Het is 7 minuten na middernacht. De hond lag midden op het gazon voor het huis van mevrouw Shears. Zijn ogen waren dicht.

Zo begint het boek Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht. Christopher ontdekt de dode hond van zijn buurvrouw. De hond is vermoord met een spitvork. Christopher vraagt zich af wie de hond heeft vermoord en waarom. Christopher is een jongen met autisme en woont alleen met zijn vader. Hij neemt je mee met zijn gedachten en zo kom je precies te weten wat autisme voor Christopher betekent. En natuurlijk wie de hond vermoord heeft en waarom.

Speciale talenten en een fascinatie

Christopher is getalenteerd op het gebied wat wiskunde, natuurkunde en weet allerlei zaken heel logisch te beredeneren. Mensen vindt hij verwarrend. Allereerst omdat hij vindt dat mensen veel praten zonder woorden te gebruiken. Mimiek en geluiden die mensen maken zoals ‘ppffffff’ of zuchten en ‘honderd andere dingen die te ingewikkeld zijn om in een paar seconden door te hebben’. De tweede reden is dat mensen vaak beeldspraak oftewel metaforen gebruiken als ze praten. Terwijl een metafoor op zich ook al een metafoor is. Hij vindt metaforen weer een leugen want mensen die zich een hoedje schrikken, krijgen helemaal geen hoedje. Een voorbeeld van één van de grappige en o zo herkenbare stukjes uit het boek.

Christopher is gek op detectives. Hij is erg gefascineerd door Sherlock Holmes. Holmes is voor hem een voorbeeld. En als een ware detective gaat Christopher op zoek naar de moordenaar van de hond. Hij verlegd daarbij zijn eigen grenzen en komt zo achter een ander geheim. Wat dat geheim is, moet je zelf maar gaan ontdekken.

Een Super Goede Dag of niet

Christopher heeft een systeem om te bepalen of het een Super Goede Dag (ja, mét hoofdletters) een Goede, een Slechte of een Zwarte Dag gaat worden. Op Super Goede Dagen gaat er iets bijzonders gebeuren en op Zwarte dagen verbergt Christopher zich, eet en drinkt hij niets en voorkomt zo dat de dag nog slechter wordt. Welke dag het wordt, wordt bepaald door de kleur auto’s die hij tegenkomt onderweg naar school. Na 2 Zwarte Dagen sluit hij de volgende dag zijn ogen als hij in de bus zit. Want na 2 Zwarte Dagen mag dat. Logisch. Als het een Super Goede Dag is, durft Christopher meer dan anders.

En dat komt goed van pas, want Christopher gaat zijn grenzen verkennen én hij gaat zijn grenzen verleggen. Hij gaat op avontuur, want hij wil achterhalen wie de hond van zijn buurvrouw heeft vermoord. Hij ontdekt meer dan hij van tevoren had kunnen vermoeden.

Over de schrijver

Mark Haddon (1962) is een Engelse schrijver van romans, jeugdboeken en scenario’s. En hij is beeldend kunstenaar en illustrator. Haddon studeerde Engels aan de universiteit van Oxford. Hij werd in de eerste instantie vooral bekend als kinderboekenschrijver. De roman The Curious Incident of the Dog in the Night-time was zowel voor uitgevers en ook voor de lezers moeilijk in een genre of leeftijdsgroep onder te brengen. Als je op internet gaat zoeken naar het boek, zul je dan ook diverse covers tegenkomen. Uitgevers probeerden zo om duidelijk te maken of het boek voor volwassen of voor young adults was. Het boek wordt uiteindelijk door jong en oud gelezen.

Praat boek

Op scholen wordt het boek ook klassikaal gelezen, zo ook op de school van mijn zoon. Zij lazen het bij het vak Engels. Destijds was hij 13 à 14 jaar en ik vraag me af of het boek dan een geschikte keuze is. Als je niet goed weet wat autisme inhoud, kan het boek ook vreemd overkomen. Zeker op jongeren van 13 jaar.

