Laatst las ik een kort artikel van schrijfster Evelyne Meens. Het gaat over de vergelijking tussen feedback en spinazie tussen je tanden. De titel alleen al wekte mijn nieuwsgierigheid. Vorig jaar heb ik een webinar gevolgd dat zij gaf over haar boek Een leven lang kiezen. Evelyne Meens werkt als onderzoeker en expert Studie(keuze)succes bij Fontys.

De titel van haar artikel luidt dus: Spinazie tussen je tanden.
De inleiding gaat zo:

Feedback. Het is net als spinazie tussen je tanden. Het is goed dat iemand er iets van zegt, maar aan de andere kant had je het liever niet gehoord….

Ik was meteen getriggerd, want dit is zó waar!

Spanning

Ook ik voel een zekere spanning als ik om feedback ga vragen. Want ja, wat ga ik te horen krijgen? Je wil het liefst horen dat je het fantastisch hebt gedaan. Dat is natuurlijk superleuk maar wat schiet je daar mee op? Behalve als je meer zelfvertrouwen wil opbouwen natuurlijk. Maar als je wil groeien als presentator, trainer of voorzitter en er wordt gezegd dat je het goed deed en dat ze geen suggesties hebben? Dan kom je dus geen stap verder.

Zure appel

Het is niet alleen spinazie tussen je tanden maar ook een zure appel. Je moet er even doorheen bijten en dan blijkt hij harstikke lekker te zijn. Die appel dan. Feedback is vooral lekker bruikbaar.

Twee voorbeelden waar je feedback zou kunnen gaan geven

Stel je voor dat je merkt dat een collega geregeld na werktijd mails verzend. Je collega werkt dus langer door dan jij. Jij vindt langer doorwerken voor een keer niet erg, maar de balans werk en privé moet wel goed blijven. En daar maak je je zorgen om.

Of deze:

Tijdens het overleg van de projectgroep merk je dat een collega je niet laat uitpraten. Jullie zijn het niet altijd met elkaar eens. Maar het komt niet tot een goede discussie omdat jij de kans niet krijgt om uit te praten. Je baalt er wel een beetje van.

Bijt jij in die zure appel?

Herkenbaar? We komen allemaal wel eens situaties tegen met collega’s waar we van balen of die irritaties oproepen. De vraag is alleen; Laat je het erbij zitten of ga je er wat mee doen? Heb jij het lef om in die zure appel te bijten?

Feedback géven

De één is vaardiger in het feedback geven dan de ander. Het vraagt oefening dus gaat het ook wel eens mis. Dat moet natuurlijk mogen. Het mooiste is als je als team besluit om hier vaardiger in te willen worden.
Van feedback ga je groeien en daarom geef ik je graag wat tips:

  • Vertel je collega’s dat je wil groeien in het geven en/of ontvangen van feedback
  • Vorm met elkaar een groep die elkaar gaat ondersteunen hierin
  • Geef een compliment of positieve feedback in gezelschap maar geef negatieve feedback altijd 1 op 1!
  • Stel met elkaar feedback regels op waar je allemaal achter staat. Internet staat er vol mee.
  • Start met de basis: bouw aan een fundament van veiligheid. Is dat fundament er nog niet? Schakel dan een coach in.
  • Ga na welk gevoel het gedrag van de ander bij jou oproept en benoem dat in je feedback.
  • Geef een ik-boodschap en pas op voor verkapte jij boodschappen.

Woorden van gevoel

Een belangrijke regel om feedback te geven is: Houd het bij jezelf en geef een ik-boodschap. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Jaren geleden zei iemand tegen mij: Ik heb een ik boodschap gegeven, want ik zei nog ‘ik vind het respectloos dat je…..’  (vul maar in). Lieve mensen, dit is geen ik boodschap maar een dikke vette jij-boodschap. Hiermee zeg je: jij bent respectloos. Geen wonder dat de ander meteen gepikeerd is!

Je geeft een ik-boodschap als je kunt vertellen wat het gedrag van de ander met jou doet. Welk gevoel dat oproept. En zoek vooral nog even verder dan: geïrriteerd, blij of onzeker. Jouw gevoel kent vele nuances en daar zijn echt woorden voor te vinden. Als je het gedrag van de ander respectloos vindt, dan past daar boosheid bij. Maar wat vind je van deze gevoelens: Stekelig, beledigd, wit heet of misschien voel je je wel betutteld. Dat kan ook nog. Gebruik het woord dat jouw gevoel weergeeft en daarmee blijf je bij jezelf.

Voorbeeldzinnen bij feedback geven

Gebruik bijvoorbeeld een zin als deze: Doordat je me niet uit liet praten voelde ik me betutteld. Wedden dat de ander dan op een prettige manier gaat reageren? Het is namelijk vast niet de bedoeling geweest om je te betuttelen. En als de ander weet wat zijn gedrag met jou doet, is hij eerder bereid om daar rekening mee te houden. Zeker als jij eraan toevoegt welk gedrag je van de ander wél wil zien: Ik zou graag willen dat je mij de volgende keer laat uitpraten en me niet onderbreekt voordat ik aangeef dat ik uitgepraat ben.

Weg met spinazie ga feedback vragen

Zie feedback als kans om te groeien, want zeg nou zelf je wil toch niet voor schut blijven lopen met die spinazie tussen je tanden!? Kom dus in actie en vraag zelf om feedback.
Maar doe dat liever niet zonder een duidelijk doel. Hoe dan wel? Nou zo:

Bedenk een competentie waar je in wil groeien
Bij voorkeur een competentie die je al een beetje beheerst en waar je beter in wil worden. Dus niet competentie X waar je juist niet goed in bent? Nee juist niet! Móeten groeien in iets waar je niet goed in bent, is niet motiverend. Hoe leuk is het om met iets bezig te zijn wat nog je helemaal niet kunt? Helemaal niet toch? Ga je toch daarop focussen dan start je al met 1-0 achter, omdat beginnen aan iets dat je niet leuk vindt, niet prettig werkt. Vervolgens ga je uitstellen en gebeurt er niks. Voor je het weet ben je enkele weken verder maar geen stap dichter bij je doel.

Dus

Start met iets dat je al een beetje kunt. Bijvoorbeeld competentie Y.
Formuleer voor jezelf een smart doel waarmee je gaat aantonen dat je gegroeid bent in competentie Y. Zorg ervoor dat je concrete subdoelen hebt als tussenstappen om het grotere doel te bereiken. Concrete subdoelen zijn makkelijker te overzien en makkelijker te beoordelen of je ze behaald hebt.

Aan je collega kun je dan feedback vragen op jouw handelen in de tussenstappen om te groeien in competentie Y. (Lees voor collega ook: stagebegeleider, docent of manager enz.)

Voor de duidelijkheid dit voorbeeld.

Competentie Y = Een vergadering voorzitten

Doel: Op (…datum…) kan ik een vergadering voorzitten volgens de afspraken die wij in het team hebben gemaakt.

