Ik weet niet hoe vaak ik dit al gezegd heb:
“Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat”
Dan gaat het dus niet perfect maar ik vind dat prima. Of is perfectie wel belangrijk voor jou?

Met deze blog wil ik graag mensen moed inspreken. Vooral die mensen die streven naar perfectionisme. Veel mensen met autisme hebben de drang naar perfectie. En dat maakt het leven een stuk zwaarder. Herkenbaar?

Lieve mensen, perfectie behalen is een zeldzaamheid!

over perfectie


Misschien is perfectie in de bloemenwereld goed mogelijk, maar verder……??
Zeg nou zelf: wanneer is iets perfect?
Wanneer jij het perfect vindt? Ja vast wel.
Hoe hoog leg je dan de lat? Vraag je niet veel te veel van jezelf?

Jongeren

Perfectie is vaak een illusie. Bijna onhaalbaar. Jongeren zien die zogenaamde perfectie op sociale media. Ik maak me daar wel zorgen om. Jongeren die er ‘perfect’ uit willen zien: slank, mooie make up, prachtige nagels. Of misschien een getraind en fit lichaam. Ze zien de leukste tiktok dansjes en vergeet de droom vakanties niet. Ergens weten we allemaal wel dat perfectie niet bestaat en dat iedereen die mooie plaatjes post, ook wel eens een bad hair day heeft of dikke vette pukkel op z’n neus. We weten het wel. Maar we zien die mooie plaatjes. En dat willen we dan ook. Maar ja, is dat dan het perfecte leven?

Perfectie belangrijk of chronische stress?

Het lastige van streven naar perfectie is, dat je steeds hogere eisen aan jezelf gaat stellen. En daarmee bereik je de perfectie dus nooit. Wat je wel bereikt is chronische stress. En stress kost enorm veel energie, dat is algemeen bekend. En laten veel mensen met autisme nu nét een gebrek hebben aan energie? Of eigenlijk is het andersom. De energie hebben ze wel. Maar activiteiten kósten hen vaak meer energie. Waardoor mensen met autisme meer hersteltijd nodig hebben.
En so what? Dat is toch oké. Ieder mens is anders en je mag zijn zoals je bent.

De houdbaarheid van perfectie

En nog iets: hoe lang heb je er plezier van dat iets perfect is? Een schilderij dat perfect recht hangt, kun je jaren plezier van hebben, dat klopt. Maar daar heb je dan ook een waterpas voor. Die perfectie is niet zo ingewikkeld. Een perfecte dag is wél ingewikkeld. Net als een perfecte tekening of een perfect gekookte maaltijd. Het probleem met perfectie is, dat perfectie maar even duurt en dan is er weer de stress van de volgende. Na die ene perfecte maaltijd komt er weer een nieuwe maaltijd om te koken. En om altijd perfect te functioneren is onhaalbaar.

Wat als

Wat als de bewondering van anderen zou voldoen? Wat als jij ervan overtuigd bent dat ‘goed’ ook werkelijk goed genoeg is? Wat als bewondering van anderen én jouw gevoel van goed niet allebei nodig is. Wat als één van beide zou volstaan?
Zou mooi zijn toch?
Ik gun het iedereen.

Belemmerende overtuiging

Het nare met de drang naar perfectie is, dat er vaan belemmerende overtuiging dwars liggen. Overtuigingen die zeggen dat het beter moet. En dat die overtuigingen nogal hardnekkig in je hoofd kunnen zitten. Om die overtuigingen eruit te krijgen, is tijd en wat kracht nodig. Kracht om positieve overtuigingen de plek in te laten nemen van de negatieve overtuigingen. Zoals in mijn geval:
Ik ben geen 30 meer dus ik hoef er ook niet uit te zien als een 30 jarige. Mijn rimpels zijn oké, ik heb maat 40-42 en ja, ik word langzaamaan grijs.
Dat is het leven en dat is prima.
Positieve teksten (affirmaties) zoals deze herhalen, helpt bij het accepteren van wat is. En het is toch ook normaal om grijs te worden, niet dan?!

Hieronder wat affirmaties die je kunnen helpen:

✅ Ik vind het goed, dus is het goed
✅ Het is nog niet naar mijn zin, maar ik leer en dat is mooi
✅ Ik leer, dus ik doe het prima
✅ Imperfectie geeft ruimte voor groei
Perfectie is saai dus daar doe ik niet aan mee
Je weet er vast nog wel een paar te verzinnen.

Praat erover

Stel dat het streven naar perfectie zo vast zit in jou, dat het je niet lukt om daar zelf los van te komen. Bijvoorbeeld door het gebruik van affirmaties. Dat kan hè! Niks mis mee.

Dan raad ik je aan om met anderen te gaan praten. Dat hoeft niet meteen een psycholoog te zijn. De wachtlijsten zijn natuurlijk dramatisch dus ga daar niet op wachten. Ga eens praten met een bekende. Een vriend of vriendin, familie of een collega. Maak het niet te zwaar maar ga gewoon eens van gedachten wisselen. Vraag hoe de ander omgaat met het streven naar perfectie. Vertel de ander jouw verhaal. Misschien helpt dat al een beetje. ‘Een beetje’ is voor een begin al goed genoeg.

Dit denken over perfectie geef ik ook mee aan de jongeren die ik coach. Er is geen perfecte opleiding, overal zitten onderdelen aan die je minder leuk zult vinden. Dat hoort erbij. Er is geen baan die perfect is tot je pensioen. Je zult blijven ontwikkelen en daardoor zul je in de toekomst andere wensen hebben. Dat is normaal.

Kijk naar wat er nu bij je past, waar je nu blij van wordt. En ga van daaruit verder. Geen idee waar je nu blij van wordt? Laten we een afspraak maken. Dan kijken we of ik wat voor je kan doen. Bijvoorbeeld jou helpen om stap voor stap te onderzoeken waar jij blij van wordt. Gaandeweg word jij zelfverzekerder en ga jij met vertrouwen je eigen keuzes maken.

Dit is geen perfecte blog

Er zullen vast hier en daar stukken tekst beter kunnen. Dit is geen perfecte blog. Maar het is goed genoeg. Vind je er iets van? Laat dan een reactie achter. Tips, tops, het mag allemaal.

Op LinkedIn en Instagram post ik geregeld over wat ik meemaak in mijn praktijk. Daar geeft ik tips en post ik soms een kritische vraag.

Je hebt een deadline en maakt natuurlijk een planning. Maar je eraan houden is iets anders. Herken je dat? Geen loze beloften, deze tips gaan je echt helpen.

Wat ik met je wil delen is niet uit boekjes gejat. Het is wat werkt voor mij. En ik ben ervan overtuigd dat het ook kan werken voor jou. Lees verder en ga het uitproberen!

Papieren planning versus digitale planning

Veel mensen maken zelf een planning, los van hun agenda. Dat is hartstikke goed, want zo houd je overzicht. Ik pleit voor een week én een maandoverzicht. Gebruik ook een digitale agenda, zou ik zeggen. Je telefoon heb je tenslotte altijd bij je. Daar kun je schakelen tussen een dag, een week en een maandweergave. Handig, want zo kun je die weergave die op dat moment nodig is, erbij pakken .