Wat mij betreft leent het boek zich heel goed om het gesprek aan te gaan tussen ouders en jongeren. Wat herken je bij jezelf en wat niet? En wat heb jij nodig? Iedereen is anders, er is geen mens hetzelfde. Dat geldt ook voor mensen met autisme. Heb je één mens met autisme ontmoet, dan heb je één mens met autisme ontmoet. Het zegt lang niet alles over andere mensen met autisme. Niet iedereen met autisme heeft een speciale interesse zoals Christopher. En niet iedereen met autisme blinkt uit in natuur-, en wiskunde. Prikkelgevoeligheid komt bij meerdere mensen met autisme voor. En één heeft er meer last van dan de ander. Hoe prikkelgevoelig Christopher is én hoe hij hiermee omgaat, lees je in het boek.

Als je Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht wil kopen kan dat via Bol.com. Ook in het Engels, mocht je het boek liever in de oorspronkelijke versie lezen.

Via Boeken over autisme vind je meer reviews die ik geschreven heb. Allemaal boeken die autisme als thema hebben. De lijst groeit gestaag. Heb je een boekentip voor mij? Zet die dan in een reactie hieronder. Mijn voorkeur gaat uit naar romans maar af en toe een boek van een ervaringsdeskundige is ook prima. De volgende review gaat over het boek: Bram kan het zelf. Een kinderboek van Colette de Bruin.

Uit eigen ervaring kan ik je vertellen dat pubers met autisme niet gemakkelijk zijn. Sterker nog, het opvoeden van een puber met autisme is hartstikke moeilijk!

Zoonlief is gelukkig geen kroegtijger en loopt ook niet ‘s avonds laat over straat. Af en toe drinkt hij een biertje en drugs gebruikt hij niet, heeft geen verkeerde vrienden. So far so good.
Op deze punten hebben we geluk gehad. Wij hebben dus nooit discussies over te laat thuiskomen of over roken. Behalve één keer dan.

Roken

Op zijn 16e stond hij in het zicht van het huis een sigaret te roken. Dat was niet zo handig, want nu hadden we hem meteen door. Nadat we uitgerekend hadden wat roken per week zou gaan kosten en ik een beloning voor het ‘niet roken tot je 18e’ in het vooruitzicht gesteld had, was het meteen gedaan met roken. Ik blij natuurlijk, want als niet-roker wil je echt geen rokende puber in huis. We hebben hier een echte puber-hindernis genomen, zou je kunnen zeggen.

Autisme

Pubers met autisme zijn wel extra een uitdaging. Want wanneer hoort gedrag bij de pubertijd en wanneer hoort het bij autisme? Bijna iedere jongere heeft een periode dat douchen niet bovenaan het prioriteitenlijstje staat. En komt douchen wél op het prioriteitenlijstje dan douchen ze zo lang dat je dáár weer over in discussie moet. En dan hebben we het nog niet over de hoeveelheid shampoo die ze verbruiken.

Kamer opruimen

Neem nou zijn kamer. Veel mensen met autisme houden van structuur en orde. Hij heeft zeker behoefte aan structuur maar orde in de zin van een opgeruimde kamer, vindt hij absoluut niet nodig. Ongelooflijk, wat een puinhoop kan hij ervan maken!

Sokken liggen overal en de vloer ligt vol met kleding, schoenen en tassen. Zijn bureau is een chaos met glazen, schaaltjes en allerlei prulletjes die eigenlijk zo de vuilnisbak in kunnen. Denk aan propjes papier, verpakkingen en andere troep. Hij stoort er zich niet aan, zegt hij.

Wat is pubergedrag en wat niet?

Als ouder is het steeds weer afwegen: wat is pubergedrag en moet ik als zodanig bijsturen of kan ik laten gaan (het is een fase). En wat vraagt juist actie van mij omdat hij bepaalde dingen niet oppakt vanwege zijn autisme? Bij hem speelt dat hij vaak de samenhang van dingen niet ziet én dat een proces stagneert zodra hij een hindernis tegenkomt en niet weet wat hij moet doen.

Neem het voorbeeld van zijn kamer opruimen. Hij is prima in staat om zonder stap voor stap instructie zijn bed te verschonen en de afwas naar beneden te brengen.

De dikke laag stof ziet hij ook wel liggen. Hij komt alleen niet op het idee om een natte doek te gebruiken om stof af te nemen. Dus blijft de stof liggen. Een lege doos blijft wéken op zijn kamer staan, omdat hij niet weet waar hij de doos moet laten. En dat brengt mij tot onze volgende uitdaging.