Subdoelen:

  • Ik start iedere vergadering op de afgesproken tijd.
  • Ik zorg ervoor dat de vergadering niet langer dan een kwartier uitloopt.
  • Ik zorg ervoor dat iedere deelnemer de gelegenheid krijgt om zich uit te spreken.
  • Ik zorg ervoor dat de agenda gevolgd wordt.

Enz.

Aan je manager kun je dan vragen: Ik heb als doel om ervoor te zorgen dat iedere deelnemer de gelegenheid krijgt om zich uit te spreken tijdens de vergadering. Hoe vind je dat ik dat gedaan heb? Dit is concreter dan vragen aan je manager: Hoe vind je dat ik het deed als voorzitter?

Advies

Mijn advies: ga met een big smile aan de slag met je ontwikkeling en zorg dat er geen spinazie tussen je tanden blijft zitten. Vind je dit lastig en kun je wel een goede coach gebruiken? Neem dan contact met mij op via dit contact formulier. Of stuur me een mailtje via joyce@jhob.nl

Ps: Het boek Een leven lang kiezen is echt een aanrader als je beroepshalve andere, coacht bij het maken van studie- of loopbaan keuzes

Jij wil dat ik naar jou luister, luister jij dan ook naar mij?

Het is een gewone doordeweekse avond. Ik heb net een gesprek met mijn zoon gehad. En aan het eind van dat gesprek vraag ik nog een moment zijn aandacht en zeg tegen hem: ‘Weet je nog? Jij wil dat ik naar jou luister, luister jij dan ook naar mij?

Mijn kinderen zullen deze uitspraak vast herkennen. Ik heb hem vaak gebruikt toen ze opgroeiden en bij mijn 18 jarige gebruik ik de uitspraak nog wel eens. Hoe je de zin interpreteert hangt af van de intonatie die je gebruikt, de klemtoon én de situatie waarin je de zin gebruikt.

Wederkerigheid

Wil de zin effect hebben, is het allereerst géén dreigement of onderhandeling of aanbod. Nou ja, dat laatste wel een beetje. Maar niet in de zin van: pas als jij gaat luisteren, luister ik naar jou. Hell no, daar ben ik helemaal niet van. Wat ik mijn kinderen hiermee wil leren is respect, gelijkwaardigheid en vooral wederkerigheid.

Samen

In deze wereld ben je niet alleen. We zijn er samen. Ik ben er voor hen en doe voor hen wat binnen mijn mogelijkheden ligt. Maar ik wil mijn kinderen ook leren dat zij hierin ook een verantwoordelijkheid hebben. Of je nu wel of geen autisme hebt. We moeten het samen doen.
Als je autisme hebt, is het niet vanzelfsprekend dat je zo maar oog hebt voor de behoeften van anderen. Dat dit niet vanzelfsprekend is, is niet erg. Je kunt het leren. 
Ik leer het mijn zoon door het voor te doen en hardop uit te spreken wat ik bedoel en waarom iets belangrijk is.

Luister

Naar elkaar luisteren, vind ik super belangrijk. Met luisteren bedoel ik ‘heb oog voor mijn wensen zoals ik oog heb voor jouw wensen”. Pubers zijn vooral gericht op hun eigen behoeften en dat hoort ook zo. Zo ontdekken ze de wereld en hun grenzen. En die grenzen krijgen ze o.a. van ons als ouders. Maar dat wil niet zeggen dat dit op een autoritaire manier moet gaan. Hoewel ik de ouder ben en niet een vriendin, streef ik er altijd naar om op een gelijkwaardige manier met ze te communiceren.

Sfeer

Ik probeer niet meteen te reageren maar eerst even tot me door te laten dringen wat ze van me vragen. Een paar seconden de tijd nemen om te beslissen hoe je wilt reageren levert echt rust op. Nogmaals, ik ben ook mens dus ook bij mij gaat het wel eens anders. Het is wel eens gebeurd dat hij met een voorstel kwam en dat ik reageerde met: ‘Nou ik dacht het niet!’. Het is wel een duidelijk reactie maar het bevordert de sfeer in huis niet echt, kan ik je zeggen.

Pubers

Zoals alle pubers, is ook mijn zoon het lang niet altijd eens met regels die wij stellen. Zoals op tijd gaan slapen en niet tot 3 uur ‘s nachts online zijn. Hij vindt dit overbezorgd en meent dat hij zelf kan bepalen hoe laat hij naar bed kan. Daar denk ik anders over en met reden, maar dan wordt deze blog veel te lang.

Ondanks dat we niet altijd dezelfde mening hebben, vind ik het heel belangrijk om naar hem te luisteren en soms mijn grenzen te versoepelen. En hem daarmee het vertrouwen te geven dat hij mag gaan uitproberen en ontdekken wat bij hem past. En dat is het moment dat ik tegen hem zeg: ‘Heb je het in de gaten? Ik luister naar je.’ Ik spreek het dus letterlijk uit. Dat is ook het moment dat hij zich bewust wordt van de ruimte die hij krijgt. En dat waardeert hij. En zo kreeg hij op een bepaald moment mijn toestemming om éénmalig met een online nachtelijk event mee te doen.

Zijn vraag eerst

Je leert hem de waarde van jouw gebaar als je de zin eerst gebruikt in een situatie wanneer je ingaat op zíjn vraag. Hij vraagt iets van je en je kijkt wat verantwoord is en geeft hem toestemming voor iets wat hij graag wil. Bijvoorbeeld in een vakantie tot een later tijdstip online zijn dan waarvoor je normaal toestemming zou geven. Geef aan dat het een uitzondering is. Je geeft daarmee ruimte en vertrouwen. De dag erna ga je met je kind kijken hoe hij het gedaan heeft. Toon belangstelling voor wat hij gedaan heeft en vraag waarom dit zo leuk was voor hem.

Goud

Geef hem een paar keer nét iets meer ruimte dan je normaal zou doen. Zodat hij kan gaan ontdekken. Bijvoorbeeld in een periode van een maand. Ik garandeer je dat er vervolgens vanzelf het juiste moment komt dat je hem kunt vragen: ‘Weet je nog? Ik heb …. (noem dat moment) naar jou geluisterd, luister je nu ook naar mij?’ Mijn ervaring is dan dat mijn kinderen dan zoiets hebben van ‘oh ja, dat is waar ook. Dan is het wel zo aardig als ik nu doe wat zij belangrijk vindt’. Die nadenkende blik en dan zijn commitment, dit moment is echt goud waard!