Maak van je zelfgemaakte maandplanning ook een papieren versie en print die uit. Echt superhandig. Wanneer je op één dag meerdere afspraken hebt, dan zie je die niet allemaal meer terug in een digitale maandweergave. Je moet dan overschakelen naar de dag-, of de weekweergave. Daarom is een maandplanning op papier echt een must om overzicht te houden. Heb je er wat geld voor over, dan is de KRACHTplanner heel handig. En moet je zuinig aan doen, dan heeft de Hema ook handige alternatieven. Tot zover een stukje plannen en planners in het algemeen.

Zelf haal ik de deadline altijd. Zonder probleem.
Mijn tactiek adviseer ik altijd aan de mensen die ik coach, maar het is geen geheim. Ik deel het graag met je. Het gaat je gegarandeerd stress schelen.

Ik heb je 3 gouden tips beloofd om je deadline te halen. Dit zijn ze:

  1. Maak een opzetje
  2. Plan de inleverdatum eerder in
  3. Plan meer werkmomenten in

Lees onder de foto verder voor de uitleg.

3 gouden tips deadline

Opstarten lastig?

In mijn praktijk hoor ik vaak terug dat mensen het lastig vinden om met een opdracht te starten. Het is zelfs een belangrijk struikelblok waardoor men zich niet aan een planning kan houden. Zeker mensen met autisme vinden starten vaak lastig, omdat veel van hen (geldt niet voor iedereen) vanaf het begin af aan alles helder willen hebben. Duidelijkheid is voor hen nodig om te kunnen beginnen.

Duidelijkheid is nodig over de stappen die ondernomen moeten worden. Ze ook willen weten wat concreet de criteria zijn en ze willen weten of de inhoud die ze zelf willen gaan gebruiken, voldoet aan die criteria. Om maar een paar voorbeelden te noemen.

De 1e gouden tip

Maak eerst alleen een opzetje.

Simpeler kan het niet. Natuurlijk maak je aantekeningen als de opdracht gegeven wordt. (Is notities maken en luisteren tegelijk lastig? Maak dan een geluidsopname.) Start na de instructie met het maken van een opzetje. Ik doe dat altijd. Gewoon een klein beginnetje. Het liefst dezelfde dag nog. Dan zit de informatie nog vers in mijn geheugen. Lukt het je niet meteen, plan dan dezelfde week nog een moment is. Je hebt niet meer nodig dan een half uur.

Tenzij de inspratie begint te stromen natuurlijk. Dan zal ik niet zeggen dat je moet stoppen. Werk dan vooral lekker verder! Stop zodra je merkt dat de inspiratie weg is. Accepteer dat het oké is. Je bent begonnen! Yeahhhh

Wanneer je een opzetje hebt gemaakt, wordt vanzelf duidelijk waar je nog vragen over hebt. Vervelend? Welnee, juist handig. Je kunt ze direct mailen naar de docent of de opdrachtgever. Je bent er lekker op tijd bij.

Mijn ervaring is dat na de eerste instructie er weer van alles kan gebeuren waardoor ik helemaal de draad van de opdracht kwijt kan raken. Dat is me vroeger meerdere keren overkomen. En dan is beginnen aan de opdracht een drama. Iets waar je tegenop gaat zien, want ja, waar moet je beginnen? Waar ging het ook alweer over? Wat was ook al weer de bedoeling? Je stelt het starten uit, maar het voelt niet goed.

Dat probleem heb ik dus niet, want ik heb dat opzetje gemaakt. Het is veel makkelijker om de draad weer op te pakken als er een opzetje gemaakt is. Pak de aantekeningen en de opdracht er bij, lees je opzet weer door en ik garandeer je dat de inspiratie weer zal gaan stromen. Je bent tenslotte met je vakgebied bezig.

Nr. 2 van de gouden tips:

Plan in je agenda het inleveren van de opdracht één week eerder in dan dat je geïnstrueerd hebt gekregen.

Hè wat??? De deadline naar voren halen? Is dat niet stressverhogend? Nee hoor, juist niet. Dat heeft juist voordelen:

  1. Doe je dit altijd, dan gaat het een goede gewoonte worden.
  2. Heb je de opdracht ingeleverd, dan heb jij geen stress meer. Hoe fijn is dat. Laat je klasgenoten nog maar even ploeteren, jij bent klaar.
  3. Komt er op het laatst toch iets tussen en kun je niet inleveren, dan heb je nog een week! Joepi! 
  4. Je bouwt aan een reputatie waar je blij van wordt. Iedere werkgever wil toch zulke medewerkers?!

Voorwaarde is wel dat je het werken aan de opdracht meeneemt in je planning. Hoe? Lees verder.

Gouden tip 3:

Je hebt een opzetje gemaakt en je hebt de inleveren een week eerder in je agenda gezet. Maar dan ben je er nog niet. De 3e gouden tip is deze:
Plan tussen het opstarten en het inleveren één of twee momenten méér dan dat je denkt nodig te hebben voor de opdracht.

En vergis je niet in de layout. Die kost je stiekem altijd meer tijd dan je denkt. Neem daar gerust 4 uur meer voor dan dat je van plan was. Plan je meer werkmomenten in dan je denkt nodig te hebben, dan geeft dat ruimte. Ruimte om je een keer niet aan de planning te houden, bijvoorbeeld omdat je je niet fit voelt. Of omdat je tijd nodig hebt voor iets anders. Of ruimte om eerder in te leveren, je weet maar nooit!

En heb je geen zin om aan de opdracht te werken? Geef jezelf een schop onder je kont! Je weet toch waar je het voor doet?!! Lees anders de blog 3 Tips om motivatie vast te houden. Dan krijg je jouw motivatie ook weer helder.

Als studiekeuze-, en loopbaancoach vind ik het vooral leuk om dit soort tips te delen. Wat vind je van deze 3 gouden tips? Heb je er wat aan? Zet je reactie hieronder en als je deze blog wil delen op social media: heel graag! Tag mij dan ook even, dan kan ik reageren. Je vindt mij via Instagram en LinkedIn

Laatst las ik een kort artikel van schrijfster Evelyne Meens. Het gaat over de vergelijking tussen feedback en spinazie tussen je tanden. De titel alleen al wekte mijn nieuwsgierigheid. Vorig jaar heb ik een webinar gevolgd dat zij gaf over haar boek Een leven lang kiezen. Evelyne Meens werkt als onderzoeker en expert Studie(keuze)succes bij Fontys.

De titel van haar artikel luidt dus: Spinazie tussen je tanden.
De inleiding gaat zo:

Feedback. Het is net als spinazie tussen je tanden. Het is goed dat iemand er iets van zegt, maar aan de andere kant had je het liever niet gehoord….

Ik was meteen getriggerd, want dit is zó waar!

Spanning

Ook ik voel een zekere spanning als ik om feedback ga vragen. Want ja, wat ga ik te horen krijgen? Je wil het liefst horen dat je het fantastisch hebt gedaan. Dat is natuurlijk superleuk maar wat schiet je daar mee op? Behalve als je meer zelfvertrouwen wil opbouwen natuurlijk. Maar als je wil groeien als presentator, trainer of voorzitter en er wordt gezegd dat je het goed deed en dat ze geen suggesties hebben? Dan kom je dus geen stap verder.

Zure appel

Het is niet alleen spinazie tussen je tanden maar ook een zure appel. Je moet er even doorheen bijten en dan blijkt hij harstikke lekker te zijn. Die appel dan. Feedback is vooral lekker bruikbaar.

