Met WAT krijg ik mijn kind in beweging?

Wees gerust, ik ga het uitleggen. 😀

Mensen met autisme kunnen heel geconcentreerd met iets bezig zijn. Dat is algemeen bekend. Neem het voorbeeld van het kijken van YouTube-filmpjes of het spelen van een game. Ze hebben alleen oog voor wat zij aan het doen zijn. Vervolgens heb jij een probleem als je jouw kind iets anders wilt laten doen.

Of het gaat om je partner. Je wilt zijn (of haar) aandacht maar hij is met al zijn energie met iets bezig.

Toverstokje?

Je bent zo duidelijk als je maar kunt zijn maar hij komt niet los van wat hij aan het doen is.
Laat staan dat hij gaat doen wat jij graag wilt. Zelfs al roep je hem voor de 2e of de 3e keer en hij reageert met: jahaaá, ik kom!
Of hij reageert helemaal niet, dat kan ook.
Om moedeloos van te worden.
Ik heb geen toverstokje waarmee ik maar hoef te zwaaien en hij komt los van wat hij aan het doen is. Zo werkt het helaas niet.

W.A.T-ten werkt wel

W.A.T-ten is een positieve manier van communiceren waarin je vast patroon gebruikt van 3 stappen. Deze 3 stappen zijn Waarnemen, Aansluiten en Toevoegen. Je leest er meer over in Auticommunicatie, Geef me de 5 van Colette de Bruin (2012).

Met W.A.T-ten ga je in het moment, afstemmen met je kind. In het gesprek kan het nodig zijn om meerdere keren hetzelfde patroon van waarnemen, aansluiten en toevoegen, toe te passen.

Waarnemen, Aansluiten en Toevoegen

Neem de tijd

Stel jezelf in op het gesprek en de manier van denken van je kind. Oftewel zet je auti-bril op.
Verplaats jezelf in je kind. En neem daarvoor even de tijd. Laat goed tot je doordringen wat hij aan het doen is en waarom dat belangrijk voor hem is. En oordeel vooral niet. Wees bewust van het positieve van het geheel en geniet daarvan. Je bent aan het waarnemen.

En nu aansluiten

Wat je zelf wilt, parkeer je even. Je richt je op je kind. Benoem wat je ziet. Wanneer hij aan het vertellen is, herhaal je wat hij zegt. Letterlijk!
Gebruik geen andere zin, dat moet hij die eerst weer verwerken, voordat hij verder kan.

Je kunt ook letterlijk mee gaan doen met wat hij aan het doen is. Het YouTube-filmpje mee kijken bijvoorbeeld. Door dit te doen verbind je je op dat moment met hem. Voor beiden een fijn moment. Aansluiten is dus niets meer en niets minder dan meedoen.

Tijd om toe te voegen

Bij het toevoegen ga je aangeven wat je van hem wilt. Dit doe je in 3 stappen:

  1. Maak wat je gaat doen voorspelbaar. Zeg bijvoorbeeld: ‘ik ga je iets vragen’ of ‘ik wil een afspraak met je maken’. Laat dit even bezinken en check of je zijn aandacht hebt. Benoem dan pas waar je het over wilt hebben. 
  2. Vraag hem vervolgens wat er nodig is om hem te laten doen wat jij wilt. Neem het voorbeeld van Youtube-filmpjes kijken. Vraag hem hoe lang het filmpje nog duurt voordat hij kan stoppen of vraag hem hoeveel filmpjes hij nog wil kijken voordat er ruimte is om iets anders te gaan doen. Bij pubers werkt het vaak prettig als hij zelf de afspraak formuleert. Dan is de kans groter dat hij zich eraan gaat houden én je weet zeker dat hij jouw bedoeling goed begrepen heeft. 
  3. Maak daarna een afspraak met hem of herhaal wat hij zelf heeft geopperd, waarbij je duidelijk bent op de 5: Wie, wat, waar, wanneer en hoe.