Ik had zo’n gouden moment komt dat mijn zoon in discussie probeerde te gaan over de tijdklok die er op het internet zit. Hij wilde voor altijd de tijdklok verder naar achter verzetten zodat hij altijd langer online kon zijn. Ik wilde dat niet. Toen ik zei: ‘Weet je nog dat je dat nacht event mocht doen? Toen heb ik naar jou geluisterd, luister jij nu dan ook naar mij? Vervolgens kwam die nadenkende blik en ging hij akkoord want hij wist best waarom die tijdklok erop zit. Hij weet ook dat wanneer hij onvoldoende rust krijgt, hij gezondheidsproblemen gaat krijgen. Maar ja, ‘s nachts doorgaan scoort veel beter bij vrienden dan aan moeten geven dat je voldoende rust nodig hebt en dus niet mee gaat doen met het nachtelijke event van World of Warcraft.

Wil jij nu ook werken aan een relatie die gebouwd is op wederkerigheid? Ga dan ook deze zin gebruiken: ‘Jij wil dat ik naar jou luister, luister je dan ook naar mij?’

Als moeder van een zoon met autisme en vervolgens als jongerencoach heb ik ontzettend veel gehad aan het boek Auticommunicatie van Collette de Bruin. Je koopt het boek Auticomminicatie via deze link. Een echte aanrader dus. Een van de technieken die ik daar geleerd heb, is het W.A.T-en. In deze blog lees je er meer over.


Schrijf je hier in voor de JHob inspiratiebrief en ontvang nog meer tips over omgaan met autisme en auti-communicatie.


In deze blog ga ik je uitleggen waarom jij je niet zou moeten aanpassen. Het is misschien tegendraads, maar dat is dan maar zo.

Als autismecoach hoor ik geregeld dat mensen verwachten dat autisten (of mensen met autisme, kies wat je fijn vindt) moeten leren om zich aan te passen. Want, zo wordt er gezegd, de maatschappij past zich niet aan jou aan. En dat klopt ook wel. De maatschappij als groter geheel zal zich niet zomaar aanpassen. Hoe meer ik leer over wat autisme betekent in iemands leven hoe meer ik ervan van overtuigd ben dat je je dus niet moet aanpassen. Ik zal het uitleggen.

Aanpassen

We passen ons allemaal wel eens aan. Je wilt snel brood halen maar er staan 3 mensen in de rij. Dan pas je je aan en je wacht. Of er wordt gestemd om te gaan eten bij de Chinees of bij de Griek en de meerderheid kiest voor de Griek terwijl jij naar de Chinees wilde gaan. Dan pas je je aan. Of je gaat niet mee, dat kan ook, maar is minder gezellig. En zo zijn er vast veel meer voorbeelden te noemen waarin ieder van ons zich aanpast. Dat is voor iemand met autisme niet anders.

Kantoortuin

Het gaat mij om aanpassen in andere situaties. Denk aan werken in een kantoortuin, samen lunchen in de kantine of samenwerken in een (te) grote groep. Dit zijn situaties die van belang kunnen zijn voor het dagelijks functioneren. Een kantoortuin is een onrustige omgeving om te werken. Het is een omgeving met veel visuele en auditieve prikkels die de concentratie verstoren en enorm vermoeiend kan zijn.

Heb jij last van visuele en/of auditieve prikkels? Ga dan niet akkoord met werken in een kantoortuin, ga je niet aanpassen. Ga ten minste in gesprek over de mogelijkheden om de prikkels zo veel mogelijk te reduceren. Anders kom je geheid iedere avond bekaf thuis. En dan moet je nog koken, opruimen… je ziet het voor je. Dit werkt niet. Het leidt tot overbelasting en uiteindelijk raak je uitgeput.

Waarom jij je niet zou moeten aanpassen

Wanneer je je altijd maar aanpast, niet alleen op het werk maar ook thuis, in relaties en bij familie, ben je aan het interen op jezelf. Je loopt zo grote kans op een autistische burn-out.
De term ‘autistische burn-out’ komt pas sinds kort terug in wetenschappelijke literatuur maar op social media lees je er al langer over. In 2020 is een onderzoek gepubliceerd over autistische burn-out. Co-auteur Dora Raymaker zegt hierover: ‘De autistische burn-out is al veel te lang een kwestie van onderbelichte en extreme urgentie.’ Ik ben het daar helemaal mee eens. Er mag meer aandacht voor komen en sterker nog aandacht hoe je een autistische burn-out voorkomt!
Lees hieronder verder wat een autistische burn-out is.

Autistische burn-out

Via deze link naar de NVA lees je meer over het onderzoek en vind je deze definitie van autistische burn-out:

‘de autistische burn-out is een syndroom dat ontstaat als het gevolg van chronische levensstress en een wanverhouding tussen verwachtingen en capaciteiten, waarbij er onvoldoende ondersteuning is. Het wordt gekenmerkt door alomtegenwoordige, langdurige (meestal meer dan drie maanden) uitputting, verlies van vaardigheden en verminderde tolerantie voor prikkels’.

Chronische levensstress dus

Ik ben ervan overtuigd dat – zoals je een gewone werk gerelateerde burn-out kunt voorkomen – je ook een autistische burn-out kunt voorkomen. Het hoeft niet eens zo heel moeilijk te zijn om chronische levensstress een heel eind te reduceren maar het vraagt wel lef. Vooral het lef om te onderzoeken wat jij nodig hebt om fijn te kunnen werken én het lef om voor jezelf op te komen.
Jij mag zijn wie je bent, en ik hoop van harte dat je daar al van overtuigd bent.

De oplossing

Het ontstaan van problemen rondom chronische levensstress heeft te maken met sociale interactie & communicatie, prikkelverwerking en veranderingen . Men stelt dat: ‘de stress die mensen met autisme op deze gebieden ervaren, keert regelmatig op dagelijkse basis terug en is in grote(re) mate aanwezig op de werkvloer’. (zie website NVA)
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je je steeds maar aanpast, die stress ook steeds verder oploopt. De oplossing is eenvoudig: stop met (steeds) aanpassen.
Sterker nog; start je loopbaan goed en ga niet beginnen met aanpassen.

Nooit meer aanpassen?

Het is natuurlijk utopisch om te denken dat je je als mens met autisme nooit meer zou hoeven aan te passen. Maar laten we kijken naar wat er wel kan.

Volgens mij hoef je je minder aan te passen als je:

  • weet wat je behoeften zijn en waar je last van hebt
  • in staat bent om te verwoorden wat je nodig hebt
  • woorden hebt om uit te leggen wat iets voor jou betekent
  • helder hebt in welke werkomgeving jij tot je recht komt
  • een manager hebt die jou snapt
  • begripvolle collega’s hebt
  • helder hebt wat jouw talenten zijn.

Talenten

Het start met de overtuiging dat je mag zijn wie je bent. Jij met al je talenten hebt een werkgever veel te bieden. Dan mag je er ook iets voor terug vragen! Bijvoorbeeld meer thuiswerken, een rustig moment om te lunchen of een op maat gemaakt inwerkprogramma.
Of je start voor jezelf, waardoor je zelf veel kunt bepalen. Wordt zelfstandig ondernemer! Als het bij je past natuurlijk.😉 Dat spreekt vanzelf.
Ga dus op onderzoek uit en krijg helder wie je bent, wat je kunt en wat je nodig hebt. Dat is volgens mij het grootste deel van de oplossing.