Twee voorbeelden waar je feedback zou kunnen gaan geven

Stel je voor dat je merkt dat een collega geregeld na werktijd mails verzend. Je collega werkt dus langer door dan jij. Jij vindt langer doorwerken voor een keer niet erg, maar de balans werk en privé moet wel goed blijven. En daar maak je je zorgen om.

Of deze:

Tijdens het overleg van de projectgroep merk je dat een collega je niet laat uitpraten. Jullie zijn het niet altijd met elkaar eens. Maar het komt niet tot een goede discussie omdat jij de kans niet krijgt om uit te praten. Je baalt er wel een beetje van.

Bijt jij in die zure appel?

Herkenbaar? We komen allemaal wel eens situaties tegen met collega’s waar we van balen of die irritaties oproepen. De vraag is alleen; Laat je het erbij zitten of ga je er wat mee doen? Heb jij het lef om in die zure appel te bijten?

Feedback géven

De één is vaardiger in het feedback geven dan de ander. Het vraagt oefening dus gaat het ook wel eens mis. Dat moet natuurlijk mogen. Het mooiste is als je als team besluit om hier vaardiger in te willen worden.
Van feedback ga je groeien en daarom geef ik je graag wat tips:

  • Vertel je collega’s dat je wil groeien in het geven en/of ontvangen van feedback
  • Vorm met elkaar een groep die elkaar gaat ondersteunen hierin
  • Geef een compliment of positieve feedback in gezelschap maar geef negatieve feedback altijd 1 op 1!
  • Stel met elkaar feedback regels op waar je allemaal achter staat. Internet staat er vol mee.
  • Start met de basis: bouw aan een fundament van veiligheid. Is dat fundament er nog niet? Schakel dan een coach in.
  • Ga na welk gevoel het gedrag van de ander bij jou oproept en benoem dat in je feedback.
  • Geef een ik-boodschap en pas op voor verkapte jij boodschappen.

Woorden van gevoel

Een belangrijke regel om feedback te geven is: Houd het bij jezelf en geef een ik-boodschap. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Jaren geleden zei iemand tegen mij: Ik heb een ik boodschap gegeven, want ik zei nog ‘ik vind het respectloos dat je…..’  (vul maar in). Lieve mensen, dit is geen ik boodschap maar een dikke vette jij-boodschap. Hiermee zeg je: jij bent respectloos. Geen wonder dat de ander meteen gepikeerd is!

Je geeft een ik-boodschap als je kunt vertellen wat het gedrag van de ander met jou doet. Welk gevoel dat oproept. En zoek vooral nog even verder dan: geïrriteerd, blij of onzeker. Jouw gevoel kent vele nuances en daar zijn echt woorden voor te vinden. Als je het gedrag van de ander respectloos vindt, dan past daar boosheid bij. Maar wat vind je van deze gevoelens: Stekelig, beledigd, wit heet of misschien voel je je wel betutteld. Dat kan ook nog. Gebruik het woord dat jouw gevoel weergeeft en daarmee blijf je bij jezelf.

Voorbeeldzinnen bij feedback geven

Gebruik bijvoorbeeld een zin als deze: Doordat je me niet uit liet praten voelde ik me betutteld. Wedden dat de ander dan op een prettige manier gaat reageren? Het is namelijk vast niet de bedoeling geweest om je te betuttelen. En als de ander weet wat zijn gedrag met jou doet, is hij eerder bereid om daar rekening mee te houden. Zeker als jij eraan toevoegt welk gedrag je van de ander wél wil zien: Ik zou graag willen dat je mij de volgende keer laat uitpraten en me niet onderbreekt voordat ik aangeef dat ik uitgepraat ben.

Weg met spinazie ga feedback vragen

Zie feedback als kans om te groeien, want zeg nou zelf je wil toch niet voor schut blijven lopen met die spinazie tussen je tanden!? Kom dus in actie en vraag zelf om feedback.
Maar doe dat liever niet zonder een duidelijk doel. Hoe dan wel? Nou zo:

Bedenk een competentie waar je in wil groeien
Bij voorkeur een competentie die je al een beetje beheerst en waar je beter in wil worden. Dus niet competentie X waar je juist niet goed in bent? Nee juist niet! Móeten groeien in iets waar je niet goed in bent, is niet motiverend. Hoe leuk is het om met iets bezig te zijn wat nog je helemaal niet kunt? Helemaal niet toch? Ga je toch daarop focussen dan start je al met 1-0 achter, omdat beginnen aan iets dat je niet leuk vindt, niet prettig werkt. Vervolgens ga je uitstellen en gebeurt er niks. Voor je het weet ben je enkele weken verder maar geen stap dichter bij je doel.

Dus

Start met iets dat je al een beetje kunt. Bijvoorbeeld competentie Y.
Formuleer voor jezelf een smart doel waarmee je gaat aantonen dat je gegroeid bent in competentie Y. Zorg ervoor dat je concrete subdoelen hebt als tussenstappen om het grotere doel te bereiken. Concrete subdoelen zijn makkelijker te overzien en makkelijker te beoordelen of je ze behaald hebt.

Aan je collega kun je dan feedback vragen op jouw handelen in de tussenstappen om te groeien in competentie Y. (Lees voor collega ook: stagebegeleider, docent of manager enz.)

Voor de duidelijkheid dit voorbeeld.

Competentie Y = Een vergadering voorzitten

Doel: Op (…datum…) kan ik een vergadering voorzitten volgens de afspraken die wij in het team hebben gemaakt.

Subdoelen:

  • Ik start iedere vergadering op de afgesproken tijd.
  • Ik zorg ervoor dat de vergadering niet langer dan een kwartier uitloopt.
  • Ik zorg ervoor dat iedere deelnemer de gelegenheid krijgt om zich uit te spreken.
  • Ik zorg ervoor dat de agenda gevolgd wordt.

Enz.

Aan je manager kun je dan vragen: Ik heb als doel om ervoor te zorgen dat iedere deelnemer de gelegenheid krijgt om zich uit te spreken tijdens de vergadering. Hoe vind je dat ik dat gedaan heb? Dit is concreter dan vragen aan je manager: Hoe vind je dat ik het deed als voorzitter?

Advies

Mijn advies: ga met een big smile aan de slag met je ontwikkeling en zorg dat er geen spinazie tussen je tanden blijft zitten. Vind je dit lastig en kun je wel een goede coach gebruiken? Neem dan contact met mij op via dit contact formulier. Of stuur me een mailtje via joyce@jhob.nl

Ps: Het boek Een leven lang kiezen is echt een aanrader als je beroepshalve andere, coacht bij het maken van studie- of loopbaan keuzes

Motivatie: 3 tips om het vast te houden

Intrinsieke en extrinsieke motivatie kennen we wel. Intrinsieke motivatie komt uit jezelf en extrinsieke motivatie wordt gevormd door een push van buitenaf. Bijvoorbeeld omdat er een consequentie volgt als je iets niet gedaan hebt. Zoals een 1 scoren als je een verslag niet op tijd inlevert. Dat wil je niet, dus lever je het op tijd in.

Om in beweging te komen heb je motivatie nodig. En voldoende motivatie ook nog eens. Weten dat je sporten goed is om af te vallen, levert nog geen motivatie op om naar de sportschool te gaan. Samen met vriendinnen gaan en niet willen achterblijven is wél een vorm van motivatie.
Motivatie voor iets dat je graag wil is er, nu nog vasthouden.

