Autisme: dat is toch dat je supersnel kunt uitrekenen dat 7 augustus 1984 op een dinsdag viel? Nou…nee. Bianca Toeps heeft zelf autisme en ze legt in haar boek haarfijn uit wat autisme is en wat het betekent als je autisme hebt.

‘Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit’ is een boek óver Autisme dóór iemand met Autisme. Er wordt nog altijd veel over ons gepraat maar weinig naar ons geluisterd, schrijft Toeps.
Ze beschrijft in het kort wat autisme inhoudt volgens de DSM-5. Dit staat voor De Diagnostic ans Statistical Manual of Mental Disorder, editie 5. Of zoals Toeps het zegt: het Grote Jonge Woudlopers Handboek, maar dan voor psychiaters.

Toeps schrijf luchtig over een pittig onderwerp. Ik vind het dan ook een zeer leesbaar boek dat ik anderen zeker kan aanraden.
‘maar je ziet er helemaal niet autistisch uit’ is een autobiografisch boek dat Toeps aanvult met weetjes en stukjes wetenschap. Haar eigen mening klinkt er duidelijk in door.
Wat mij betreft is dat zeker geen probleem maar wil je precies weten wat de wetenschap inhoudt, dan kun je je daar zelf nog in verdiepen.

De discutabele geschiedenis van Meneer Asperger

In de DSM-4 werd er onderscheid gemaakt in verschillende vormen van autisme. Zoals het syndroom van Asperger. Mensen met een hoger IQ en in combinatie met autisme kregen de diagnose Asperger. Dit was mij wel bekend. Maar wie Meneer Asperger nu eigenlijk was, wist ik niet. Hij blijkt een kinderarts in de tijden van nazi-Duitsland te zijn geweest. En die, helaas maar waar, gebruikte kinderen met autisme voor zijn onderzoek.
Toeps geeft aan inmiddels de term Asperger niet meer te willen gebruiken en daar sluit ik me helemaal bij aan.

School

All was well, schrijft Toeps. Totdat ze naar school moet. Ze beschrijft één van haar herinneringen waarin ze zich totaal onbegrepen voelde:
Jullie zitten in groep 1, dus jullie kunnen niet schrijven…’,zei de juf op een dag. ‘Ik kan wel schrijven!’, riep ik. ‘Niet zoals het hóórt’, zei de juf, ‘dus jullie krijgen nu allemaal dit geprinte label, om op jullie geknutselde boekje te plakken.’ Ik was boos. Voelde me gekwetst, niet gezien. Ik had er helemaal geen zin meer in. Dat stomme boekje. Ik plakte het label erop, ondersteboven, omdat ik mentaal al was uitgecheckt en daarom niet doorhad dat het boekje verkeerd om voor me lag. ‘Je label zit fout , Bianca!’ mopperde de juf. ‘Zie je nou wel dat je niet kunt lezen en schrijven?’
Je begrijpt wel dat ik boos thuiskwam die dag.

Tokio

Bianca Toeps is ieder jaar een paar maanden in Tokio. Ze vertelt in haar boek waarom ze zich daar zo prettig voelt. Het cultuurverschil is groot en dat bevalt haar goed. Ze beschrijft dat in tegenstelling met New York, in Tokio mensen je niet aanstaren. Eigenlijk dat in Tokio alles rustiger is dan elders. En ja daar is ze vreemd. Maar meer vanwege haar Europese voorkomen dan iets anders. ‘Landen en culturen leerden me dat ik kan kiezen te zijn, waar ik me het meest comfortabel voel,’ schrijft ze. Als jongerencoach vind ik dat natuurlijk een ontzettend mooie ontdekking.

Acht dingen die Bianca Toeps niet meer wil horen:

Aan het eind van het boek beschrijft Toeps acht dingen die ze niet meer willen horen:
1. Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit
2. Weet je zeker dat je geen nieuwetijdskind bent?
3. Heeft je moeder je genoeg liefde gegeven?
4. Ik hang altijd mijn overhemden op kleur, ik ben zó autistisch!
5. Iedereen wil tegenwoordig maar een labeltje
6. Ik geloof niet in labels, jij bent gewoon jij!
7. Je bent geen autist, je hebt au-tis-me
8. Het komt vast door de vaccinaties

Ze legt ook uit waarom ze deze 8 punten niet meer wil horen. Maar dat moet je zelf maar gaan lezen. Bestellen kan hier bij Bol

Het is een fijn boek dat ik met veel plezier gelezen heb. Ik wilde weten hoe Bianca Toeps, als vrouw met autisme, verschillende situaties ervaart. en ik was benieuwd naar de voorbeelden die ze zou gebruiken. En ik was benieuwd naar de tips die ze zou geven. Het mooie van het boek is ook dat ze niet alleen haar verhaal beschrijft maar ook het verhaal van twee andere vrouwen met autisme. Je krijgt zo een breder beeld van vrouwen met autisme.
Heel handig voor mij als jongerencoach en als moeder in een mannengezin waar autisme een belangrijke rol speelt.