Als studie- en loopbaancoach kan ik je helpen bij je onderzoek. Graag zelfs. Ik vind het geweldig om te zien hoe mensen verrast worden door de hoeveelheid talenten die ze blijken te hebben. Het zijn er namelijk altijd meer dan je denkt. Als coach ben ik aangesloten bij Kickor, een platform voor (jongeren)coaches. Ik gebruik tijdens de coaching een wetenschappelijk onderbouwde onderzoek, de Talentenscan. Via deze link lees je meer over talentenscan.
Dus geef je zelfvertrouwen een boost en meld je aan hier voor een coachtraject

Wil je eerst wat meer over mij te weten komen? Check dan hier mijn missie, wat ik doe en wat ik zoal gedaan heb.

Ps: Wat mij betreft ga je ook niet meer naar die familieverjaardag waar ome Gerrit flauwe grappen maakt en je niet ontkomt aan die natte kus van tante Tineke. Binnenkort moet ik ook daar maar eens een blog over schrijven.

Ik zou het supertof vinden als je jouw mening hieronder in een reactie zet. Dit onderwerp verdient namelijk alle aandacht. En de discussie mag ook echt gevoerd worden. Hoog tijd!

Via Instagram kom ik in contact met allerlei mooie mensen. Mensen zoals Leonie. Leonie heeft autisme en is ruim 22 jaar werkzaam in de gehandicaptenzorg. Eerst als woonbegeleider, daarna als bewegingsagoog.

De diagnose autisme

Na jaren zoeken, piekeren en therapie blijkt in februari 2020 dat er een verkeerde diagnose gesteld is en Leonie een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) heeft. Nog steeds heeft Leonie er moeite mee om geassocieerd te worden met die verkeerde diagnose. En daarom noem ik die ook niet. Wetende dat vrouwen vaker eerst een verkeerde diagnose krijgen, vraag ik me meteen af hoeveel vrouwen hier hetzelfde instaan als Leonie. Je zult maar een diagnose krijgen waar je je zelf niet in herkent maar wel jarenlang gezien wordt als iemand met…. Nou ja vul maar in.

De diagnose autisme is in de eerste instantie wat onwennig voor Leonie maar ze verdiept zich in de vele aspecten van autisme en er vallen steeds meer puzzelstukjes op zijn plaats. Waarom ze anders is dan anderen, waarom ze in jaar jeugd niet genoeg voor zichzelf opkwam en waarom een fulltime baan niet bij haar past.

Het interview

Het leek Leonie wel prettig om de interviewvragen van tevoren te weten, dus die heb ik haar een paar dagen van tevoren gemaild. Wanneer we elkaar treffen bij de Oranje-rie Rosendeal in Arnhem (wat trouwens een geweldige locatie  is!) maak ik al snel kennis met één van haar kwaliteiten als ze vertelt van schrijven te houden. Ze kon het dan ook niet laten om de vragen op papier te beantwoorden. ‘Tja’, zegt ze dan schouderophalend ‘Dat ben ik’.
En ik denk dan: Wat mooi!

Het duurt even voordat we aan de vragen toe komen, want er valt genoeg te kletsen. Niet over koetjes en kalfjes, no way. Maar wel over de gehandicaptenzorg, waar we allebei al heel lang aan verbonden zijn. Zij dus als bewegingsagoog en ik als trainer voor de Academie voor Zelfstandigheid.

Op de eerste vraag ‘Wat zijn de kenmerken vanuit het autisme waar jij baat bij hebt in de uitvoering van je werk’ heeft Leonie als antwoord opgeschreven:

  • Ik ben geduldig met cliënten.
  • Elke cliënt is even belangrijk.
  • Ik observeer zowel cliënten als begeleiding en als mij iets opvalt, dan vraag ik ernaar waarom iets op een bepaalde manier gebeurt.
  • Ik analyseer, bij agressie bespreek ik altijd mijn eigen handelen en ga na wat ik eventueel anders zou kunnen doen.

Wat een mooie talenten zie ik hier in terug.

Geduldig, loyaal, observeren, analyseren en reflecteren.
Uit haar verhaal blijkt dat Leonie zich echt verbonden voelt met de cliënten. Of die zich nu makkelijk laten begeleiden of niet. Leonie houdt ervan, want dat maakt het vak van bewegingsagoog iedere dag anders.

Daar praten we nog even over door, want is iemand met autisme niet heel erg gebaat bij structuur en weinig veranderingen? Is het juist niet lastig om te schakelen voor iemand met autisme? Dat is dus niet altijd zo.
Leonie vertelt dat zij de rust en structuur haalt uit het dagelijks programma. De dag mag steeds anders ingevuld worden, als ze aan het begin van de dag maar helder krijgt wat zij te doen heeft die dag.

Zoals duidelijkheid over welke cliënten ze onder haar hoede gaat nemen en welke activiteiten er voor die cliënten op het programma staan. Is dat helder, dan is Leonie prima in staat het wisselende gedrag van de cliënten te begeleiden. Met cliënten naar buiten gaan om te wandelen en te fietsen is hierin toch wel favoriet.
Niet alleen vanwege de activiteit zelf maar ook vanwege het buiten zijn. Buiten zijn minder prikkels en buiten kan Leonie juist weer ontladen. Zo blijft ze in balans en kan ze haar werk goed doen.

Observeren

Wanneer we het hebben over het observeren benoemt ze 2 verschillende situaties.

  • Observeren van cliënten en inspelen op de situatie
  • Observeren van collega’s wanneer zij cliënten begeleiden.

Een bekende eigenschap die je vaak tegenkomt bij autisme is oog voor detail. En dat heeft Leonie ook. Dit komt goed van pas als ze cliënten observeert en door dat oog voor detail ziet zij veranderingen in mimiek en lichaamstaal  van de cliënt. Wanneer een cliënt spanning opbouwt, gebeurt dat om een reden. En wanneer een cliënt die spanning niet meer kan reguleren en dit uit door agressie, heeft dat dus ook een reden. Maar door tijdig op de signalen van cliënten te reageren, kun je agressief gedrag dus vaak voor zijn. Niet altijd, maar vaak wel.

Leonie kijkt dus ook hoe collega’s hun werk doen. Kijken naar elkaar en vragen stellen, daar leer je van is haar uitgangspunt.

Autisme heeft ook zijn lastige kanten in het werk. Neem nu een teamuitje. Leonie vindt de activiteit op zich vaak leuk maar de informele praatjes op zo’n dag dus helemaal niks! Ze heeft geen gesprekstof en vindt het lastig om mee te praten met onderwerpen waar anderen het over hebben.
Hetzelfde doet zich voor tijdens een vergadering. Ze heeft wel inbreng maar vaak te laat. Het onderwerp waar ze iets over wil zeggen is dan al afgerond. Grapjes die gemaakt worden kosten veel energie om die te analyseren en te duiden. En als de agendapunten door elkaar besproken worden, dan is haar concentratie binnen no time verdwenen.