3 Tips

Wil je je motivatie vasthouden, dan heb ik 3 tips voor je.

  1. Onderzoek waar je motivatie zit
  2. Visualiseer je doel
  3. Ga na wat je voelt als je je doel bereikt hebt
    Hieronder leg ik je uit hoe het zit met deze 3 tips.

1. Onderzoek waar je motivatie zit

als je maar gemotiveerd bent

Neem nu bijvoorbeeld deze foto. Ik draag een blauwe sjaal die ik normaal nooit draag. Waarom eigenlijk? Helemaal niet in de mode en toch was ik enorm gemotiveerd om

a) een sjaal te kopen en

b) om de sjaal te dragen.

Het maakte me geen bal uit of ik er raar uitzag of niet. Dat zit zo. Een week voor ik met vakantie naar het zonnige zuiden ging, liet ik mijn haar kleuren bij de kapper. Krullen heb ik niet van mezelf, dus die haalde ik ook bij de kapper. Een pittige rekening alles bij elkaar. Laat nu het zonnige zuiden en helemaal zon-zee-strand nou helemaal niet zo goed zijn voor net gekleurd haar! Voor je het weet is de kleur vaal en had ik net zo goed niet naar de kapper hoeven gaan. ‘Draag een hoed’ adviseerde mijn kapper. Hartstikke leuk maar onhandig als het hard waait. En ik wilde mijn haar beschermen, zodat ik ná de vakantie er ook nog fatsoenlijk uitzag. Ik wilde dus heel graag die sjaal dragen. Daar kwam mijn motivatie vandaan. Wat wil jij graag? Onderzoek dat, want dáár zit jouw motivatie.

2. Visualiseer je doel

Ik zag het voor me. Na mijn vakantie had ik vakantiefoto’s waar ik met mooi gekleurd haar op sta én ik zou na mijn vakantie zo door kunnen naar een zakelijke afspraak, omdat ik wist dat de kleur nog goed was. Tjakka! twee vliegen in één klap. En stiekem was ik ook wel benieuwd hoe z’n sjaal me zou staan. 😉
Zie je jouw doel al? Wat heb je dan bereikt?

3. Ga voelen

De derde tip die ik je mee wil geven is deze: Ga na wat je voelt als je je doel bereikt hebt. En daarmee bedoel ik dat je je kunt gaan inleven hoe het zou voelen als je je doel bereikt hebt. Zou je je tevreden voelen of juist blij en totally happy? Voel je al de kracht omdat het je gelukt is? Hou dat gevoel voor ogen als je moeite moet gaan doen om aan de slag te gaan.

Van denken naar doen

Deze 3 tips gaan je beslist helpen om je motivatie vast te houden op een moment waarop je moeite hebt om aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld om je studie op te pakken als je geen zin hebt of om met je leidinggevende in gesprek te gaan over je loopbaan. Je gaat van denken naar doen.


Ik geef toe, zoals ik de sjaal droeg op de boot was geen gezicht. Sterker nog, het zag er niet uit! Maar hé so what? Ik kende er toch niemand en de zon brandde ongenadig op mijn hoofd. En ja ik had naar binnen gekund. Maar dat wilde ik niet. Ik wilde dit tochtje beleven in de buitenlucht, met de wind in mijn haren…ehh sjaaltje 😁
Dit voorbeeld met het sjaaltje is natuurlijk een flut voorbeeld. Maar goed genoeg om duidelijk te maken wat ik bedoel. Het starten van mijn coachpraktijk had heel wat meer doorzettingsvermogen nodig. Maar oh wat wilde ik het graag! Jongeren helpen, mijn eigen tijd indelen, meer tijd om te schrijven en in de toekomst hopelijk wat meer tijd om te reizen. Dit zijn mijn doelen. Als ik aan het werk ben, vergeet ik zo maar de tijd. Zo leuk vind ik het. Dus ja, gemotiveerd ben ik wel.

autismecoach

Weet jij waar jouw motivatie vandaan komt?

Heb jij helder waar jouw motivatie vandaan komt? Of helemaal niet?Belemmert je dat tijdens het studeren? Of heb je misschien wel het gevoel dat je helemaal geen motivatie hebt? Wees niet ongerust, motivatie heb je altijd! Uitzoeken hoe dat zit? Mijn advies: neem een coach in de arm waarmee je een klik hebt. Natuurlijk ga ik graag met je aan de slag. Zeker wanneer je autisme/ADD/ADHD hebt, dan ben je bij mij aan het goede adres. Voel je er wat voor? Stuur dan je vraag via het contactformulier.

Wil je op zoek naar een andere coach? Kijk dan eens bij mijn collega’s via Kickor Kickor is een platform van jongerencoaches.

ps: wist je dat de blauwe sjaal de tweede sjaal was die ik kocht? Het eerste sjaaltje was een wit sjaaltje dat mijn haar niet helemaal kon bedekken. Ik was nog niet tevreden en zocht verder. Ik wilde mijn doel bereiken.
Dat kun jij ook!

In deze blog ga ik je uitleggen waarom jij je niet zou moeten aanpassen. Het is misschien tegendraads, maar dat is dan maar zo.

Als autismecoach hoor ik geregeld dat mensen verwachten dat autisten (of mensen met autisme, kies wat je fijn vindt) moeten leren om zich aan te passen. Want, zo wordt er gezegd, de maatschappij past zich niet aan jou aan. En dat klopt ook wel. De maatschappij als groter geheel zal zich niet zomaar aanpassen. Hoe meer ik leer over wat autisme betekent in iemands leven hoe meer ik ervan van overtuigd ben dat je je dus niet moet aanpassen. Ik zal het uitleggen.

Aanpassen

We passen ons allemaal wel eens aan. Je wilt snel brood halen maar er staan 3 mensen in de rij. Dan pas je je aan en je wacht. Of er wordt gestemd om te gaan eten bij de Chinees of bij de Griek en de meerderheid kiest voor de Griek terwijl jij naar de Chinees wilde gaan. Dan pas je je aan. Of je gaat niet mee, dat kan ook, maar is minder gezellig. En zo zijn er vast veel meer voorbeelden te noemen waarin ieder van ons zich aanpast. Dat is voor iemand met autisme niet anders.

Kantoortuin

Het gaat mij om aanpassen in andere situaties. Denk aan werken in een kantoortuin, samen lunchen in de kantine of samenwerken in een (te) grote groep. Dit zijn situaties die van belang kunnen zijn voor het dagelijks functioneren. Een kantoortuin is een onrustige omgeving om te werken. Het is een omgeving met veel visuele en auditieve prikkels die de concentratie verstoren en enorm vermoeiend kan zijn.

Heb jij last van visuele en/of auditieve prikkels? Ga dan niet akkoord met werken in een kantoortuin, ga je niet aanpassen. Ga ten minste in gesprek over de mogelijkheden om de prikkels zo veel mogelijk te reduceren. Anders kom je geheid iedere avond bekaf thuis. En dan moet je nog koken, opruimen… je ziet het voor je. Dit werkt niet. Het leidt tot overbelasting en uiteindelijk raak je uitgeput.