Leren vragen stellen

Je kunt je afvragen of het nu zo belangrijk is dat die doos onmiddellijk opgeruimd moet worden. Ik vind dat niet het belangrijkste. Zijn kamer is zijn kamer en als hij zich prettig voelt in een rommelige kamer, dan laat ik dat zo. Mijn tienerkamer was vroeger ook geregeld een puinhoop. Mijn moeder kan je daar aardig wat verhalen over vertellen. En met mij is het ook goed gekomen, dus met zoonlief zal het ook wel goedkomen. Wat ik wel belangrijk vind, is dat hij leert om knelpunten te herkennen en vragen gaat stellen om die knelpunten aan te pakken. Daar zetten we nu op in.

Opvoeden van pubers met autisme

Dat opvoeden bij autisme niet altijd makkelijk is, demonstreer ik graag met een voorbeeld.

Jaren geleden, Jelmer was een jaar of 13, toen merkten we dat hij ‘s avonds minder makkelijk ging slapen. We hadden op dat moment nog geen professionele begeleiding gehad en deden ons best om hem zo autisme-vriendelijk mogelijk, op te voeden. We zijn nagegaan wat mogelijke oorzaken zouden kunnen zijn en we besloten dat we als eerste de cola zouden schrappen. We maakten de afspraak dat hij ‘s avonds geen cola meer zou drinken en bespraken natuurlijk ook de reden van de afspraak. Hij kon zich er prima in vinden, dus het was verder geen probleem. Tot op een avond, een paar dagen later.

Hij: Mam, mag ik cola? 
Ik: Nee, we hebben afgesproken dat je ‘s avonds geen cola meer zou drinken. Pak maar iets anders

Op een avond, een week later:

Hij: Mam, mag ik cola?
Ik (enigszins verbaast): Nee, we hebben afgesproken dat je ‘s avonds geen cola meer zou drinken.
Hij: oh ja

Dit herhaalde zich een paar keer. En ik vroeg me af, hoe het nou kwam dat een intelligente jongen zoals hij, steeds opnieuw naar de bekende weg vroeg. Hij kende de afspraak goed en toch bleef hij ernaar vragen. Bleef hij nou gewoon drammen? Of was het toch iets anders?

Raad van een autismedeskundige

Kort daarop stond ik als docent voor een klas leerlingen maatschappelijke zorg. Ik had een autisme deskundige van Autimaat als gastspreker uitgenodigd en legde haar deze casus voor. Haar uitleg was echt een eye opener en ik ben het nooit meer vergeten. ‘Dit zie je vaker bij mensen met autisme’ zei ze. En ze legde uit dat iedere keer dat Jelmer de vraag stelde ‘Mag ik cola’ dit voor hem een ander moment was. Een andere dag of een ander tijdstip. De ene keer misschien op maandagavond, de andere keer op zaterdagavond. De ene keer vlak na het eten, de andere keer later op de avond. In zijn optiek is de situatie steeds verschillend en dus kan het antwoord ook anders uitvallen. Best slim!


Ik heb vervolgens samen met Jelmer een nieuwe afspraak gemaakt: Jij drinkt ‘s avonds na het warm eten geen cola meer. Deze afspraak geldt voor iedere avond van de week.
Hij dacht even na. En toen kwam het: ‘Mam, hoe zit het dan met feestjes en met Oud & Nieuw, want dan ga ik later naar bed’.
Van mijn gastspreker wist ik dat ik afspraken moest generaliseren maar dat een uitzondering best mocht. Het zou juist duidelijkheid scheppen. De afspraak werd dus ‘s avonds na het warm eten geen cola, behalve op feestjes en met Oud & Nieuw. Yes! Hij tevreden en ik tevreden.

Pubergedrag of autisme?

Was het vragen om de uitzondering nu pubergedrag of autisme? Ik denk het laatste. De afspraak was nog niet duidelijk genoeg, met de uitzondering erbij wel.

En toen, weer een paar dagen later:
Hij: Mam, ik mag zeker geen cola hè?
Ik: Nee schat, je mag geen cola
Hij: dacht ik al, dan pak ik wel ijsthee

Kijk hier kwam wél de puber om de hoek. En ik vond het eigenlijk wel grappig. Hopelijk heb ik dat niet laten merken, maar dat weet ik niet meer precies.