Geconcentreerd of chagrijnig?

Leonie laat zich goed lezen. Dat wil zeggen dat als ze geconcentreerd is of ze doet vreselijk haar best om geconcentreerd te blijven, dan staat haar gezicht op standje chagrijnig. Wat ze dus helemaal niet is. Meestal hebben haar collega’s daar wel begrip voor, maar niet altijd. Dan is het wel even pittig.

Eén collega ziet haar juist eerder dan de rest. Die ziet aan haar gezicht wanneer het Leonie eigenlijk teveel is. Die stuurt haar dan gerust naar buiten om weer te ontladen en tot rust te komen.
Heeft Leonie haar overprikkeling in de gaten, dan onderneemt ze zelf actie ‘Ik loop even weg uit de drukte’. Zegt ze dan tegen haar collega en die weten dan dat ze een moment rust nodig heeft.

bewegingsagoog, autisme

Wie dus denkt dat mensen met autisme het best tot hun recht komen in de ICT of in een baan waar ze repeterend werk kunnen doen ‘omdat ze structuur nodig hebben en niet makkelijk kunnen schakelen’; tadaaaá….
Dat hoeft dus niet zo te zijn!
Iedereen kan werk doen wat hij of zij leuk vindt. Het is de kunst om van jezelf te leren kennen wat je nodig hebt en je weg hierin te vinden tijdens een studie of in je werk.

En last but not least een werkgever en een team die met je mee willen denken en die jou jezelf laten zijn. Dat vraagt dan wel openheid van jou. Vind je dat lastig? Ik help je er graag mee. Het is vaak een drempel die je over moet. Maar ben je die eenmaal over, dan valt er een belangrijke stressfactor weg: Je hoeft niet meer te doen alsof.

Diverse opleidingen

Denk je erover om in de gehandicaptenzorg te gaan werken? Onderzoek dan eens of de opleiding Maatschappelijke Zorg iets voor jou is. Je kunt de opleiding volgen bij een ROC bij jou in de buurt.
Lijkt het je wat om bewegingsagoog te worden? Kijk dan bij de opleiding CIOS. CIOS staat voor Centraal Instituut Opleiding Sportleiders. Met een CIOS diploma kun je ook doorstuderen aan de ALO, Academie voor Lichamelijke Opvoeding of Sportkunde.

3 Tips van Leonie

En overweeg je om een opleiding te gaan doen? Dit zijn de 3 tips van Leonie:

  1. Volg je hart, als je iets graag wil, dan zal het ook lukken. Misschien met wat obstakels, maar je kunt meer dan je denkt. Er zijn verschillende wegen die je naar je doel kunnen leiden. Geloof in groei, hoe groot of klein de stappen ook zijn. Subdoelen brengen je naar een doel dat je voor ogen hebt.
  2. Laat je vooral horen als je ergens tegenaan loopt en spreek je uit waar je ondersteuning in nodig hebt. Schroom niet om hulp in te schakelen, je hoeft het niet alleen te doen.
  3. Blijf vooral jezelf en ontwikkel je eigen authentieke manier van omgang met de doelgroep waar je mee wil gaan werken.

Als ik jouw verhaal ook mag vertellen, stuur me dan een mail. Zo groeit het aantal verhalen en kunnen we samen jongeren inspireren die nog op zoek zijn naar informatie.
Via dit contactformulier kun je je opgeven en ik neem snel contact met je op. Ik ben altijd op zoek naar verhalen van mensen met autisme die studeren of een beroep uitoefenen. Er kunnen wat mij betreft niet genoeg verhalen verteld worden. Voel je dus welkom.
Mocht je het eng vinden om geïnterviewd te worden, ik stuur je de vragen van tevoren per mail. Zodat je weet welke vragen ik ga stellen en je er eerst rustig over na kunt denken.

Als studiekeuze coach voor jongeren met autisme zoek ik naar mooie verhalen. Het liefst positieve verhalen.
Verhalen met echte mensen met echte beroepen.
Beroepen waarvoor je als persoon met autisme ook kunt kiezen.

Je wilt toch een studie waar je blij van wordt!

Gelukkig gaan steeds meer decanen, docenten en andere professionals inzien dat mensen met autisme niet allemaal techneuten zijn. En dat niet iedereen met autisme geïnteresseerd is in cijfers en analyseren. Maar er zijn helaas nog steeds te veel professionals die niet op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen rondom het autisme spectrum stoornis. En daarmee krijgen nog veel jongeren verkeerde studieadviezen.

Missie

Het is mijn missie om jongeren met autisme zo te ondersteunen dat ze zelf op onderzoek uitgaan en met vertrouwen een studie kiezen waar zij blij van worden. Met deze serie blogs toon ik aan dat mensen met autisme prima kunnen werken in beroepen die je misschien niet verwacht. Of studies volgen die je misschien niet verwacht, zoals dramatherapie. En studie vol met sociale contacten.

Julia

Voor de blog-serie over beroepen was ik eerder al in gesprek met Natascha die leerkracht is in het basisonderwijs en met Marguerite die als acquisitieregisseur voor een bank werkt. Deze keer ben ik in gesprek met Julia (21). Deze kanjer studeert dus Dramatherapie, zit in het 3e jaar en loopt stage in de Verslavingszorg.

Is de opleiding Dramatherapie passend voor iemand met autisme?
Studeren met autisme, maak je dromen waar!

Wat eraan vooraf ging

Ergens in maart 2021 word ik benaderd door Julia of ik haar enquête wil invullen. Ze doet een onderzoek voor haar opleiding en zoekt mensen die autisme hebben of ouder zijn van iemand met autisme of hulpverlener zijn voor mensen met autisme.
Vorig jaar heb ik zelf een onderzoek gedaan met dezelfde doelgroep. Je leest er meer over in de blog Is een studie kiezen lastiger met autisme? Natuurlijk help ik graag een medeonderzoeker, dus ik vulde haar enquête in.

Julia: ‘Ha Joyce, ik heb autisme en een baan’

En als ik later in een post een oproepje doe omdat ik mensen zoek om te interviewen voor mijn serie blogs over beroepen, reageert Julia met ‘Ha Joyce, ik heb autisme en een baan (een stage, maar dat is ook een werkplek!) en in het verleden ook veel bijbaantjes gehad. Dus als je wil mag je mij zeker interviewen. Lijkt me heel leuk’.
Nou, mij ook!

Julia’s Diagnose

Ze was 17, bijna 18 jaar toen ze de diagnose kreeg. Julia was eigenlijk wat verbaasd. Wat ze van autisme wist, gaf het beeld van een star, weinig sociaal persoon. Dat was zij helemaal niet! Ze ging erover lezen en ontdekte dat autisme veel verschillende uitingsvormen heeft. Bij de één uit het zich anders dan bij de ander. Bij mannen anders dan bij vrouwen. Het autistisch brein blijkt een bijzonder brein.