Waarom jij je niet zou moeten aanpassen

Wanneer je je altijd maar aanpast, niet alleen op het werk maar ook thuis, in relaties en bij familie, ben je aan het interen op jezelf. Je loopt zo grote kans op een autistische burn-out.
De term ‘autistische burn-out’ komt pas sinds kort terug in wetenschappelijke literatuur maar op social media lees je er al langer over. In 2020 is een onderzoek gepubliceerd over autistische burn-out. Co-auteur Dora Raymaker zegt hierover: ‘De autistische burn-out is al veel te lang een kwestie van onderbelichte en extreme urgentie.’ Ik ben het daar helemaal mee eens. Er mag meer aandacht voor komen en sterker nog aandacht hoe je een autistische burn-out voorkomt!
Lees hieronder verder wat een autistische burn-out is.

Autistische burn-out

Via deze link naar de NVA lees je meer over het onderzoek en vind je deze definitie van autistische burn-out:

‘de autistische burn-out is een syndroom dat ontstaat als het gevolg van chronische levensstress en een wanverhouding tussen verwachtingen en capaciteiten, waarbij er onvoldoende ondersteuning is. Het wordt gekenmerkt door alomtegenwoordige, langdurige (meestal meer dan drie maanden) uitputting, verlies van vaardigheden en verminderde tolerantie voor prikkels’.

Chronische levensstress dus

Ik ben ervan overtuigd dat – zoals je een gewone werk gerelateerde burn-out kunt voorkomen – je ook een autistische burn-out kunt voorkomen. Het hoeft niet eens zo heel moeilijk te zijn om chronische levensstress een heel eind te reduceren maar het vraagt wel lef. Vooral het lef om te onderzoeken wat jij nodig hebt om fijn te kunnen werken én het lef om voor jezelf op te komen.
Jij mag zijn wie je bent, en ik hoop van harte dat je daar al van overtuigd bent.

De oplossing

Het ontstaan van problemen rondom chronische levensstress heeft te maken met sociale interactie & communicatie, prikkelverwerking en veranderingen . Men stelt dat: ‘de stress die mensen met autisme op deze gebieden ervaren, keert regelmatig op dagelijkse basis terug en is in grote(re) mate aanwezig op de werkvloer’. (zie website NVA)
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je je steeds maar aanpast, die stress ook steeds verder oploopt. De oplossing is eenvoudig: stop met (steeds) aanpassen.
Sterker nog; start je loopbaan goed en ga niet beginnen met aanpassen.

Nooit meer aanpassen?

Het is natuurlijk utopisch om te denken dat je je als mens met autisme nooit meer zou hoeven aan te passen. Maar laten we kijken naar wat er wel kan.

Volgens mij hoef je je minder aan te passen als je:

  • weet wat je behoeften zijn en waar je last van hebt
  • in staat bent om te verwoorden wat je nodig hebt
  • woorden hebt om uit te leggen wat iets voor jou betekent
  • helder hebt in welke werkomgeving jij tot je recht komt
  • een manager hebt die jou snapt
  • begripvolle collega’s hebt
  • helder hebt wat jouw talenten zijn.

Talenten

Het start met de overtuiging dat je mag zijn wie je bent. Jij met al je talenten hebt een werkgever veel te bieden. Dan mag je er ook iets voor terug vragen! Bijvoorbeeld meer thuiswerken, een rustig moment om te lunchen of een op maat gemaakt inwerkprogramma.
Of je start voor jezelf, waardoor je zelf veel kunt bepalen. Wordt zelfstandig ondernemer! Als het bij je past natuurlijk.😉 Dat spreekt vanzelf.
Ga dus op onderzoek uit en krijg helder wie je bent, wat je kunt en wat je nodig hebt. Dat is volgens mij het grootste deel van de oplossing.

Als studie- en loopbaancoach kan ik je helpen bij je onderzoek. Graag zelfs. Ik vind het geweldig om te zien hoe mensen verrast worden door de hoeveelheid talenten die ze blijken te hebben. Het zijn er namelijk altijd meer dan je denkt. Als coach ben ik aangesloten bij Kickor, een platform voor (jongeren)coaches. Ik gebruik tijdens de coaching een wetenschappelijk onderbouwde onderzoek, de Talentenscan. Via deze link lees je meer over talentenscan.
Dus geef je zelfvertrouwen een boost en meld je aan hier voor een coachtraject

Wil je eerst wat meer over mij te weten komen? Check dan hier mijn missie, wat ik doe en wat ik zoal gedaan heb.

Ps: Wat mij betreft ga je ook niet meer naar die familieverjaardag waar ome Gerrit flauwe grappen maakt en je niet ontkomt aan die natte kus van tante Tineke. Binnenkort moet ik ook daar maar eens een blog over schrijven.

Ik zou het supertof vinden als je jouw mening hieronder in een reactie zet. Dit onderwerp verdient namelijk alle aandacht. En de discussie mag ook echt gevoerd worden. Hoog tijd!

Laatst reageerde ik via Instagram onder een post van Coachwereld. En vervolgens kreeg ik om een uur of 9 ’s avonds de vraag of ik een gastblog wilde schrijven voor hun website. De blog zou moeten gaan over thuiswerken in deze 2e Lock down en de balans vinden tussen werktijd en vrije tijd. Daar heb ik de nodige ervaring mee. Dus ja, dat wilde ik wel doen.

De blog zoals die is gepubliceerd op de website van Coachwereld met hier en daar een ieniemienie verbetering. Ik kon het niet laten 😉

We zijn in Lock down en Het Grote Thuiswerken is weer begonnen. En jij denkt: ‘Ze zoeken het maar uit. Ik kruip lekker in mijn jogging broek en hoodie op de bank. Laptop op schoot.’ En je gaat je mailbox te lijf of fijn aan het werk met het verslag dat je moet schrijven.
Of toch niet?

Het lijkt een goed idee, maar doordat je vrijetijdskleding aanhebt en op de bank genesteld zit, denkt je brein dat je vrij bent. Met als gevolg dat je brein denkt dat je overwerkt. En dat is nu net wat we niet willen.  
Maar wat dan wel? Hoe kun je nu op een prettige manier thuiswerken, zodat werk en vrije tijd in balans is?
Ook ik werk sinds de eerste Lock down tijd thuis. Om mijn werk te doen, hoef ik niet naar buiten. (Bijna jammer) En ik heb altijd deadlines! Met een gezin van 5 personen is dat best een uitdaging.
Ervaring genoeg dus en die deel ik graag met je:

Verzorg je uiterlijk

Je zult mij niet in mijn badjas aan het werk zien. No way. Dan kom ik gewoon niet in een prettige werk flow. Verzorg jezelf dus zoals je zou doen als je naar je werk zou gaan. Dus je haar lekker in model en je gewone make up. Vergeet je sieraden niet!
Als je vindt dat je er goed uit ziet, voel je je ook beter. Je moet er even de moeite voor doen maar dan heb je ook wat.

Video bellen?

Wat denk je van een plotselinge verzoek van je klant of leidinggevende om de telefonische afspraak om te zetten naar een video gesprek? Geen punt toch als je al goed verzorgt bent!
Je hoeft er niet eens over na te denken. Doordat je er niet over na hoeft te denken, kost het je ook geen energie. En zo bewaar je energie voor belangrijkere dingen.

Middle of the road

Je kleding is dus belangrijk. Trek iets aan dat passend is bij het werk dat je gaat doen. Dat zet je brein in de goede werkstand. Ook tijdens de vorige Lock down zijn deze adviezen gegeven, dus dit is niets nieuws. Nu ben ik sowieso al geen fan van joggingbroeken, want dan zie ik er echt niet uit.
Ik zoek kleding die me lekker zit en waarmee ik goed voor de dag kan komen.