Vraag jij je wel eens af welk gedrag van jouw puber met autisme pubergedrag is en wat bij autisme hoort? Ik blijf het lastig vinden. Zet je reactie onder deze blog, ik ben benieuwd of ik de enige ben die dit lastig vind.

Ik schreef eerder de blog Duidelijk zijn over grasmaaien over hoe je door duidelijk te zijn op de 5 (wie, wat, waar, hoe en wanneer) zodat je kind met autisme goed weet wat er van hem verwacht wordt. Handig, ook bij het opvoeden van pubers met autisme.

Jij wil dat ik naar jou luister, luister jij dan ook naar mij?

Het is een gewone doordeweekse avond. Ik heb net een gesprek met mijn zoon gehad. En aan het eind van dat gesprek vraag ik nog een moment zijn aandacht en zeg tegen hem: ‘Weet je nog? Jij wil dat ik naar jou luister, luister jij dan ook naar mij?

Mijn kinderen zullen deze uitspraak vast herkennen. Ik heb hem vaak gebruikt toen ze opgroeiden en bij mijn 18 jarige gebruik ik de uitspraak nog wel eens. Hoe je de zin interpreteert hangt af van de intonatie die je gebruikt, de klemtoon én de situatie waarin je de zin gebruikt.

Wederkerigheid

Wil de zin effect hebben, is het allereerst géén dreigement of onderhandeling of aanbod. Nou ja, dat laatste wel een beetje. Maar niet in de zin van: pas als jij gaat luisteren, luister ik naar jou. Hell no, daar ben ik helemaal niet van. Wat ik mijn kinderen hiermee wil leren is respect, gelijkwaardigheid en vooral wederkerigheid.

Samen

In deze wereld ben je niet alleen. We zijn er samen. Ik ben er voor hen en doe voor hen wat binnen mijn mogelijkheden ligt. Maar ik wil mijn kinderen ook leren dat zij hierin ook een verantwoordelijkheid hebben. Of je nu wel of geen autisme hebt. We moeten het samen doen.
Als je autisme hebt, is het niet vanzelfsprekend dat je zo maar oog hebt voor de behoeften van anderen. Dat dit niet vanzelfsprekend is, is niet erg. Je kunt het leren. 
Ik leer het mijn zoon door het voor te doen en hardop uit te spreken wat ik bedoel en waarom iets belangrijk is.

Luister

Naar elkaar luisteren, vind ik super belangrijk. Met luisteren bedoel ik ‘heb oog voor mijn wensen zoals ik oog heb voor jouw wensen”. Pubers zijn vooral gericht op hun eigen behoeften en dat hoort ook zo. Zo ontdekken ze de wereld en hun grenzen. En die grenzen krijgen ze o.a. van ons als ouders. Maar dat wil niet zeggen dat dit op een autoritaire manier moet gaan. Hoewel ik de ouder ben en niet een vriendin, streef ik er altijd naar om op een gelijkwaardige manier met ze te communiceren.

Sfeer

Ik probeer niet meteen te reageren maar eerst even tot me door te laten dringen wat ze van me vragen. Een paar seconden de tijd nemen om te beslissen hoe je wilt reageren levert echt rust op. Nogmaals, ik ben ook mens dus ook bij mij gaat het wel eens anders. Het is wel eens gebeurd dat hij met een voorstel kwam en dat ik reageerde met: ‘Nou ik dacht het niet!’. Het is wel een duidelijk reactie maar het bevordert de sfeer in huis niet echt, kan ik je zeggen.

Pubers

Zoals alle pubers, is ook mijn zoon het lang niet altijd eens met regels die wij stellen. Zoals op tijd gaan slapen en niet tot 3 uur ‘s nachts online zijn. Hij vindt dit overbezorgd en meent dat hij zelf kan bepalen hoe laat hij naar bed kan. Daar denk ik anders over en met reden, maar dan wordt deze blog veel te lang.