Medicatie

Op de vraag ‘Welke kenmerken vanuit het autisme herken jij in jezelf?’ antwoord Julia dat prikkeling-verwerking een rol bij haar speelt. Ze krijgt er medicatie voor en daarmee kan ze overprikkeling wat vaker voorkomen. Julia is auditief gevoelig en met de medicatie komen sommige geluiden wat minder hard binnen. Medicatie helpt ook om dingen wat meer op een rijtje te krijgen en dat is helpend bij het overzicht houden. Prikkels komen iets minder heftig binnen en door de medicatie kan ze die dan iets makkelijker filteren.

Plannen

Julia is één van die mensen die na een intensieve dag meer hersteltijd nodig heeft dan iemand die geen auti-brein heeft. Dat betekent dus goed kijken naar belastbaarheid en goed plannen. En niet in één week 3 deadlines proberen te halen, want dat gaat niet werken. En als je dit koppelt aan Julia’s streven naar perfectie, snap je dat goed plannen een zoektocht blijft.

Passie

De weg die Julia’s zus bewandeld heeft rondom haar studiekeuze, gaf Julia het inzicht dat zij het anders wilde aanpakken. Haar zus koos in de eerste instantie voor een ‘veilige’ studie. Ze switchte van opleiding en slaagde glansrijk. Daardoor wist Julia ‘Ik ga direct kiezen voor iets waar mijn hart ligt’.

Julia: ‘Ik geloof er heel sterk in dat als je kiest voor iets waar jij warm van wordt, een studie veel meer slagingskans heeft’

VWO diploma en toch niet naar de universiteit

Julia heeft het VWO afgerond met prima cijfers. Het leek er dus op dat ze voor een WO studie zou gaan kiezen. ‘Maar na mijn VWO had ik geen zin om nog 6 jaar met de neus in de boeken te zitten. Ik wilde resultaat zien van mijn werk en iets voor andere mensen betekenen’. En dat is ze gaan doen. Haar eerste keus was een opleiding tot Docent Theater. Julia deed auditie en kwam ver in het selectieproces. Ze werd het nét niet.

Plan B

Het wordt uiteindelijk plan B, haar tweede keus: de opleiding Vaktherapie met als uitstroomvariant Dramatherapeut. Ze had ook kunnen kiezen voor Beeldend therapeut of Psychomotorisch therapeut. Maar ze heeft voor drama gekozen. Achteraf is Julia juist blij dat het deze opleiding is geworden en niet de opleiding Docent Theater. Ze merkte dat er bij de opleiding Dramatherapie ruimte is om fouten te maken en het oké was om je kwetsbaar op te stellen. Dit in tegenstelling tot de kunstacademie waar je je steeds van je beste kant moet laten zien.

Autisme & studeren

Julia is perfectionistisch. Voor haar betekent dit dat ze alles in één keer wil behalen en ook nog met heel goede cijfers. En dat lukt haar ook. Aan de ene kant vindt ze het leuk om met haar opdrachten bezig te zijn. Aan de andere kant merkt Julia dat ze er ook erg veel tijd in steekt. Soms wat te veel.

Julia: ‘Als je aan mij een opdracht geeft, dan ga ik er helemaal voor. Je mag verwachten dat het heel goed wordt gedaan. Ik ga niet voor minder.

In de klas voelt ze zich op haar gemak. ‘Iedereen weet dat ik autisme heb’ geeft Julia aan. Medestudenten en leraren zijn gericht op mentale gezondheid en zijn daarmee geïnteresseerd in het thema autisme. Dat helpt Julia om zich op het gemak te voelen in de groep.

Cliënten met autisme

Julia komt in haar opleiding ook cliënten met autisme tegen. Ze is ervaringsdeskundig dus ze kan haar eigen ervaringen inzetten en sluit daardoor goed aan bij cliënten met autisme. Ook haar medestudenten leren van haar wat het betekent om autisme te hebben.

Een rollenspel is een werkvorm die een dramatherapeut in kan zetten bij de begeleiding van een cliënt. In de opleiding oefen je dat geregeld. Julia is creatief en speelt een scene soms heel anders dan verwacht, waardoor zij laat zien dat ze echt out of the box kan denken.

Wat maakt de stage tot een succes?

Julia loop stage in specialistische GGZ verslavingszorg. Daar komt ze ook geregeld cliënten tegen die ook autisme hebben. Julia snapt als geen ander hoe autisme belemmerend kan werken, maar ook waar de kansen zitten. Als het een functie heeft vertelt Julia aan een cliënt dat ze zelf autisme heeft. Dit is voor haar echt een oefening in afstand en nabijheid. Want wat vertel je wel en wat niet? De begeleiding moet tenslotte wel professioneel zijn.

Stagedoelen

Een van de doelen tijdens haar stage is: meer contacten leggen met collega’s. En dat is best nog een pittig doel om te behalen. Wanneer je aan Julia vraagt hoe ze denkt over koetjes-en-kalfjes-gesprekken, zal ze aangeven dat ze daar niet zo veel voor voelt. Sarcastische grapjes vindt ze ook niet echt geweldig. Analyseren wat iemand precies bedoelt en hoe je daar op moet reageren, kost haar veel energie. Toch wordt er als collega wel één en ander van haar verwacht. Gelukkig heeft Julia een fijne stagebegeleider. Eéntje die Julia haar grenzen laat opzoeken maar haar niet pusht om óver die grens heen te gaan. Zo kan zij veilig oefenen en leren.

Grenzen

Ze bespreekt bijvoorbeeld dat ze heel zelfbewust wordt in sociale situaties. Wat wordt er van je verwacht en hoe reageer je? Daar denkt ze dan verder over na. Zelfs over hoe je een boterham vasthoudt wanneer je samen met collega’s luncht. Dit houdt haar wél bezig maar dit bespreekt ze natuurlijk niet met haar stagebegeleider. Er zijn grenzen 😉

Vertrouwen op je gevoel

Julia wordt ontzettend zenuwachtig bij nieuwe dingen. Om het toch te gaan doen, moet ze zich echt over die  zenuwen heen zetten. Ze zegt hierover: ‘Ook al gaat het niet precies zoals ze verwacht, tegenwoordig denk ik ‘IK RED ME WEL 💪🏽’.
Ze wil nog meer leren om op haar gevoel te vertrouwen. Lukt dat en het blijkt te werken, dan is ze helemaal happy.

Dromen

Dramatherapie studeren en autisme hebben, het is dus een prima combinatie. In ieder geval voor Julia. Het bewijst wel dat er veel meer mogelijk is dan je soms denkt en dat je je dromen kunt waarmaken. Om dat te kunnen doen heb je vooral inzicht nodig:

  • Inzicht in je talenten
  • Inzicht in wat je nodig hebt
  • Inzicht in wat je belangrijk vindt

En ook dat is minder ingewikkeld dan je denkt. Ik help je er graag mee.
Met een talentenscan kom je al een fikse stap dichterbij. Hier lees je er meer over.