Natuurlijk heb ik ook kleding waarmee ik chique de friemel een presentatie kan geven. Maar zo ga ik thuis niet achter mijn bureau zitten. Het moet wel leuk blijven. En het is ook helemaal niet nodig om in de werkstand te komen. Gewoon kleding die het midden houdt tussen casual en netjes. Een middle of the road-setje is dus goed genoeg.

Stevig in je schoenen staan

En weet je wat ook goed werkt? Je schoenen aan. Klinkt misschien gek, maar het is echt zo.

Doe je je schoenen aan dan sta letterlijk stevig in je schoenen. Zeg nou zelf, een klant gesprek voeren terwijl je op je sloffen loopt, geeft toch een heel andere energie dan wanneer je schoenen aan hebt.
Laat staan dat je onderuitgezakt in je joggingbroek met je laptop op de bank zit en je krijgt een telefoontje van een klant. Merk je wat er dan gaat gebeuren?
De eerste seconden ben je bezig met overeind komen en schakelen naar een actieve houding. Je moet jezelf bijna letterlijk en figuurlijk bij elkaar rapen. En dat schakelen kost je extra energie. Geen wonder dat je na een thuiswerkdag vermoeider bent, dan na een werkdag op kantoor.

De balans

Wanneer er verschil zit in je houding, kleding en schoeisel dat je tijdens je werktijd draagt en in je vrije tijd, dan is het vinden van een balans tussen werktijd en vrijetijd makkelijker.

Bedenk eens wat je normaal gesproken doet als je van je werk komt. Schop je je schoenen uit en schenk je jezelf iets te drinken in? Kleed je je om en trek je iets makkelijks aan? Doe dat nu dan ook.
Je pelt letterlijk je werkdag van je af.

Voor mij geldt; Einde werkdag: schoenen uit en pootjes op de bank. Iets te drinken erbij en even met mijn partner de dag doorspreken. Héérlijk vind ik dat. Nu heb ik het geluk dat mijn partner meestal kookt, dus dat half uurtje gebruik ik om even tot mezelf te komen. Even loskomen van het werk en ontspannen.

Joggingbroek aan terwijl je werkt

Op zaterdag mag het.
Je kunt je joggingbroek ook vóór je laten werken. Bijvoorbeeld als je op zaterdag iets wilt afmaken, omdat je eerder in de week ervoor gekozen hebt om een spelletje te spelen met je kids of te wandelen met je hond.
Stuur je man en kids mét hond naar buiten en als je dán in je joggingbroek met je laptop op de bank gaat zitten, is het juist wel een goed idee.
Je brein registreert de situatie als ‘vrij’ en zo ervaar je dit stukje werktijd meer als weekend. Je komt zo toch een beetje tot rust. Hoewel het natuurlijk altijd beter is om volledig tot rust te komen en zelf ook lekker naar buiten te gaan.

Maar hé, vind jij dat je er op je voordeligst uitziet in je joggingbroek en je hoodie? Werk je dan het lekkerst? Dan moet je dat vooral lekker doen. Wie ben ik om te zeggen wat jij moet doen? Zolang je de balans maar in de gaten houdt.

Positieve boost

Positief blijven denken

Voor wie op dit moment flink baalt van het thuiswerken, nog even wat positieve punten over thuiswerken:

  • Een bad hair-day ziet niemand
  • Bedenk eens hoe fijn het is om niet in het donker in de auto te hoeven stappen.
  • Je hoeft je autoruiten niet te krabben
  • Geen trein die je mist, omdat je je fiets niet kwijt kon in het fietsenrek
  • Je hoeft je handen niet te ontdooien omdat je een half uur in de kou hebt moeten fietsen
  • Je kunt je werktijd zelf inplannen, denk aan ’s morgens tussen 5 en 7 uur of ’s avonds als de kids op bed liggen.
  • De koffie (of thee) is fantastisch
  • Lunch is super goedkoop
  • Je band met je kids  groeit mega met de aandacht die ze van je krijgen
  • Geen geroddel door collega’s
  • Je hoeft niet te zoeken naar een flexplek
  • Je weet precies wie het laatste printerpapier heeft gebruikt en niet heeft bijgevuld 😉

en last but not least:

  • Géén files en je bent vóór het donker weer thuis!!

Tot zover de blog voor Coachwereld. En wat een goede marketings-actie van hen om mij te vragen voor die gastblog. Ik kende hun site nog niet en het blijkt een platform te zijn waar je als coach lid van kunt worden. Zij verdienen aan mijn lidmaatschap en ik vergroot mijn vindbaarheid.
Ze zijn niet al te duur……toch maar lid worden dan?

Hoe heb jij mij gevonden? Zet het in een reactie. Dan kan ik bepalen of ik een platform zoals Coachwereld nodig heb. Vast bedankt!

Wil je af en toe de inspiratiebrief ‘Ontwikkeldingen’ ontvangen, meld je dan aan via het contactformulier

Ik luister naar jou, luister jij ook naar mij?

Een gewone doordeweekse avond. Ik heb net een gesprek met mijn zoon gehad. En aan het eind van dat gesprek vraag ik nog even een moment zijn aandacht en zeg tegen hem: ‘Weet je nog? Ik luister nu naar jou, luister je ook naar mij?’

Mijn jongens zullen deze uitspraak vast herkennen. Ik heb hem vaak gebruikt toen ze opgroeiden en bij mijn 17 jarige gebruik ik de uitspraak nog wel eens. Hoe de zin interpreteert wordt, hangt af van de intonatie die je gebruikt, de klemtoon én de situatie waarin je de zin gebruikt.

Wil je actie effect hebben, is de zin hierboven allereerst géén dreigement, onderhandeling of aanbod. Nou ja, dat laatste wel een beetje. Maar niet in de zin van: pas als jij gaat luisteren, ga ik luisteren, eerder niet.
Hell no, daar ben ik helemaal niet van.

Het is meer van; Hoor je me? Heb je in de gaten dat ik naar je luister en je meer ruimte geef dan anders?
Wat ik mijn jongens wil leren is respect, gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Daarom is deze aanpak, het gebruik van deze zin, een bewuste actie in mijn opvoeding geweest.

In deze wereld ben je niet alleen. We zijn er samen. Ik ben er voor mijn kinderen wanneer ze me nodig hebben en doe voor hen wat binnen mijn mogelijkheden ligt. Maar ik wil ze ook leren dat zij hier net zo goed een verantwoordelijkheid in hebben.

Als je autisme hebt, is het niet vanzelfsprekend dat je oog hebt voor de behoeften van anderen. Dat dit niet vanzelfsprekend is, is niet erg. Je kunt het leren.
Ik leer het mijn zoon met autisme door het voor te doen, hardop uit te spreken wat ik bedoel en waarom iets belangrijk is.  
En zo leert hij dat mensen om hem heen ook behoeften heb en dat ook ik dingen nodig heb om het prettig te hebben.

Heb oog voor mijn wensen zoals ik oog heb voor jouw wensen

Met het woord luisteren uit de zin, bedoel ik ‘heb oog voor mijn wensen zoals ik oog heb voor jouw wensen”. Pubers (en puberella’s) zijn vooral gericht op hun eigen behoeften en dat hoort ook zo. Zo ontdekken ze de wereld en hun grenzen. En die grenzen krijgen ze o.a. van ons als ouders. Maar dat wil niet zeggen dat je de grenzen op een autoritaire manier moet aangeven. Het kan veel prettiger.