Ondanks dat we niet altijd dezelfde mening hebben, vind ik het heel belangrijk om naar hem te luisteren en soms mijn grenzen te versoepelen. En hem daarmee het vertrouwen te geven dat hij mag gaan uitproberen en ontdekken wat bij hem past. En dat is het moment dat ik tegen hem zeg: ‘Heb je het in de gaten? Ik luister naar je.’ Ik spreek het dus letterlijk uit. Dat is ook het moment dat hij zich bewust wordt van de ruimte die hij krijgt. En dat waardeert hij. En zo kreeg hij op een bepaald moment mijn toestemming om éénmalig met een online nachtelijk event mee te doen.

Zijn vraag eerst

Je leert hem de waarde van jouw gebaar als je de zin eerst gebruikt in een situatie wanneer je ingaat op zíjn vraag. Hij vraagt iets van je en je kijkt wat verantwoord is en geeft hem toestemming voor iets wat hij graag wil. Bijvoorbeeld in een vakantie tot een later tijdstip online zijn dan waarvoor je normaal toestemming zou geven. Geef aan dat het een uitzondering is. Je geeft daarmee ruimte en vertrouwen. De dag erna ga je met je kind kijken hoe hij het gedaan heeft. Toon belangstelling voor wat hij gedaan heeft en vraag waarom dit zo leuk was voor hem.

Goud

Geef hem een paar keer nét iets meer ruimte dan je normaal zou doen. Zodat hij kan gaan ontdekken. Bijvoorbeeld in een periode van een maand. Ik garandeer je dat er vervolgens vanzelf het juiste moment komt dat je hem kunt vragen: ‘Weet je nog? Ik heb …. (noem dat moment) naar jou geluisterd, luister je nu ook naar mij?’ Mijn ervaring is dan dat mijn kinderen dan zoiets hebben van ‘oh ja, dat is waar ook. Dan is het wel zo aardig als ik nu doe wat zij belangrijk vindt’. Die nadenkende blik en dan zijn commitment, dit moment is echt goud waard!

Ik had zo’n gouden moment komt dat mijn zoon in discussie probeerde te gaan over de tijdklok die er op het internet zit. Hij wilde voor altijd de tijdklok verder naar achter verzetten zodat hij altijd langer online kon zijn. Ik wilde dat niet. Toen ik zei: ‘Weet je nog dat je dat nacht event mocht doen? Toen heb ik naar jou geluisterd, luister jij nu dan ook naar mij? Vervolgens kwam die nadenkende blik en ging hij akkoord want hij wist best waarom die tijdklok erop zit. Hij weet ook dat wanneer hij onvoldoende rust krijgt, hij gezondheidsproblemen gaat krijgen. Maar ja, ‘s nachts doorgaan scoort veel beter bij vrienden dan aan moeten geven dat je voldoende rust nodig hebt en dus niet mee gaat doen met het nachtelijke event van World of Warcraft.

Wil jij nu ook werken aan een relatie die gebouwd is op wederkerigheid? Ga dan ook deze zin gebruiken: ‘Jij wil dat ik naar jou luister, luister je dan ook naar mij?’

Als moeder van een zoon met autisme en vervolgens als jongerencoach heb ik ontzettend veel gehad aan het boek Auticommunicatie van Collette de Bruin. Je koopt het boek Auticomminicatie via deze link. Een echte aanrader dus. Een van de technieken die ik daar geleerd heb, is het W.A.T-en. In deze blog lees je er meer over.


Schrijf je hier in voor de JHob inspiratiebrief en ontvang nog meer tips over omgaan met autisme en auti-communicatie.


Een blog over hoe Mees zijn afstudeerstage vond en waarom ik ervoor kies om jongeren met autisme te coachen

Er wordt mij wel eens gevraagd waarom ik het zo geweldig vind om jongeren met autisme te coachen. Om dit duidelijk uit te leggen, zal ik het verhaal vertellen van mijn buurjongen en buurmeisje. Beiden hebben een diagnose in het Autisme Spectrum Stoornis. (ASS)

Omwille van de privacy noem ik ze maar even Mees en Lisa.
Mees is 23 jaar, 4e jaars HBO ICT student en Lisa is 21 jaar. Zij studeert MBO Ruimtelijke vormgeving. Hun moeder is twee jaar geleden overleden en ze wonen beiden bij hun vader. Eén deur verder dus.