W.A.T-ten met de was

Als je dan met gebruik van de W en de A de aandacht hebt gekregen kun je dus gaan Toevoegen, een opdracht geven. Daarbij ben je natuurlijk duidelijk op de 5. Wie, wat, waar, wanneer en hoe. Bijvoorbeeld: Zijn was moet gewassen worden en daarnaast wil je dat hij daar zelf een stukje verantwoordelijkheid in neemt. Dit is wat je kunt zeggen: Als je (wie) nog twee filmpjes (wanneer) hebt gekeken, dan las je een pauze in en dan breng je je was (wat) met de wasmand (hoe) naar de bijkeuken (waar).

Gebruik  WAT-ten om jouw puber met autisme een stukje verantwoordelijkheid te leren nemen

En zo krijg je met W.A.T-ten je kind in beweging. Het vraagt misschien wat oefening, maar dan gaat het vast lukken.
Herhaal de opdracht rondom de wasmand geregeld en je zult merken dat je op den duur alleen nog hoeft te vragen of hij voor dit en dit tijdstip, zijn wasmand naar de bijkeuken wil brengen. Scheelt jou gesjouw en hij maakt een stap richting zelfstandigheid.
Lees voor het wegbrengen van de was een andere actie, pas het W.A.T-ten toe en ook dat zal gaan werken.

bonus tip

Bonus-tip: Geef je pubers een eigen wasmand op zijn kamer. Dat maakt de stap naar de wasmand een stuk kleiner. Met als gevolg: geen vuile sokken meer over de vloer.

Lees hier een tip over communicatie. Het heeft mijn relatie met mijn auti-puber een stuk verbeterd. En de sfeer in huis werd met de dag beter!

Op Facebook geef ik geregeld handige tips. Lijkt je dat wat? Ga naar JHOB op Facebook, volg mij daar en mis niets.

Een lekker stellige uitspraak

‘Ik weet 100% zeker dat ik in het nieuwe jaar met de brommer naar school ga!’
Het is eind juni en het gesprek gaat over de brommer. Het is de brommer die nog in onderdelen uit elkaar ligt.
Mensen met autisme doen vaker stellige uitspraken. Ze kunnen daarbij ook nogal vasthoudend zijn. Misschien herken je het wel.

Auti-communicatie

Er valt heel veel te zeggen over communicatie met autisme. Communicatie is één van de aandachtsgebieden bij mensen met autisme.
En dat geldt zeker voor mijn zoon. En het geldt ook voor veel andere mensen met autisme die ik ben tegen gekomen.

Geef me de 5

Dagelijks gebruik ik de kennis die ik heb opgedaan vanuit de methodiek Geef me de 5 en het boek auti-communicatie van Colette de Bruin. Voor mij werkt het. Eerder ging ik veel vaker in discussie. Het werd geregeld zelfs een strijd maar nu weet ik gelukkig beter. En het contact met mijn zoon is sindsdien enorm verbeterd. Ik deel dan ook graag een tip waar ik zelf ook veel aan gehad heb. Deze tip geldt voor pubers maar zeker ook voor anderen met autisme.

TIP: Ga niet in discussie, wanneer hij stellig is over iets dat niet waar kan zijn, maar ga in gesprek.

Zijn mening is oké.
Maak er vooral geen welles-nietes discussie van. Je zult alleen maar weerstand krijgen en je puber zal op dat moment niet open staan voor argumenten.
Hij zegt de dingen die hij zegt echt uit overtuiging. Is hij stellig in zijn mening? Geef aan dat je begrijpt dat dit zijn mening is.
Zijn mening is oké.
Het allerbelangrijkst is dat jij gaat begrijpen hoe hij denkt. Zeg hem dat je benieuwd bent hoe hij zijn mening gevormd heeft.