Hoewel ik de ouder ben en niet een vriendin, streef ik er altijd naar om op een gelijkwaardige manier met ze te communiceren. Ik probeer niet meteen te reageren maar eerst even tot me door te laten dringen wat ze van me vragen. En ik probeer rustig te reageren.
Ik ben ook maar een mens dus ook bij mij gaat het wel eens anders. Soms komt mijn zoon met een bizar voorstel en dan reageer ik weleens te snel en te bot met: ‘Nou ik dacht het niet!’.
Het is wel duidelijk maar het bevordert de sfeer in huis niet echt, kan ik je zeggen.

Hoe je ervoor zorgt dat jouw auti-puber naar je luistert?

Zoals alle pubers, is ook mijn zoon het lang niet altijd eens met regels die wij stellen. Zoals op tijd gaan slapen en niet tot 3 uur ‘s nachts online zijn. Er zit bij ons dus een klok op het internet en kan hij na het afgesproken tijdstip niet meer online. Ook niet met zijn telefoon.
Hij vindt dit overdreven en meent dat hij zelf kan bepalen hoe laat hij naar bed kan. Daar denk ik anders over en met reden, maar daar ga ik nu niet verder over uitweiden. Want dan wordt deze blog véél te lang.

Ondanks dat we niet altijd dezelfde mening hebben, vind ik het heel belangrijk om naar hem te luisteren en versoepel ik soms echt mijn grenzen wel eens. Ik wil hem daarmee het vertrouwen te geven dat hij mag gaan uitproberen en ontdekken wat bij hem past. En dat is het moment dat ik tegen hem zeg: ‘Heb je het in de gaten? Ik luister naar je.’ Ik spreek het dus letterlijk uit. Dat is ook het moment dat hij zich bewust wordt van de ruimte die hij krijgt. En dat waardeert hij.

Afgelopen zomer vakantie hebben we de regels rondom bedtijd behoorlijk versoepeld en toen de school weer begon is de tijdklok er weer op gezet. Zo heeft hij de ruimte gehad om puber te zijn (en is een paar keer veel te laat gaan slapen) en ben ik weer sturend zodra uitgeslapen zijn weer belangrijk is. In ieder geval tot ná zijn schooltentamens eind oktober.

Van vertrouwen geven, krijg je vertrouwen.

Je kind ruimte geven terwijl je eigenlijk denkt dat hij nog niet zover is, zie ik als een gebaar. Een gebaar van vertrouwen geven.
En van vertrouwen geven, krijg je vertrouwen, zo zie ik dat.
En ja, ik vind het meestal ook spannend. Gaat hij waarmaken waar ik op hoop? Vaak is dat zo maar soms ook niet. Maar hij mag fouten maken en daarvan leren, dus dat is oké.

Je leert jouw puber de waarde van jouw gebaar als je de zin eerst gebruikt in een situatie wanneer je ingaat op zijn vraag. Daarmee krijgt zijn behoefte voorrang op dat van jou. Het is goed om hierover na te denken.
Dat kan zijn in een situatie waarin hij vraagt om iets dat hij heel belangrijk vindt maar waar jouw prioriteit niet ligt.
Of dat je iets van hem overneemt, een telefoontje voor hem plegen bijvoorbeeld terwijl je vindt dat hij dat eigenlijk zelf moet doen.

Doe dit maar eens een paar keer in een periode van een maand. Kijk waar je hem de ruimte kunt geven om te ontdekken. En gebruik dan steeds de zin: ‘Merk je dat ik naar je luister?’ En voeg er ook aan toe ‘Ga je ook naar mij luisteren als ik dat nodig heb?’

Ik garandeer je dat er vervolgens vanzelf dat moment komt dat je hem kunt vragen: ‘Weet je nog? Ik heb …. (noem dat moment) naar jou geluisterd, luister je nu ook naar mij?’

Tijdklok

Wanneer het moment komt dat mijn zoon in discussie probeert te gaan over de tijdklok die er op het internet zit, zeg ik dat dus ook. En dan gaat hij onder protest, dat wel, akkoord want hij weet best waarom die tijdklok erop zit. Hij weet ook dat wanneer hij onvoldoende rust krijgt, het risico van gezondheidsproblemen op de loer ligt. Maar ja, ‘s nachts doorgaan scoort veel beter bij vrienden dan aan moeten geven dat je voldoende rust nodig hebt en dus niet mee gaat doen met het event van World of Warcraft.

Wil jij nu ook werken aan een relatie die gebouwd is op wederkerigheid? Ga dan ook deze zin gebruiken: ‘Jij wilt dat ik naar jou luister, luister je dan ook naar mij?’
En weet je wat het mij naast die fijne relatie ook oplevert?
Nachtrust!
Ik slaap véél beter als ik weet dat hij ook lekker ligt te slapen en zo aan zijn rust toekomt, want dat heeft hij hard nodig.

Schrijf je hier in voor de JHob inspiratiebrief en ontvang geregeld tips over omgaan met autisme en auti-communicatie.
Geen zorg, ik ga je echt niet iedere week mailen!

Wil je iets meer lezen over het Puberbrein? Dan kan ik je Het nieuwe puberbrein binnenste buiten aanraden.

Met WAT krijg ik mijn kind in beweging?

Wees gerust, ik ga het uitleggen. 😀

Mensen met autisme kunnen heel geconcentreerd met iets bezig zijn. Dat is algemeen bekend. Neem het voorbeeld van het kijken van YouTube-filmpjes of het spelen van een game. Ze hebben alleen oog voor wat zij aan het doen zijn. Vervolgens heb jij een probleem als je jouw kind iets anders wilt laten doen.

Of het gaat om je partner. Je wilt zijn (of haar) aandacht maar hij is met al zijn energie met iets bezig.

Toverstokje?

Je bent zo duidelijk als je maar kunt zijn maar hij komt niet los van wat hij aan het doen is.
Laat staan dat hij gaat doen wat jij graag wilt. Zelfs al roep je hem voor de 2e of de 3e keer en hij reageert met: jahaaá, ik kom!
Of hij reageert helemaal niet, dat kan ook.
Om moedeloos van te worden.
Ik heb geen toverstokje waarmee ik maar hoef te zwaaien en hij komt los van wat hij aan het doen is. Zo werkt het helaas niet.

W.A.T-ten werkt wel

W.A.T-ten is een positieve manier van communiceren waarin je vast patroon gebruikt van 3 stappen. Deze 3 stappen zijn Waarnemen, Aansluiten en Toevoegen. Je leest er meer over in Auticommunicatie, Geef me de 5 van Colette de Bruin (2012).

Met W.A.T-ten ga je in het moment, afstemmen met je kind. In het gesprek kan het nodig zijn om meerdere keren hetzelfde patroon van waarnemen, aansluiten en toevoegen, toe te passen.

Waarnemen, Aansluiten en Toevoegen

Neem de tijd

Stel jezelf in op het gesprek en de manier van denken van je kind. Oftewel zet je auti-bril op.
Verplaats jezelf in je kind. En neem daarvoor even de tijd. Laat goed tot je doordringen wat hij aan het doen is en waarom dat belangrijk voor hem is. En oordeel vooral niet. Wees bewust van het positieve van het geheel en geniet daarvan. Je bent aan het waarnemen.