Mijn contact met Mees en Lisa is niet zo heel intensief. Mees zwaait wel altijd als hij het hondje gaat uitlaten en hij ziet me achter mijn computer zitten.
Lisa weet waarschijnlijk wel dat ik daar zit, maar ze kijkt niet. Ze is gefocust op het uitlaten van het hondje. Wanneer ik haar tegenkom en ik groet haar, dan groet ze terug. Daar blijft het contact bij.
Nu weet ik dat contact maken als je autisme hebt geen vanzelfsprekendheid is. Dus wat mij betreft is het prima.

Deze zomer

In de gesprekken die ik de afgelopen jaren met vader had en ik vroeg daarin naar de kids, kwam geregeld een aantal kwesties naar voren. Kwesties waarvan ik dacht: ‘daar zou ik ze wel mee willen helpen’.
Die gelegenheid kwam deze zomer. Zowel Mees als Lisa stonden er open voor om een talentenscan te doen. Eerst wat onwennig en niet helemaal overtuigd wat het voor hen kon betekenen. Maar toch ook wel nieuwsgierig. Lisa is dyslectisch dus ik sprak met haar af dat ik de vragen zou voorlezen.

Echt zó leuk!

Mees en Lisa vonden allebei goed dat vader mee luisterde met het talentengesprek. En hoe verder die gesprekken vorderden en hoe meer ze over zichzelf te weten kwamen, hoe meer je ze zag gaan stralen. Je merkt het doordat ze nét iets rechter op gaan zitten, aan een twinkeling in hun ogen of een stem die een toonhoogte omhoog gaat als ze zeggen: ‘Oh já?’
Echt, zo leuk!

Waar Mees nuchter is en weinig behoefte heeft aan aanzien, is Lisa opvallend. Zij wil graag gezien worden en krijgt graag complimenten van anderen. Krijgt ze die, dan gaat ze nog beter functioneren.
Mees functioneert op zijn best wanneer hij binnen een opdracht de vrijheid heeft om zijn eigen gang te gaan. Complimenten van anderen heeft hij niet echt nodig om gemotiveerd te blijven.
Nuchter en opvallend zijn talenten die Mees en Lisa en hebben en waarvan ze zich niet bewust waren.
Zowel Mees al Lisa herkenden zich erg goed in hun rapportage. Maar dat ze ook zo veel talenten hebben, was echt een openbaring voor ze.

Mensen met autisme niet flexibel en snel overprikkeld, hoor je vaak. Dat klopt voor een aantal mensen met autisme. Maar lang niet voor iedereen.
Mees kan – ondanks zijn autisme – wel degelijk zijn aandacht spreiden en hij kan zich ook goed afschermen van geluiden om hem heen. Tijdens het talentengesprek werd hij zich daarvan pas echt bewust, toen hij vertelde over zijn manier van werken. Dit betekent dus iets voor zijn toekomstige werkomgeving. Samenwerken in een kleine groep gaat hem goed af. Dat bleek uit de scan en Mees vertelde hoe hij dit deed tijdens zijn studie. Ook dat is belangrijk om helder te hebben voor de toekomst.
Lisa daarentegen is creatief en staat graag in het middelpunt van de belangstelling. Wanneer iets niet gaat werken, dan kan Lisa dat gemakkelijk loslaten. Dit is niet iets wat mensen verwachten bij autisme. Ook goed om te weten dus. Lisa is zich nu bewust van dit talent.

De afstudeerstage

Het allermooiste komt nog.
Aan het eind van het talentgesprek vroeg ik Mees nog: ‘Hoe gaat het eigenlijk met je sollicitatie voor je afstudeerstage?’ Daar raakte ik een teer punt. Want het liep voor geen meter. Voor de zomervakantie had hij drie sollicitaties verstuurd. Hij had één afwijzing ontvangen en van de andere twee had hij niets meer gehoord. En op mijn vraag wat zijn studiebegeleider hem had geadviseerd, antwoordde hij: ‘dat ik die twee even achterna moest bellen’.