Weet je wat?
App meteen voor een gratis kennismaking:
☎ 0640848947
of stuur een mail naar:
📧 info@jhob.nl

Op de hoogte blijven?
Volg mij op Instagram

Er zijn talloze studies en opleidingen waaruit je kunt kiezen. In de serie blogs ‘Wat is…’ geef ik steeds een beschrijving van een opleiding die misschien nog niet zo bekend is. Deze eerste keer Creative Technology.

De studie Creative Technology bewijst wel dat niet alle universitaire opleidingen vooral theoretisch en weinig praktisch zijn.
Bijna 3 jaar geleden koos Thomas (21) voor deze opleiding en hij heeft er geen moment spijt van gehad. Thomas: ‘Creative Technology is een universitaire bachelorsopleiding die de disciplines elektrotechniek, informatica en iteratief productontwerp combineert met veel hands-on prototyping en een vleugje bedrijfskunde’.

Ik had geen idee wat iteratief was, dus dat heb ik opgezocht. Het blijkt een term uit de wiskunde te zijn en het betekent ‘herhalend’. Bij een iteratieve aanpak ga je stapje voor stapje verder en gebruik je voortschrijdend inzicht in een volgende fase. Weer wat geleerd.

Techniek & de mens

Met deze opleiding word je uiteindelijk de verbinding tussen innovatieve technologieën en de mens in de samenleving. Tijdens de opleiding word je uitgedaagd om nieuwe of reeds bestaande technologieën op een creatieve manier in een nieuwe creatieve context toe te passen voor een gemakkelijker of leuker leven. Een mooi voorbeeld is Robot Phi maar er zijn nog veel meer voorbeelden te bedenken, zoals de app Ommetje en wat denk je van Google Home!
Kernwoorden als creatief, ontwerpen en technische ontwikkelingen staan centraal tijdens de studie.

Zit je op de middelbare school, dan klinkt dit misschien als veelomvattend en groots. Maar het mooie is dat je het stap voor stap leert. Alles wat jij nodig hebt is belangstelling voor techniek, informatica en het lef om iets anders te willen dan de standaard.
Het proces van het in kaart brengen van het probleem, brainstormen tot een idee en het uitwerken en uittesten van een prototype, leer je tijdens de opleiding.

Lef & actie

Thomas: “wat ik zo leuk vind aan Creative Technology is dat je uitgedaagd wordt om lef te tonen en echt actie te ondernemen. De concepten blijven niet in een boekje, maar komen in de werkplaats tot leven. Ik vind het geweldig om praktisch bezig te zijn. Vaak eerst met papier en een vlugge schets en dan later met 3D printen en laser snijden.”
Je krijgt de opdrachten van een opdrachtgever en die werk je uit in een projectgroep. Hierdoor leer je al gauw welke rol jou ligt tijdens het werken in projecten. Tijdens de opleiding is er ruimte voor keuzevakken waardoor je zelf richting kunt bepalen.

Natuurlijk zijn er ook lastige aspecten aan de opleiding. Denk aan medestudenten die minder inzet tonen dan jij tijdens een project. Of dat er maar een maximum aantal studenten gekoppeld kan worden aan een opdracht en dat je net te laat inschrijft en dus niet mee kunt doen. Dat overkwam Thomas ook een keer. Ook daar leer je weer van, er zijn altijd wel weer andere opties op dat moment.

Voorbeeld van een project

Thomas studeert aan de universiteit Twente en is inmiddels ook semiprofessioneel fotograaf onder de naam Oneroy. Hij maakte de foto hieronder tijdens een project in het 2e jaar van zijn opleiding. Check zijn website maar eens!

Creative Technology in de praktijk

De foto laat een zelf ontworpen apparaat zien, waarmee oude DVD’s een nieuw doel krijgen. Ze fungeren zo als equalizer en visualisatie voor muziek. Het apparaat werd bedacht en gemaakt tijdens een hackaton-project van een paar dagen waar je in gelimiteerde tijd een goed werkend product moest zien te ontwikkelen. Het hoefde niet helemaal af te zijn, als wat je ontworpen had, het maar goed deed. Laat de creativiteit maar stromen!

Waar volg je deze studie?

Op HBO niveau kun je ook allerlei opleidingen doen in deze technische en creatieve richting. Bijvoorbeeld bij het Saxion aan de Academie Creatieve technologie Maar er zijn veel meer HBO’s die dit soort opleidingen aanbieden.
De studie Creative Technology die Thomas volgt, is een Engelstalige opleiding en die wordt gegeven aan de Universiteit Twente

Is Creative Technology wat voor jou?

Hoe weet je nu of deze opleiding wat voor jou is?
Je vakkenpakket en je profiel is natuurlijk screening nummer 1. Wiskunde en natuurkunde is belangrijk en heb je het vak informatica gehad dan is dat zeker een pré maar niet noodzakelijk. Interesse in de mens en zijn omgeving is net zo goed belangrijk. Het zijn twee evenredig belangrijke onderdelen van de opleiding. Tijdens de opleiding ga je werken in projectgroepen. Daar ontkom je niet aan. Maar dat kom je in je werk later ook tegen, dus beschouw de opleiding als een mooie oefening. Fouten maken mag en van proberen kun je leren, zeg ik altijd.

Lijkt de opleiding je leuk maar heb je ergens twijfels over? Of je innovatief genoeg bent? Welke rol jou ligt in een projectgroep? Of hoe je tegenover opdrachtgevers staat? Als je een Talentenscan doet dan weet je het.

Soms kom je een beroep tegen waarvan je denkt ‘Huh bestaat dat?’ Welke opleiding je daar dan voor nodig hebt is dan ook niet vanzelfsprekend. Ik schreef een blog over Hoe je aan een beroep een opleiding koppelt. De blog neemt je stap voor stap mee hoe je dat doet.

Via social media deel ik geregeld tips, weetjes over autisme en hier en daar een positieve quotes. Klik op één van de icoontjes onder aan deze pagina en je vindt JHob op Facebook, LinkedIn en Instagram.

Laatst reageerde ik via Instagram onder een post van Coachwereld. En vervolgens kreeg ik om een uur of 9 ’s avonds de vraag of ik een gastblog wilde schrijven voor hun website. De blog zou moeten gaan over thuiswerken in deze 2e Lock down en de balans vinden tussen werktijd en vrije tijd. Daar heb ik de nodige ervaring mee. Dus ja, dat wilde ik wel doen.

De blog zoals die is gepubliceerd op de website van Coachwereld met hier en daar een ieniemienie verbetering. Ik kon het niet laten 😉

We zijn in Lock down en Het Grote Thuiswerken is weer begonnen. En jij denkt: ‘Ze zoeken het maar uit. Ik kruip lekker in mijn jogging broek en hoodie op de bank. Laptop op schoot.’ En je gaat je mailbox te lijf of fijn aan het werk met het verslag dat je moet schrijven.
Of toch niet?