Het kan zijn dat hij erover gelezen heeft op internet, of dat een docent iets gezegd heeft. Voor hem is dat dan zoals het is.
Stel hem vragen zoals: Waar heb je dat gelezen? Of Waar heb je deze informatie vandaan?
En als jij weet hoe hij zijn mening heeft gevormd, begrijp je hem al een stuk beter. Daarmee neem je hem serieus. Hij voelt zich gehoord en dat zal de sfeer van het gesprek zeker bevorderen.

De brommer van zijn bonusbroer rijdt. Dat wil hij ook.

De brommer

Ik stelde mijn zoon de vraag: ‘Vertel, hoe komt het dat jij zo zeker weet dat het 100% zeker is dat je na de vakantie op de brommer naar school gaat’.  Vervolgens ging hij vertellen over de klusjes die nog gedaan moesten worden voordat de brommer af was. En dat die klusjes met gemak af zouden komen. Dus hij ging zeker te weten na de vakantie op de brommer naar school.
Ondanks dat ik allerlei hobbels voorzag, ik heb namelijk ervaring met de omstandigheden waarin hij aan die brommer moet gaan werken, was mijn reactie was daarop: ‘Dus jij hebt er wel vertrouwen in?’ Waarop hij zei: ‘Jazeker!’
Natuurlijk kan ik dan met allerlei mitsen en maren aankomen. Heeft dat zin? Ik denk het niet. Wanneer er een tegenvaller komt, dan is het vroeg genoeg om daarover in gesprek te gaan.

Choose your battles.

Sinds ik gestopt ben met discussiëren en belangstellende vragen ben gaan stellen is het bij ons in huis een stuk gezelliger geworden. Ga dus vooral die vragen stellen.

Wil je iets meer weten over studiekeuze van jongeren in combinatie met autisme? Ik wilde er meer van weten, dus heb ik een oriënterend onderzoek gedaan. Lees dan hier verder

Door de ogen van mijn auti-puber

Van hem hoeft het niet zo nodig,
die versoepeling van de maatregelen.
Zeker niet als dat betekent dat hij straks weer fysiek naar school moet.
Tja, hier spreekt inderdaad een puber.

Hier spreekt mijn puber met autisme.
Hij mist school niet.
Hetzelfde geldt voor klasgenoten en andere sociale contacten.
Ook niet na 8 weken.
Of duurt deze corona periode al langer?
Ik ben de tel kwijt.

Eigenlijk heb ik een zeer relaxte puber in huis.
Na het eten blijft hij nog gezellig een poosje natafelen.
Er worden grapjes gemaakt en hij heeft dikke pret wanneer hij mij aan het schrikken maakt.
Op deze manier mis ik school ook niet.
Integendeel, ik geniet enorm van mijn zoon.

De even weken is hij bij zijn vader in huis
De oneven weken is hij bij ons.
Om het weekend komen zijn broers.
Zijn vrienden, die veelal in het buitenland wonen, spreekt hij online.
En ook zijn mentor spreekt hij iedere week twee keer.
Voor hem is het goed zo.

En dat snap ik ook wel.
Het zijn veel minder schakel-momenten
Veel minder prikkels om te verwerken
Veel minder stress momenten van het ‘op tijd komen’

Scheren vindt hij niet nodig.
Sterker nog, hij heeft zichzelf een challenge opgelegd:
Niet knippen en scheren gedurende de gehele coronaperiode
en straks weer naar school met een ‘corona-hoofd’.
Hij heeft er nu al lol om.
Van hem mag het nog wel een poos duren zo.
En ik wil hem heel graag zo relaxed houden.
Kortom, genieten zolang het kan.

Grasmaaien

Mijn jongste zoon heeft autisme. Zijn streepjes op de streepjescode, zoals dat in Geef me de 5 taal genoemd wordt, zitten vooral op communicatie. Dit betekent dat woorden, betekenis, taal en intonatie belangrijke punten voor hem zijn.