Nu willen jongeren tegenwoordig sowieso niet graag bellen, lijkt wel. Maar Mees het advies geven om ‘er achteraan te bellen’ sloeg de plank helemaal mis. Mees heeft geen idee wie hij moet bellen.
Hij heeft gesolliciteerd naar een info@ mailadres. En als je al iemand aan de lijn krijgt, wat moet je dan zeggen? Naar wie moet je vragen? Dit werd ‘m niet dus. Hij wilde het advies niet opvolgen maar wat hij dan wel moest doen? Hij wist het niet.
Dus deed Mees…..niets.
Ik zie dit ook terugkomen bij andere jongeren met autisme.

Ik heb Mees vervolgens de tip gegeven om het advies van zijn stagebegeleider los te laten en opnieuw te beginnen met solliciteren. Dat heeft hij gedaan en binnen twee weken mocht hij bij twee bedrijven op gesprek komen. We hebben het sollicitatiegesprek voorbereid en geoefend met een rollenspel. Zelfs zijn kleding hebben we doorgesproken. Hij ging voor een overhemd en een spijkerbroek. ‘Een jasje past niet bij mij’ zei hij. (Nuchter als hij is) En vol zelfvertrouwen stapte hij bij mij de voordeur uit. Het viel hem een beetje tegen dat hij niet meteen de eerste keer aangenomen werd. Maar bij de tweede sollicitatiegesprek was het raak. Hij heeft zijn afstudeerstage.
Bij een bedrijf dat oog heeft voor de behoeften van werknemers met autisme. Hoe fijn is dat!

Hoe Mees zijn afstudeerstage vond

En Lisa? Lisa en haar vader gingen kort daarna naar een intake voor een project zelfstandig wonen, waar Lisa zich wil aanmelden. In dat gesprek kon Lisa zo goed vertellen over haar talenten dat de intaker graag meer wilde weten over de talentenscan.

Een boost voor hun zelfvertrouwen

Lisa en Mees zijn beiden een stap verder. Ze hebben helder over welke talenten ze beschikken en hoe ze die voor zich kunnen laten werken. We hebben ook gesproken over waar die talenten vandaan komen. En zo hebben ze zichzelf veel beter leren kennen. Een echte boost voor hun zelfvertrouwen. Dit gun je toch iedereen?
Toen ik het appje van vader kreeg, met het nieuws van de afstudeerstage en de intake, heb ik de hele dag lopen stralen.
Het is toch geweldig wat de talentenscan voor Mees en Lisa heeft gedaan! Nu al! En dan te bedenken dat ze de talentenscan de komende jaren nog in allerlei situaties kunnen gebruiken.

Wil je weten wat een talentenscan voor jou kan betekenen? Stel je vraag dan via dit contactformulier en ik neem snel contact met je op.
Er zijn verschillende mogelijkheden voor korte en langere coachtrajecten. De trajecten zijn maatwerk, dus altijd passend bij jouw situatie.

Naast de blog publiceer ik regelmatig tips & trics op Facebook. Volg mij daar en mis niks.

Met WAT krijg ik mijn kind in beweging?

Wees gerust, ik ga het uitleggen. 😀

Mensen met autisme kunnen heel geconcentreerd met iets bezig zijn. Dat is algemeen bekend. Neem het voorbeeld van het kijken van YouTube-filmpjes of het spelen van een game. Ze hebben alleen oog voor wat zij aan het doen zijn. Vervolgens heb jij een probleem als je jouw kind iets anders wilt laten doen.

Of het gaat om je partner. Je wilt zijn (of haar) aandacht maar hij is met al zijn energie met iets bezig.

Toverstokje?

Je bent zo duidelijk als je maar kunt zijn maar hij komt niet los van wat hij aan het doen is.
Laat staan dat hij gaat doen wat jij graag wilt. Zelfs al roep je hem voor de 2e of de 3e keer en hij reageert met: jahaaá, ik kom!
Of hij reageert helemaal niet, dat kan ook.
Om moedeloos van te worden.
Ik heb geen toverstokje waarmee ik maar hoef te zwaaien en hij komt los van wat hij aan het doen is. Zo werkt het helaas niet.

W.A.T-ten werkt wel

W.A.T-ten is een positieve manier van communiceren waarin je vast patroon gebruikt van 3 stappen. Deze 3 stappen zijn Waarnemen, Aansluiten en Toevoegen. Je leest er meer over in Auticommunicatie, Geef me de 5 van Colette de Bruin (2012).