Het lijkt een goed idee, maar doordat je vrijetijdskleding aanhebt en op de bank genesteld zit, denkt je brein dat je vrij bent. Met als gevolg dat je brein denkt dat je overwerkt. En dat is nu net wat we niet willen.  
Maar wat dan wel? Hoe kun je nu op een prettige manier thuiswerken, zodat werk en vrije tijd in balans is?
Ook ik werk sinds de eerste Lock down tijd thuis. Om mijn werk te doen, hoef ik niet naar buiten. (Bijna jammer) En ik heb altijd deadlines! Met een gezin van 5 personen is dat best een uitdaging.
Ervaring genoeg dus en die deel ik graag met je:

Verzorg je uiterlijk

Je zult mij niet in mijn badjas aan het werk zien. No way. Dan kom ik gewoon niet in een prettige werk flow. Verzorg jezelf dus zoals je zou doen als je naar je werk zou gaan. Dus je haar lekker in model en je gewone make up. Vergeet je sieraden niet!
Als je vindt dat je er goed uit ziet, voel je je ook beter. Je moet er even de moeite voor doen maar dan heb je ook wat.

Video bellen?

Wat denk je van een plotselinge verzoek van je klant of leidinggevende om de telefonische afspraak om te zetten naar een video gesprek? Geen punt toch als je al goed verzorgt bent!
Je hoeft er niet eens over na te denken. Doordat je er niet over na hoeft te denken, kost het je ook geen energie. En zo bewaar je energie voor belangrijkere dingen.

Middle of the road

Je kleding is dus belangrijk. Trek iets aan dat passend is bij het werk dat je gaat doen. Dat zet je brein in de goede werkstand. Ook tijdens de vorige Lock down zijn deze adviezen gegeven, dus dit is niets nieuws. Nu ben ik sowieso al geen fan van joggingbroeken, want dan zie ik er echt niet uit.
Ik zoek kleding die me lekker zit en waarmee ik goed voor de dag kan komen.

Natuurlijk heb ik ook kleding waarmee ik chique de friemel een presentatie kan geven. Maar zo ga ik thuis niet achter mijn bureau zitten. Het moet wel leuk blijven. En het is ook helemaal niet nodig om in de werkstand te komen. Gewoon kleding die het midden houdt tussen casual en netjes. Een middle of the road-setje is dus goed genoeg.

Stevig in je schoenen staan

En weet je wat ook goed werkt? Je schoenen aan. Klinkt misschien gek, maar het is echt zo.

Doe je je schoenen aan dan sta letterlijk stevig in je schoenen. Zeg nou zelf, een klant gesprek voeren terwijl je op je sloffen loopt, geeft toch een heel andere energie dan wanneer je schoenen aan hebt.
Laat staan dat je onderuitgezakt in je joggingbroek met je laptop op de bank zit en je krijgt een telefoontje van een klant. Merk je wat er dan gaat gebeuren?
De eerste seconden ben je bezig met overeind komen en schakelen naar een actieve houding. Je moet jezelf bijna letterlijk en figuurlijk bij elkaar rapen. En dat schakelen kost je extra energie. Geen wonder dat je na een thuiswerkdag vermoeider bent, dan na een werkdag op kantoor.

De balans

Wanneer er verschil zit in je houding, kleding en schoeisel dat je tijdens je werktijd draagt en in je vrije tijd, dan is het vinden van een balans tussen werktijd en vrijetijd makkelijker.

Bedenk eens wat je normaal gesproken doet als je van je werk komt. Schop je je schoenen uit en schenk je jezelf iets te drinken in? Kleed je je om en trek je iets makkelijks aan? Doe dat nu dan ook.
Je pelt letterlijk je werkdag van je af.

Voor mij geldt; Einde werkdag: schoenen uit en pootjes op de bank. Iets te drinken erbij en even met mijn partner de dag doorspreken. Héérlijk vind ik dat. Nu heb ik het geluk dat mijn partner meestal kookt, dus dat half uurtje gebruik ik om even tot mezelf te komen. Even loskomen van het werk en ontspannen.

Joggingbroek aan terwijl je werkt

Op zaterdag mag het.
Je kunt je joggingbroek ook vóór je laten werken. Bijvoorbeeld als je op zaterdag iets wilt afmaken, omdat je eerder in de week ervoor gekozen hebt om een spelletje te spelen met je kids of te wandelen met je hond.
Stuur je man en kids mét hond naar buiten en als je dán in je joggingbroek met je laptop op de bank gaat zitten, is het juist wel een goed idee.
Je brein registreert de situatie als ‘vrij’ en zo ervaar je dit stukje werktijd meer als weekend. Je komt zo toch een beetje tot rust. Hoewel het natuurlijk altijd beter is om volledig tot rust te komen en zelf ook lekker naar buiten te gaan.

Maar hé, vind jij dat je er op je voordeligst uitziet in je joggingbroek en je hoodie? Werk je dan het lekkerst? Dan moet je dat vooral lekker doen. Wie ben ik om te zeggen wat jij moet doen? Zolang je de balans maar in de gaten houdt.

Positieve boost

Positief blijven denken

Voor wie op dit moment flink baalt van het thuiswerken, nog even wat positieve punten over thuiswerken:

  • Een bad hair-day ziet niemand
  • Bedenk eens hoe fijn het is om niet in het donker in de auto te hoeven stappen.
  • Je hoeft je autoruiten niet te krabben
  • Geen trein die je mist, omdat je je fiets niet kwijt kon in het fietsenrek
  • Je hoeft je handen niet te ontdooien omdat je een half uur in de kou hebt moeten fietsen
  • Je kunt je werktijd zelf inplannen, denk aan ’s morgens tussen 5 en 7 uur of ’s avonds als de kids op bed liggen.
  • De koffie (of thee) is fantastisch
  • Lunch is super goedkoop
  • Je band met je kids  groeit mega met de aandacht die ze van je krijgen
  • Geen geroddel door collega’s
  • Je hoeft niet te zoeken naar een flexplek
  • Je weet precies wie het laatste printerpapier heeft gebruikt en niet heeft bijgevuld 😉

en last but not least:

  • Géén files en je bent vóór het donker weer thuis!!

Tot zover de blog voor Coachwereld. En wat een goede marketings-actie van hen om mij te vragen voor die gastblog. Ik kende hun site nog niet en het blijkt een platform te zijn waar je als coach lid van kunt worden. Zij verdienen aan mijn lidmaatschap en ik vergroot mijn vindbaarheid.
Ze zijn niet al te duur……toch maar lid worden dan?

Hoe heb jij mij gevonden? Zet het in een reactie. Dan kan ik bepalen of ik een platform zoals Coachwereld nodig heb. Vast bedankt!

Wil je af en toe de inspiratiebrief ‘Ontwikkeldingen’ ontvangen, meld je dan aan via het contactformulier