten opzichte van haar collega’s: Ze is ervaringsdeskundige en ze begrijpt kinderen met autisme dus als geen ander! Heerlijk toch als je een juf hebt die snapt wat het is om autisme te hebben.
Als juf begrijpt Natasja dus ook dat kinderen met autisme taal wel eens letterlijk op kunnen vatten. En Natasja vertelt een anekdote uit haar eigen tijd op de basisschool:

‘Als je jarig bent, dan trakteer je. Dus ook bij mij in de klas werd er getrakteerd. Bijvoorbeeld stukjes worst en een blokje kaas op een prikkertje.
Maar ik houd helemaal niet van kaas.  En als de juf dan zegt: ‘Als je iets niet lust dan geef je het maar aan je buurvrouw of buurman’. Wat doe je dan?

Ik stak de kaas in mijn broekzak en ging na schooltijd niet meteen naar huis, maar eerst even langs de buurman. Want dat had de juf gezegd!’
Achteraf best grappig natuurlijk. 

Het kan dus gewoon

Wil jij ook gaan werken in het basisonderwijs? Houd dan deze tips van Natasja in gedachten:

  • Bedenk hoeveel hersteltijd je nodig hebt na een intensieve dag. Parttime werken is dan misschien handiger dan fulltime werken.
  • Wees open over je diagnose en wat dit voor jou betekent. Collega’s leren je dan beter kennen en kunnen hulp aanbieden als ze denken dat je dat op prijs zult stellen.
  • Maak afspraken met de directie. Bijvoorbeeld dat je een vast klaslokaal hebt, zodat je niet ieder jaar hoeft te verhuizen met je hele boeltje.
  • Een vaste duo partner is ook echt een aanrader. En dan natuurlijk een partner waar je een goed klik mee hebt. Na verloop van tijd ken je elkaar door en door en raak je goed op elkaar ingespeeld.

Tips

Als studiekeuze coach wil ik hier graag een 2 tips aan toevoegen.

1. Als je kiest voor een studie in het  basisonderwijs, onderzoek dan of je de HBO opleiding leraar basisonderwijs (PABO)  wilt doen of de Academische opleiding leraar basisonderwijs. Er is ook nog de AOLB, een combinatie van PABO en pedagogische wetenschappen. De opleiding is veel theoretischer (logisch, want het is aan de universiteit) en uitgebreider. Je kansen op werk zijn niet zozeer groter in het onderwijs, wel breder. 
En er is sinds kort nog de optie om de PABO en de ALO ineen te doen. Voor de gymliefhebbers! 

2. Voordat je je inschrijft bij een onderwijsinstelling, check dan of je je prettig voelt binnen de gebouwen van die opleiding. Ga er heen en proef de sfeer. Er zijn namelijk ook onderwijsinstellingen die wat kleiner en dus minder massaal zijn.

Ga je droom achterna

Ik hoop vooral dat jongeren hun droom achterna gaan. Dingen doen waar je blij van wordt is zó ontzettend belangrijk. Is het jouw droom om met kinderen in het basisonderwijs te werken? Ga er dan voor! 

PS: Je hoeft geen structuur junkie te zijn voordat je aan de opleiding begint. Plannen en organiseren leer je juist in de opleiding!

Weet je nog niet wat je wilt gaan doen? Kijk dan hier wat JHob te bieden heeft voor jongeren

Gebruik je Facebook? Ik ook.
Je vindt JHob hier

Autisme en leerkracht worden. Kan dat wel?
Jaag je dromen na!