En nu aansluiten

Wat je zelf wilt, parkeer je even. Je richt je op je kind. Benoem wat je ziet. Wanneer hij aan het vertellen is, herhaal je wat hij zegt. Letterlijk!
Gebruik geen andere zin, dat moet hij die eerst weer verwerken, voordat hij verder kan.

Je kunt ook letterlijk mee gaan doen met wat hij aan het doen is. Het YouTube-filmpje mee kijken bijvoorbeeld. Door dit te doen verbind je je op dat moment met hem. Voor beiden een fijn moment. Aansluiten is dus niets meer en niets minder dan meedoen.

Tijd om toe te voegen

Bij het toevoegen ga je aangeven wat je van hem wilt. Dit doe je in 3 stappen:

  1. Maak wat je gaat doen voorspelbaar. Zeg bijvoorbeeld: ‘ik ga je iets vragen’ of ‘ik wil een afspraak met je maken’. Laat dit even bezinken en check of je zijn aandacht hebt. Benoem dan pas waar je het over wilt hebben. 
  2. Vraag hem vervolgens wat er nodig is om hem te laten doen wat jij wilt. Neem het voorbeeld van Youtube-filmpjes kijken. Vraag hem hoe lang het filmpje nog duurt voordat hij kan stoppen of vraag hem hoeveel filmpjes hij nog wil kijken voordat er ruimte is om iets anders te gaan doen. Bij pubers werkt het vaak prettig als hij zelf de afspraak formuleert. Dan is de kans groter dat hij zich eraan gaat houden én je weet zeker dat hij jouw bedoeling goed begrepen heeft. 
  3. Maak daarna een afspraak met hem of herhaal wat hij zelf heeft geopperd, waarbij je duidelijk bent op de 5: Wie, wat, waar, wanneer en hoe.

W.A.T-ten met de was

Als je dan met gebruik van de W en de A de aandacht hebt gekregen kun je dus gaan Toevoegen, een opdracht geven. Daarbij ben je natuurlijk duidelijk op de 5. Wie, wat, waar, wanneer en hoe. Bijvoorbeeld: Zijn was moet gewassen worden en daarnaast wil je dat hij daar zelf een stukje verantwoordelijkheid in neemt. Dit is wat je kunt zeggen: Als je (wie) nog twee filmpjes (wanneer) hebt gekeken, dan las je een pauze in en dan breng je je was (wat) met de wasmand (hoe) naar de bijkeuken (waar).

Gebruik  WAT-ten om jouw puber met autisme een stukje verantwoordelijkheid te leren nemen

En zo krijg je met W.A.T-ten je kind in beweging. Het vraagt misschien wat oefening, maar dan gaat het vast lukken.
Herhaal de opdracht rondom de wasmand geregeld en je zult merken dat je op den duur alleen nog hoeft te vragen of hij voor dit en dit tijdstip, zijn wasmand naar de bijkeuken wil brengen. Scheelt jou gesjouw en hij maakt een stap richting zelfstandigheid.
Lees voor het wegbrengen van de was een andere actie, pas het W.A.T-ten toe en ook dat zal gaan werken.

bonus tip

Bonus-tip: Geef je pubers een eigen wasmand op zijn kamer. Dat maakt de stap naar de wasmand een stuk kleiner. Met als gevolg: geen vuile sokken meer over de vloer.

Lees hier een tip over communicatie. Het heeft mijn relatie met mijn auti-puber een stuk verbeterd. En de sfeer in huis werd met de dag beter!

Op Facebook geef ik geregeld handige tips. Lijkt je dat wat? Ga naar JHOB op Facebook, volg mij daar en mis niets.

Een lekker stellige uitspraak

‘Ik weet 100% zeker dat ik in het nieuwe jaar met de brommer naar school ga!’
Het is eind juni en het gesprek gaat over de brommer. Het is de brommer die nog in onderdelen uit elkaar ligt.
Mensen met autisme doen vaker stellige uitspraken. Ze kunnen daarbij ook nogal vasthoudend zijn. Misschien herken je het wel.

Auti-communicatie

Er valt heel veel te zeggen over communicatie met autisme. Communicatie is één van de aandachtsgebieden bij mensen met autisme.
En dat geldt zeker voor mijn zoon. En het geldt ook voor veel andere mensen met autisme die ik ben tegen gekomen.

Geef me de 5

Dagelijks gebruik ik de kennis die ik heb opgedaan vanuit de methodiek Geef me de 5 en het boek auti-communicatie van Colette de Bruin. Voor mij werkt het. Eerder ging ik veel vaker in discussie. Het werd geregeld zelfs een strijd maar nu weet ik gelukkig beter. En het contact met mijn zoon is sindsdien enorm verbeterd. Ik deel dan ook graag een tip waar ik zelf ook veel aan gehad heb. Deze tip geldt voor pubers maar zeker ook voor anderen met autisme.

TIP: Ga niet in discussie, wanneer hij stellig is over iets dat niet waar kan zijn, maar ga in gesprek.

Zijn mening is oké.
Maak er vooral geen welles-nietes discussie van. Je zult alleen maar weerstand krijgen en je puber zal op dat moment niet open staan voor argumenten.
Hij zegt de dingen die hij zegt echt uit overtuiging. Is hij stellig in zijn mening? Geef aan dat je begrijpt dat dit zijn mening is.
Zijn mening is oké.
Het allerbelangrijkst is dat jij gaat begrijpen hoe hij denkt. Zeg hem dat je benieuwd bent hoe hij zijn mening gevormd heeft.

Het kan zijn dat hij erover gelezen heeft op internet, of dat een docent iets gezegd heeft. Voor hem is dat dan zoals het is.
Stel hem vragen zoals: Waar heb je dat gelezen? Of Waar heb je deze informatie vandaan?
En als jij weet hoe hij zijn mening heeft gevormd, begrijp je hem al een stuk beter. Daarmee neem je hem serieus. Hij voelt zich gehoord en dat zal de sfeer van het gesprek zeker bevorderen.

De brommer van zijn bonusbroer rijdt. Dat wil hij ook.

De brommer

Ik stelde mijn zoon de vraag: ‘Vertel, hoe komt het dat jij zo zeker weet dat het 100% zeker is dat je na de vakantie op de brommer naar school gaat’.  Vervolgens ging hij vertellen over de klusjes die nog gedaan moesten worden voordat de brommer af was. En dat die klusjes met gemak af zouden komen. Dus hij ging zeker te weten na de vakantie op de brommer naar school.
Ondanks dat ik allerlei hobbels voorzag, ik heb namelijk ervaring met de omstandigheden waarin hij aan die brommer moet gaan werken, was mijn reactie was daarop: ‘Dus jij hebt er wel vertrouwen in?’ Waarop hij zei: ‘Jazeker!’
Natuurlijk kan ik dan met allerlei mitsen en maren aankomen. Heeft dat zin? Ik denk het niet. Wanneer er een tegenvaller komt, dan is het vroeg genoeg om daarover in gesprek te gaan.

Choose your battles.

Sinds ik gestopt ben met discussiëren en belangstellende vragen ben gaan stellen is het bij ons in huis een stuk gezelliger geworden. Ga dus vooral die vragen stellen.

Wil je iets meer weten over studiekeuze van jongeren in combinatie met autisme? Ik wilde er meer van weten, dus heb ik een oriënterend onderzoek gedaan. Lees dan hier verder