De titel

De titel van het boek viel mij ook op. ‘maar je ziet er helemaal niet autistisch uit’. Zonder hoofdletter M, en dat intrigeert mij dan ook weer maar dat terzijde. Uit ervaring weet ik dat autisme geen ‘gezicht’ heeft. Hoe ziet autisme er uit? Als Dustin Hoffman in Rainman? of als Jim Parsons als Sheldon Cooper in The Big Bang Theorie? Wat een onzin.
Mijn jongste zoon heeft klassiek autisme en is gewoon een vlotte knul om te zien met een leuke smaak over mode. Je ziet absoluut niet aan hem dat hij autisme heeft. Dat is zowel fijn als niet fijn. Hij is op school vaak overschat en dat heeft tot de nodige hindernissen geleidt.
Ik vermoed dat als je tegen hem zegt dat hij er niet autistisch uitziet, dat hij dat als een compliment beschouwt.
Realiseer je dan wel dat áls je dat zegt, dat jij blijkbaar een vooroordeel hebt over hoe autisten eruit horen te zien.

Onlangs heb ik Zondagsleven gelezen, van de schrijfster Judith Visser. Ook weer een mooi boek. De review over Zondagsleven lees je hier.

En verder

Ben je op zoek naar een coach? Iemand die je kan ondersteunen bij het zoeken naar een studie, het onderzoeken van talenten of coachen bij een sollicitatie? Ik help je graag. Stuur me een bericht via het contactformulier.

Als je wilt, volg mij dan op Facebook en LinkedIn

Anna is altijd vrolijk, behalve als ze zich moet aankleden. Dan wordt ze boos. Gewone kleren vindt ze maar stom. Ze wil alleen prinsessenjurken aan.

Ik lees graag en de boeken van Colette de Bruin mogen dan ook niet ontbreken in mijn boekenkast. Colette heeft zowel kinderboeken als theorie boeken over autisme als een boek over de methodiek Geef me de 5 geschreven.
Deze keer een review van het kinderboek Prinses Anna in de blote billen, geschreven door Colette de Bruin en geïllustreerd door Lars van Schagen.

Over de opbouw

Het boekje heeft een groot lettertype en vrolijke illustraties. Verder is het boekje opgedeeld in 3 delen die ieder heel herkenbaar zijn doordat er steeds een volledig gekleurde pagina tussen geplaatst is, met daarop de aankondiging van het volgende deel. Ik kan me voorstellen dat deze aankondiging heel fijn is voor de jonge lezer met autisme. Bij het omslaan van de pagina heeft hij of zij dan fijn even de tijd om over te schakelen naar het volgende deel.
Wat ook opvalt is dat het colofon met de gegevens over het boek achterin het boek een plekje hebben gekregen. Wat een goed idee! Hier is duidelijk over nagedacht. Moet je die ook lezen? Ze staan tenslotte vooraan.
Maar wat moet je als jonge lezer met autisme met die gegevens? En welke betekenis moet je er dan aan geven? Wat hebben ze met het verhaal te maken? Lekker achteraan in het boek dus.

Het is een leuk boekje om samen met je kind te lezen als hij of zij het vervelend vindt om zich aan te kleden. Het geeft je meteen een opening om over jullie eigen situatie te praten. Ik vind het ook een aanrader om het boekje te lezen met broertjes en zusjes, neefjes en nichtjes en vriendjes en vriendinnetjes. Ik denk dat het boekje een opening kan zijn voor een leuk gesprek waardoor andere kinderen het kind met autisme beter gaat begrijpen.

Over Anna

Prinses Anna is een meisje dat verknocht is aan prinsessenjurken. Ze wil zich niet aankleden. Maar over een week moet ze naar school. Het boekje laat in het midden of Anna vakantie heeft gehad of dat Anna voor het eerst naar een nieuwe school gaat. Voor het verhaal is het ook niet belangrijk. In het boek wordt ook niet gezegd dat Anna een stoornis in het autisme spectrum heeft maar ook dat is niet echt nodig. Het boekje is duidelijk een uitgave van Geef me de 5.

Anna is overgevoelig voor aanraking op haar huid. Dat merk je aan het verhaal over de kleding en je merkt het doordat ze het kusje van haar moeder ook gauw wegveegt. Dat gekriebel! Anna heeft een moeder die haar snapt. Lees vooral zelf hoe ze de situatie oplost met de aanpak van Geef me de 5.

Over de aanpak

Achter in het boek geeft Colette de Bruin uitgebreid uitleg over het boekje en beschrijft ze hoe het komt dat Anna haar gewone kleren niet aan wil, maar de prinsessenjurken wel.

Anna’s moeder gebruikt een aftelkalender om Anna de tijd te geven om langzaam aan het idee te wennen dat er een dag komt dat Anna gewone kleren moet dragen. De aftelkalender kun je gratis downloaden via de webshop van Geef me de 5. Het boekje kun je hier bestellen.

De aanpak van Geef me de 5 heeft ons als gezin enorm geholpen om onze zoon beter te begrijpen. In de oudercursus heb ik veel geleerd door filmpjes op te nemen als ik met onze zoon in gesprek was. In de cursus werd het filmpje dan geanalyseerd en kregen we uitleg over de aanpak. Dát probeerden we dan thuis weer uit. Het werkte. Voor mijn gevoel boekten we iedere week vooruitgang.

Ik schreef eerder 2 blogs over ervaringen die wij hebben met de methode van Geef me de 5.
In Duidelijk zijn over grasmaaien, schreef ik over duidelijk zijn op de 5 en in Met W.A.T.-ten komt jouw kind met ASS in beweging, schreef ik over wat de aanpak W.A.T-ten inhoud en hoe je dat kunt gebruiken.

Wat vind je van deze review? Geef je mening hieronder in een reactie.

Ik ben ook te vinden op Facebook en LinkedIn