Met W.A.T-ten ga je in het moment, afstemmen met je kind. In het gesprek kan het nodig zijn om meerdere keren hetzelfde patroon van waarnemen, aansluiten en toevoegen, toe te passen.

Waarnemen, Aansluiten en Toevoegen

Neem de tijd

Stel jezelf in op het gesprek en de manier van denken van je kind. Oftewel zet je auti-bril op.
Verplaats jezelf in je kind. En neem daarvoor even de tijd. Laat goed tot je doordringen wat hij aan het doen is en waarom dat belangrijk voor hem is. En oordeel vooral niet. Wees bewust van het positieve van het geheel en geniet daarvan. Je bent aan het waarnemen.

En nu aansluiten

Wat je zelf wilt, parkeer je even. Je richt je op je kind. Benoem wat je ziet. Wanneer hij aan het vertellen is, herhaal je wat hij zegt. Letterlijk!
Gebruik geen andere zin, dat moet hij die eerst weer verwerken, voordat hij verder kan.

Je kunt ook letterlijk mee gaan doen met wat hij aan het doen is. Het YouTube-filmpje mee kijken bijvoorbeeld. Door dit te doen verbind je je op dat moment met hem. Voor beiden een fijn moment. Aansluiten is dus niets meer en niets minder dan meedoen.

Tijd om toe te voegen

Bij het toevoegen ga je aangeven wat je van hem wilt. Dit doe je in 3 stappen:

  1. Maak wat je gaat doen voorspelbaar. Zeg bijvoorbeeld: ‘ik ga je iets vragen’ of ‘ik wil een afspraak met je maken’. Laat dit even bezinken en check of je zijn aandacht hebt. Benoem dan pas waar je het over wilt hebben. 
  2. Vraag hem vervolgens wat er nodig is om hem te laten doen wat jij wilt. Neem het voorbeeld van Youtube-filmpjes kijken. Vraag hem hoe lang het filmpje nog duurt voordat hij kan stoppen of vraag hem hoeveel filmpjes hij nog wil kijken voordat er ruimte is om iets anders te gaan doen. Bij pubers werkt het vaak prettig als hij zelf de afspraak formuleert. Dan is de kans groter dat hij zich eraan gaat houden én je weet zeker dat hij jouw bedoeling goed begrepen heeft. 
  3. Maak daarna een afspraak met hem of herhaal wat hij zelf heeft geopperd, waarbij je duidelijk bent op de 5: Wie, wat, waar, wanneer en hoe.

W.A.T-ten met de was

Als je dan met gebruik van de W en de A de aandacht hebt gekregen kun je dus gaan Toevoegen, een opdracht geven. Daarbij ben je natuurlijk duidelijk op de 5. Wie, wat, waar, wanneer en hoe. Bijvoorbeeld: Zijn was moet gewassen worden en daarnaast wil je dat hij daar zelf een stukje verantwoordelijkheid in neemt. Dit is wat je kunt zeggen: Als je (wie) nog twee filmpjes (wanneer) hebt gekeken, dan las je een pauze in en dan breng je je was (wat) met de wasmand (hoe) naar de bijkeuken (waar).

Gebruik  WAT-ten om jouw puber met autisme een stukje verantwoordelijkheid te leren nemen

En zo krijg je met W.A.T-ten je kind in beweging. Het vraagt misschien wat oefening, maar dan gaat het vast lukken.
Herhaal de opdracht rondom de wasmand geregeld en je zult merken dat je op den duur alleen nog hoeft te vragen of hij voor dit en dit tijdstip, zijn wasmand naar de bijkeuken wil brengen. Scheelt jou gesjouw en hij maakt een stap richting zelfstandigheid.
Lees voor het wegbrengen van de was een andere actie, pas het W.A.T-ten toe en ook dat zal gaan werken.

bonus tip

Bonus-tip: Geef je pubers een eigen wasmand op zijn kamer. Dat maakt de stap naar de wasmand een stuk kleiner. Met als gevolg: geen vuile sokken meer over de vloer.

Lees hier een tip over communicatie. Het heeft mijn relatie met mijn auti-puber een stuk verbeterd. En de sfeer in huis werd met de dag beter!

Op Facebook geef ik geregeld handige tips. Lijkt je dat wat? Ga naar JHOB op Facebook, volg mij daar en mis niets.