Daarbij hoort hij gefragmenteerd en dat resulteert nogal eens in acties die mensen in zijn omgeving niet begrijpen.
Als ouder probeer ik hem te steunen, een ambassadeur voor hem te zijn en hem klaar te stomen voor de volwassen wereld.
Ik probeer duidelijk te zijn op de 5. Wie, wat, waar, wanneer en hoe.
Dat gaat ook wel eens mis, zoals die keer dat ik hem vroeg om het gras te maaien.
Hij zou er €3,50 mee verdienen.

Dit gaat fout
Mijn vraag was of hij (wie) het gras (wat) netjes (hoe) wilde maaien. En wel direct na het eten (wanneer), voordat hij zou gaan sporten. Het ‘waar’ van de 5 was niet nodig om te noemen. We hebben alleen gras in de achtertuin.
Zie je waar het fout gaat?

Afijn, na het eten hoefde ik alleen maar te zeggen: ‘doe het nu maar’.
De tafel was nog niet afgeruimd en normaal helpt hij altijd mee. Jelmer heeft in beperkte mate last van zijn autisme. Dus het niet helpen afruimen is geen probleem voor hem. Alleen maar lekker makkelijk. Hij is tenslotte 16 en ook een puber.

Om tien over zeven komt hij naar binnen, het gras is gemaaid en al het materiaal ligt er nog. Hij: Mam, ik moet echt gaan omkleden, anders kom ik te laat bij sport. Oké dilemma dus.
Ga ik hem stimuleren om NU alsnog snel de boel op te ruimen of geef ik hem de ruimte waar hij om vraagt.
Ik besluit hem de ruimte te geven op voorwaarde dat hij opruimt als hij terug komt.

Kantjes knippen
Als ik een rondje loop door de tuin, valt me op dat het gras is gemaaid, maar dat de kantjes niet zijn geknipt. En dat hoort er toch wel bij, vind ik. Maar ja, ik heb het knippen van de kantjes niet genoemd. Wat nu?
Eenmaal terug van het sporten, ruimt hij meteen de grasmaaier en het snoer op.
Ik besluit de situatie alsnog met hem te bespreken. Na hem gecomplimenteerd te hebben voor het snelle opruimen en het grasmaaien, benoem ik dat het knippen van de kantjes er ook bij het grasmaaien hoort.

En ja hoor, zoals verwacht protesteert hij, want ik had het knippen van de kantjes niet genoemd. Ik had hem gevraagd om het gras te maaien en dat had hij gedaan. Natuurlijk moest ik hem gelijk geven.
In de vraag die ik hem gesteld heb, heb ik het woord ‘netjes’ gebruikt. Zo subjectief als ik-weet-niet-wat!
Weet hij veel wat ik bedoel met ‘netjes’!

Ik heb met hem doorgenomen wat ik hem gevraagd had en waar ik duidelijk ben geweest op de 5. Natuurlijk bleek dat ik duidelijker had moeten zijn. Hij daarentegen, moet leren om te vragen wanneer er iets niet volledig duidelijk is. De wereld is nu eenmaal niet 100% duidelijk. En niet iedereen weet dat iemand met autisme duidelijkheid op de 5 nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Hij moet leren om de opdracht na te gaan en vragen te stellen wanneer er geen duidelijkheid is op één van de wie, wat, waar, wanneer of hoe.

Dus heb ik hem verteld dat wanneer er voor hem een onduidelijkheid zit in de opdracht hij altijd (=generaliseren) aan de opdrachtgever moet vragen wat hij precies bedoelt. In dit geval had hij kunnen vragen: ‘mam, wat is netjes voor jou?’

Trots
Oké en dan nu? Zou ik hem die kantjes nog laten knippen of niet?
Ik besloot hem zelf te laten kiezen:
De kantjes alsnog knippen, omdat kantjes knippen nu eenmaal hoort bij grasmaaien of de kantjes niet knippen, omdat ik het niet had genoemd.
Wat was ik trots op hem toen hij ervoor koos om de kantjes te gaan knippen.
Wel probeerde hij loonsverhoging te krijgen, want ja, nu was hij wel een stuk langer bezig!